De Navajo indianen gaven Coal Mine Canyon de naam Honoo Jί, dat betekent ‘zaagtandvormig’, ‘met scherpe kartelranden’. De canyon staat dan ook vol met grillig gevormde hoodoos en rotspilaren, die veel gelijkenis vertonen met de hoodoos die in het bekende Bryce Canyon National Park te vinden zijn.  Wat Coal Mine Canyon zo speciaal maakt, dan zijn de kleuren: de heldere rode, bruine, witte, grijze en zelfs blauwe tinten zorgen voor een geweldig schouwspel. Helemaal bovenin de canyon vind je ook een gitzwarte laag, dat is de koollaag waaraan de canyon haar naam te danken heeft.
Coal Mine Canyon ligt in het noorden van de staat Arizona, dicht bij de plaats Tuba City. Het bevindt zich precies op de grens van de Hopi Reservation en de Navajo Reservation. Rijd via State Route 160 naar Tuba City toe, en neem daar State Route 264 in zuidelijke richting. Volg die weg 16 mijl, en ga dan kort voor mijlpaal 337 linksaf via een onverharde weg, die over het algemeen vrij goed begaanbaar is. Al snel nadat je die onverharde weg bent opgegaan zie je het eindpunt al liggen: je herkenningspunt is een windmolen die maar een paar meter van de rand van Coal Mine Canyon vandaan staat. In totaal is de afstand die je via de onverharde weg moet rijden ongeveer een halve mijl (800 meter). Bij de windmolen ligt een ruime parkeerplaats, hier staan ook enkele picknicktafels.
Je bevindt je nu bij de kop van de canyon, die bestaat uit vijf zogenaamde ‘fingers’. Je kan vanaf deze plek heel ver de canyon inkijken, het is duidelijk te zien dat de canyon na enkele mijlen meer open wordt, en dat de bodem daar groen begroeid is. Vanaf de parkeerplaats kan je zowel links- als rechtsom langs de rand aflopen, en hier en daar is het ook mogelijk om via enkele naar binnen uitstekende plateaus wat dichter bij de hoodoos te komen. Aan de rechterzijde wordt de weg overigens na een klein stukje lopen versperd door een prikkeldraadomheining.
Beneden in de canyon loopt een voetpad. Helaas is het bijzonder moeilijk om de bodem te bereiken, je kan alleen in de canyon afdalen via een slecht zichtbaar, bijzonder steil en glibberig pad. Dat pad bevindt zich in de buurt van de hierboven genoemde prikkeldraad afzetting. Als je het pad over de bodem van de canyon volgt, dan bereik je na drie mijl een 120 meter hoge rotstoren, rood/wit van kleur, die bekend staat als The Ghost. Nog een mijl verder kom je bij de ingang van de Ha Ho No Geh Canyon. Deze canyon is minder spectaculair dan Coal Mine Canyon, omdat er veel minder kleurrijke hoodoos in voorkomen. |
Het is ook mogelijk om met de auto naar de achterzijde van de canyon te rijden, en The Ghost vanaf de rand te bekijken. Je moet dan via State Route 264 nog iets verder naar het zuiden rijden; tussen de mijlpalen 340 en 341 ga je linksaf (in oostelijke richting) via een onverharde weg. Coal Mine Canyon ligt nu aan je linkerzijde, en Ha Ho No Geh Canyon aan je rechterzijde. Vanaf de weg kan je beide canyons meestal niet zien, maar er zijn wel diverse plekken waar je kan parkeren en naar de canyons toe kan lopen. Het beste uitkijkpunt ligt op 2,8 mijl afstand – gemeten vanaf de afslag vanaf State Route 264.
Permit
De meeste mensen bezoeken Coal Mine Canyon zonder permit. Officieel gezien heb je echter wel een permit nodig omdat je Highway 264 verlaat, je kan een permit kopen in de plaats Cameron of bij het Antelope Canyon Tribal Park in Page.
|
