Home Nationale ParkenBezienswaardighedenUpdate
Reisverslag 2009 ~ Pagina 3
 
All pictures © copyright hanz en henriëtte meulenbroeks
 
Dag 15 : zaterdag 2 mei : corona arch

Gereden : 34 mijl
Corona Arch Trail : 5 kilometer

Copyright © www.ontdek-amerika.nlToen we wakker werden regende het. Precies zoals The Weather Channel twee dagen eerder al had voorspeld. We zijn dus maar uitgebreid wezen winkelen in de CityMarket, met dit weer konden we immers niet veel anders. Toen we met onze gevulde koelbox en andere boodschappen weer terugkwamen was de badkamer schoongemaakt, de handdoekenvoorraad weer vers, en ons bed netjes opgemaakt. Heerlijk…. kunnen die dames niet met ons mee naar Nederland verhuizen, over twee weken?? Terwijl ik lekker lui met een mooi boek op bed ben gaan liggen, ging Hans de vele foto’s die we gisteren in Chesler Park hadden gemaakt bekijken. Het liveverslag moest immers nog worden bijgewerkt, en daar hadden we nu mooi de tijd voor.

Rond de middag hield het op met zachtjes regenen…. het begon te hozen. Wat kwam er een ongelooflijke hoeveelheid water naar beneden zetten, ik heb een hele tijd naar buiten zitten kijken hoe Moab blank kwam te staan. Die hele harde bui duurde maar kort, en tot mijn verbazing werd het daarna zowaar droog. We wilden nu toch wel even van de motelkamer weg, we zijn Moab ingelopen om wat winkeltjes te bekijken. Copyright © www.ontdek-amerika.nlAls eerste kwamen we terecht in een boekwinkel. Het was lekker om daar uitgebreid rond te neuzen, vooral in de reisboeken- en landkaartenhoek zijn we lang blijven hangen. In de etalage lag een prachtige kat, en dat vond ik natuurlijk nog veel mooier dan de reisboeken. Blijkbaar lag ze daar wel vaker, want er hing een bordje bij de kat waarop stond dat haar naam Abbey was, en dat aaien toegestaan was, maar wel op eigen risico. Nou, dat risico wilde ik héél graag nemen hoor. Het liet Abbey duidelijk koud of ze nu wel of niet werd geaaid, ze onderging het heel gewillig maar ze reageerde er verder niet op. Da’s met onze eigen kat Toyke wel anders, die begint altijd volop te snorren en kopjes te geven als je haar aanhaalt….. ik kreeg spontaan een aanval van heimwee (niet naar Nederland hoor, alleen naar Toyke!)

Het tweede winkeltje waar we binnenliepen was saaaai….. t-shirts van het soort ’13 in ’n dozijn’, lelijke ansichtkaarten, vreselijk oubollige beeldjes die Delicate Arch moesten voorstellen….. wat deden we hierbinnen? In no time stonden we weer buiten, en zowaar…. daar scheen de zon inmiddels. “Zullen we nog iets gaan doen?” stelde Hans voor. Daar hoefde ik niet lang over na te denken, we lieten de winkels voor wat ze waren en gingen snel naar de motelkamer terug. Een paar minuten later zaten we in de auto, en waren we op weg naar Corona Arch.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlBlijkbaar waren er meer mensen op het idee gekomen om er na de verregende ochtend toch nog even op uit te gaan, het was erg druk bij de trailhead en we hadden geluk dat we nog net een plaatsje voor onze auto konden vinden. Net zoals twee dagen eerder, in Arches National Park, kwamen we terecht midden in een groep mensen die hier blijkbaar waren vanwege het fotografiecongres in Moab. Eerlijk gezegd baalden we wel een beetje, we vonden het idee om goede fotoplekken te zoeken temidden van een heel stel andere fotografen niet echt aantrekkelijk. We liepen letterlijk in een file van de parkeerplaats vandaan; direct na de eerste klim stopten de mensen die vooraan liepen, kennelijk moest de groep zich hier verzamelen. Wij liepen snel door, we hoopten de groep op deze manier wat voor te kunnen blijven zodat we Corona Arch nog even zouden kunnen fotograferen zonder om een plekje te hoeven vechten.

Op gegeven moment bereikten we een in de rotswand uitgehakt trapje. Boven stond een man, beneden stond zijn hond die deze klim duidelijk niet zou kunnen maken. “Stay…Stay…”, commandeerde de man diverse keren, maar het arme beest leek er niets van te begrijpen dat zijn baasje hem hier zomaar achterliet. Hij liep rusteloos rond en was heel zielig aan het janken. De man liep zowaar nog weg ook, stomme kerel, je laat je hond toch zo niet achter!

Copyright © www.ontdek-amerika.nlNadat we via het rotstrapje en daarna ook nog via een kort metalen trapje verder omhoog waren gegaan, zagen we Corona Arch rechts van ons liggen. Wauw, wat een geweldig mooie rotsboog was dit. “Elegant” is misschien niet het meest voor de hand liggende woord als je het over een stuk steen hebt, maar bij Corona Arch past het wel degelijk. Even de cijfertjes: de opening van de arch is 42,5 meter breed en 32 meter hoog. Een heel stuk groter nog dan White Mesa Arch, dus. We hadden de fotografieclub inmiddels ruimschoots achter ons gelaten, we zagen ze niet eens meer. Toch was het ook zonder die grote groep behoorlijk druk hier, er liepen overal mensen onder en dichtbij de boog. Ach, dat was niet erg, het is wel leuk om wat mensen op de foto te hebben zodat je beter kan zien hoe groot de arch is.

We zijn best lang rond blijven hangen, Corona Arch bleek een geweldig leuk fotografie-object te zijn. Van dichtbij, van veraf, van onderuit, vanaf de andere zijde (tegen de zon in!), van alle kanten hebben we plaatjes gemaakt. Het weer werkte nog steeds geweldig goed mee, het was zonnig en er hingen ook van die mooie witte wolken die het meestal erg goed doen op een foto. Natuurlijk hebben we ook die andere arch die in deze omgeving ligt op de foto gezet: Bowtie Arch heet die. Dat is een uitholling in de rotswand waar aan de bovenzijde een opening in zit. Minder indrukwekkend dan Corona Arch, maar toch ook heel leuk om te zien.

Toen we weer terugliepen kwamen we zowaar de hond weer tegen, met zijn baasje. Blijkbaar had hij toch ingezien dat hij dat beest niet alleen achter kon laten, waarschijnlijk heeft ie ‘m het trapje op gedragen. En even later kwamen we ook nog de fotografieclub tegen, die moeten dus eerst ergens anders naar toe zijn geweest. Tja, nu waren ze eigenlijk wel te laat om Corona Arch nog te kunnen fotograferen; de witte wolken hadden ondertussen weer plaats moeten maken voor een grijze, grauwe regenachtige lucht en de boog werd nu veel minder mooi belicht.

Het was al half zeven toen we Moab weer binnenreden. Ondanks de regen van vanochtend hadden we een prachtige dag gehad, de halve rustdag was echt heel ontspannend geweest, ik had mijn kattenaai-tekort weer wat kunnen aanvullen en de wandeling naar Corona Arch was ons geweldig goed bevallen. Als we in de toekomst ooit weer in Moab komen, dan wil ik deze hike heel graag nog eens overdoen.
 
Dag 16 : zondag 3 mei : sand flats road - fisher towers

Gereden : 99 mijl, waarvan 39 mijl dirtroad
Fisher Towers Trail : 6,4 kilometer

De Sand Flats Road loopt door een recreation area, bij het begin van de weg staat een entrance booth waar je entreegeld moet betalen. We waren zo vroeg dat er nog niemand in het hokje aanwezig was, we zijn dus maar gewoon zonder te betalen doorgereden. Helemaal legaal hoor, want je hoeft alleen maar te betalen als je van de recreatiemogelijkheden gebruik wilt maken. Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe hadden geen kampeerspullen bij ons, en Hans had z’n mountainbike ook thuis gelaten, dus die recreatiemogelijkheden waren niet aan ons besteed. Tja, we hadden natuurlijk wel even Lions Back op kunnen rijden met onze Nissan, maar ik denk dat ze dat bij Alamo niet op prijs zouden hebben gesteld. Lions Back is die bekende, uiterst steile rots waar waaghalzen in volle vaart tegenop rijden; ik had er wel eens filmpjes van op internet gezien maar tot nu had ik me nooit gerealiseerd dat die rots bij Moab lag. Terwijl we over de Sand Flats Road reden zagen we overigens niet Lions Back zelf, maar wel z’n kleine broertje Baby Lions Back. Uh…. als dit alleen maar de baby-versie was dan hoefde ik de volwassen versie echt niet te zien hoor, ik moet er niet aan dénken om daar naar boven te rijden. ’t Zou natuurlijk wel spannend zijn geweest als we hier daadwerkelijk enkele van die onverschrokken coureurs in actie hadden kunnen zien, maar helaas, er was geen mens en ook geen enkele auto te zien hier.

De omgeving beviel ons prima. We zagen een groep prachtige witte bomen die heel mooi afstaken tegen de rotswand direct daarachter, we zagen – op enige afstand – enkele indrukwekkend grote hoodoos en we werden ook verrast met weidse uitzichten over Moab en omgeving. Vooral de zogenaamde ‘shelf road’, dat is een weg die langs een rotswand omhoog kringelt, vonden we erg leuk om te rijden. Het weer was minder leuk. Er hing een grauwe grijze bewolking waar zo nu en dan wat ziemelige regen uit omlaag kwam zetten…. En het was ook nog eens onaangenaam koud, die vieze nattigheid en een beetje wind vormden samen nou niet bepaald een lekkere combinatie. We zijn dan ook maar nauwelijks de auto uitgeweest, veel foto’s van de route kunnen we hier dan ook niet laten zien.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlVeel vroeger dan verwacht waren we terug op de motelkamer. Gelukkig begon het rond de middag flink op te klaren, tijd dus om te overleggen wat we deze middag zouden gaan doen. Hans wilde graag terug naar de Sand Flats Road, hij had wel zin om naar een van die grote hoodoos die we hadden gezien te hiken. Ik zag dat eigenlijk niet zo zitten, we wilden tegen zonsondergang de Fisher Towers Trail gaan lopen en ik had geen zin om mijn voeten – die nog steeds niet in goede conditie waren – twee keer op één dag te gaan belasten. Ik had nog wel wat leuke scenic routes in ons Backroads boek gevonden, maar die waren wel heel wat lastiger dan de routes die we de laatste dagen hadden gereden. We hebben even wat op internet zitten googelen, waarna we tot de conclusie kwamen dat we het met onze 2wd toch niet aandurfden om naar Long Canyon te rijden. Zeker weten dat we tijdens een volgende reis wél goed opletten dat onze SUV wel echt een 4wd zal zijn! Uiteindelijk besloten we om de Fisher Towers Trail niet pas vanavond, maar vanmiddag al te gaan doen.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlEr stonden al flink wat auto’s bij de trailhead, net toen wij daar aankwamen zagen we diverse wandelaars terugkeren. Ze hadden hele rode, verhitte gezichten….. afgaande op hoe deze mensen er uit zagen stond ons weer een pittige trail te wachten! Maar desondanks hadden we er wel heel veel zin in, het zag er hier direct bij het begin van de trail al prachtig uit. Fisher Towers is de gezamenlijke naam voor een aantal donkerbruine zandstenen monolieten, de grootste is ongeveer 275 meter hoog. We volgden het pad direct onder langs de voet van de rotstorens; ook al hebben we inmiddels al zoveel van dit soort landschappen gezien, we keken écht weer onze ogen uit! Die gigantische rotswanden waar we langsaf liepen, een stel leuke hoodoos, een weids uitzicht over de vallei aan de rechterzijde, we vonden het schitterend hier. De trail was niet echt moeilijk, we hoefden geen al te moeilijke klimpartijen te ondernemen. Op de enige plek waar we even omlaag een kloof in moesten klimmen hadden ze netjes een metalen trapje neergezet, compleet met een handsteun in de rotswand. Dat die wandelaars die we op de parkeerplaats hadden gezien zo’n rooie hoofden hadden snapten we nu overigens ook volledig: het was erg heet hier tussen de rotswanden in en de voortdurende hoogteverschillen zorgden ervoor dat ook onze eigen temperatuur behoorlijk omhoog ging…

Copyright © www.ontdek-amerika.nlIk baalde wel dat mijn voeten het tijdens deze trail weer helemaal lieten afweten. Ik liep nu al een week lang niet meer op mijn wandelschoenen, maar op mijn sandalen, en dat was tot nu toe redelijk goed gegaan. Fiery Furnace en Chesler Park waren toch behoorlijk pittige wandelingen geweest, maar daar had ik niet al te veel last gehad. Gisteren, bij het schuine slickrock van Corona Arch, deden mijn voeten meer pijn dan tijdens die lange hikes. En vandaag ging het echt helemaal mis, bij elke stap begon ik mijn voeten erger te voelen, vooral mijn rechtervoet. En dan is die weg terug naar de parkeerplaats toch wel heel erg lang, hoor.

Toen we bij onze auto stonden en onze spullen aan het opruimen waren, kwam er een andere auto de parkeerplaats oprijden. We herkenden ‘m meteen…. dat was de Suburban van Marjan en Jan! Wat ontzettend leuk dat we elkaar nu al voor de tweede keer tijdens deze vakantie tegenkwamen… al was de verrassing deze keer wel heel wat minder groot dan twee weken geleden. We wisten immers – dankzij hun weblog – dat zij ook al enkele dagen in Moab waren, steeds als we door Moab reden hadden we al rondgekeken of we hen niet ergens zagen rijden of lopen. Sinds onze ontmoeting in Blue Canyon hadden zij én wij van alles gezien en gedaan, we hadden dus heel veel bij te praten. Terwijl we daar zo gezellig stonden te kletsen keek Jan eens met een schuin oog omhoog naar de lucht: er kwamen flink wat donkere wolken opzetten. Hij vreesde dat hij en Marjan – als ze nu nog aan de Fisher Towers hike zouden gaan beginnen – wel eens door een flinke regenbui overvallen zouden kunnen worden, geen echt aantrekkelijk vooruitzicht dus. Ze hadden de hike enkele jaren geleden al eens gedaan, dat maakte de beslissing om ‘m nu toch maar over te slaan wel wat makkelijker.

Hans en ik waren van plan om bij McDonalds te gaan eten; dat was pas onze twee Mac van deze vakantie, dat is wel eens anders geweest! Jan en Marjan sloten zich spontaan bij onze plan aan, en zo zaten we ons even later dus lekker met z’n vieren te bezondigen aan de hamburgers en Chicken McNuggets. Zo hadden we volop de tijd om onze ervaringen van de laatste twee weken met elkaar te delen. Na het eten namen we afscheid van elkaar, ongetwijfeld komen we elkaar ooit wel weer eens tegen tijdens een AllesAmerika-meeting of op een of andere mooie plek in de USA!
 
Dag 17 : maandag 4 mei : moab - bisti badlands wilderness- farmington

Gereden : 275 mijl, waarvan 7 mijl dirtroad
Hike in Bisti Badlands : 12 kilometer

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe zaten nu al een week in Moab, nog nooit eerder zijn we tijdens een rondreis door de USA zo lang op dezelfde plaats gebleven. We waren het er wel roerend over eens dat het nu lang genoeg was geweest, we misten het “on the road”-gevoel meer dan we vooraf hadden verwacht. Dus, ook al hadden we nog niet alles gedaan wat we hier rondom Moab van plan waren, het was tijd om de koffers weer in te pakken en te vertrekken. Lekker, verstand op nul en urenlang die lange rechte Amerikaanse wegen voor ons zien….

Copyright © www.ontdek-amerika.nlHans is de chauffeur, ik ben de TomTom. Ik had het erg makkelijk; pas na een klein uurtje rijden hoefde ik voor het eerst iets aan te geven (In Monticello gaan we linksaf) en nog eens anderhalf uur later wat het tijd voor mijn tweede en meteen ook laatste route-aanwijzing (linksaf in Shiprock). We zijn maar twee keer gestopt onderweg, een keer om te tanken, en een keer omdat we naast de weg een schitterend autokerkhof zagen. Honderden oldtimers stonden daar, ouwe Fordjes, pick-up trucks, Chevrolets, een Datsun die wel heel klein afstak tegen al die grote Amerikanen…. ook al geef ik helemaal niets om auto’s, hier keek ik echt mijn ogen uit! Er stond een afrastering rondom het autokerkhof, en een bord waarop luid en duidelijk te kennen werd gegeven dat de toegang verboden was. Jammer, we zouden ontzettend graag een tijdje met onze fotocamera’s tussen die auto’s hebben rondgelopen.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlRond het middaguur bereikten we Farming-ton, een vrij grote plaats in het noordwesten van de staat New Mexico. Eerst maar eens een motelkamer zoeken, zo besloten we. Vorig jaar hadden we hier overnacht in de La Quinta Inn, dat was ons goed bevallen dus liepen we eerst daar maar eens binnen. Helaas, ze hadden geen kamer met koelkast, en zeker als we ergens meerdere nachten verblijven vinden we dat toch wel belangrijk. Het daarnaast gelegen motel was vol, er was een congres gaande in Farmington, zo kregen we te horen. De Travelodge die aan de overkant lag had nog wel plaats, en we konden er een kamer met koelkast krijgen. Perfect dus. Toen we de kamer zagen moesten we op dat ‘perfect’ toch wel wat afdingen, het was een onooglijk klein kamertje, rondom de twee bedden was vrijwel geen ruimte meer om ons nog te kunnen bewegen en we konden alleen in de badkamer komen door de deur met enig geweld voorbij de hoek van het bed te duwen. Ach, het was schoon, we hadden een koelkast en een magnetron, dat het allemaal wat krap was zouden we wel overleven, toch!

Copyright © www.ontdek-amerika.nlNadat we boodschappen hadden gedaan, de koelkast moest immers wel worden gevuld,  gingen we weer op pad. Op naar een van onze meest favoriete plekjes in Amerika: de Bisti Badlands. Vorig jaar hadden we urenlang rondgelopen in dit wilderness gebied, maar toch hadden we nog lang niet alles gezien. We hadden zo enorm genoten van deze hike dat we toen direct al wisten dat we er ooit terug zouden komen. Al hadden we nou ook weer niet verwacht dat dat zo snel al zou gebeuren….

Copyright © www.ontdek-amerika.nlOm het even kort en krachtig samen te vatten: Bisti Badlands is een van de allermooiste gebieden die we ooit heb gezien. “We zijn net twee kleine kinderen in een enorme speeltuin als je ons daar ziet lopen”, zo beschreef ik het in het liveverslag dat we tijdens onze reis bijhielden, en dat geeft precies weer hoe we deze hernieuwde kennismaking met Bisti hebben ervaren. Een heel leuk ‘speeltje’ bleek een smalle, ondiepe kloof te zijn die we zomaar op goed geluk zijn ingelopen. Aan de onderzijde waren de wanden donkergrijs en gitzwart van kleur, direct daarboven zat een goudgele laag die daar prachtig mee contrasteerde. Terwijl we hier doorheen liepen hebben we wel heel goed opgelet of er geen slangen of andere enge beesten rondkropen, de kans dat we hier zoiets tegen zouden komen leek ons best wel groot. Maar nee hoor, we hebben er niets aangetroffen. Hans mopperde wel een beetje: dit was nu al onze negende reis in de USA, we lopen door de meest afgelegen prairies en woestijnen, en toch hadden we nog nooit een slang gezien. Verdorie! Niet in de kloof maar in een meer open gedeelte, zagen we wel een groen-gele hagedis die prachtig voor ons bleef poseren. Okay, een hagedis is minder spannend dan een slang, maar het was wel erg leuk om dit beestje hier te zien. Het allermooiste gedeelte van Bisti ligt aan de zuidzijde van de wash, niet eens zo heel ver van de parkeerplaats vandaan. Bovenop een donkere koollaag stonden tientallen bruine en bruingestreepte hoodoos. Eerst bekeken we ze van beneden uit, daarna klommen we naar boven zodat we ook de hele groep hoodoos tegelijk konden overzien. Tja, wat kan ik nog meer zeggen dan dat we intens hebben staan te genieten, hier. De foto’s spreken verder voor zich!

Uiteindelijk was het – net zoals vorig jaar – de vermoeidheid die ons dwong om terug te gaan naar de auto. Twaalf kilometer hadden we er op zitten toen we de parkeerplaats weer bereikten, samen met de zestien kilometer van vorig jaar hebben we hier dus al een behoorlijke afstand afgelegd. En ik heb zo het idee dat er ooit nog wel een derde bezoek zal volgen, zodat we dit fascinerend mooie gebied nog wat verder kunnen gaan ontdekken.

 
Copyright © www.ontdek-amerika.nl Copyright © www.ontdek-amerika.nl Copyright © www.ontdek-amerika.nl
 
Dag 18 : dinsdag 5 mei : Ah-Shi-Sle-Pah wilderness

Gereden : 130 mijl, waarvan 28 mijl dirtroad
Hike in Ah-Shi-Sle-Pah : 10 kilometer

Copyright © www.ontdek-amerika.nlVorig jaar was ons bezoek aan de wilderness area Ah-Shi-Sle-Pah helaas niet helemaal geslaagd, we hadden de wash waarin vele honderden hoodoos staan eenvoudig gevonden, maar we waren er niet in geslaagd een plek te vinden waar we veilig konden afdalen. We hadden al dat moois dus alleen van een afstandje kunnen bekijken. Omdat we nu toch weer in deze omgeving waren, wilden we heel graag een nieuwe poging ondernemen. Natuurlijk hadden we ons huiswerk nu beter gedaan, we hadden via email contact gehad met enkele mensen die Ah-Shi-Sle-Pah ook hadden bezocht en van hen hadden we doorgekregen hoe we moesten lopen om de goede afdalingsplek te vinden. Het was wel, zo schreef een behulpzame Amerikaan, een lastige afdaling. Ik was dan ook heel benieuwd of we er deze keer wel in zouden slagen om beneden in de wash te komen.

Lastige afdaling?? Welke lastige afdaling bedoelde die man?? We stonden – dankzij onze nieuwe instructies die we natuurlijk netjes hebben opgevolgd – al een minuut of 10 nadat we de parkeerplaats hadden verlaten beneden in de wash. Het was zo supereenvoudig dat ik in eerste instantie niet eens in de gaten had dat we al helemaal beneden stonden, ik dacht echt dat het moeilijkste stuk nog zou moeten komen.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlDe wash is vrij breed, en behoorlijk kaal. Een beetje saai, eerlijk gezegd. Maar het ging ons natuurlijk om de mooie hoodoos die aan de randen van de wash staan, we probeerden het eerst maar eens aan de rand die het verst van ons vandaan lag. We kwamen er wel een aantal bezienswaardige plekken tegen, maar die lagen nog al her en der verspreid en haalden nergens de overweldigende schoonheid van de Bisti Badlands. De overkant – de rand dus waar we vandaan kwamen – leek meer veelbelovend. Het was even zoeken, maar na een tijdje vonden we toch de prachtige gele hoodoos die we al diverse malen op internet hadden gezien. En ook al hebben we ondertussen al talloze hoodoos gezien, gisteren nog en natuurlijk ook tijdens onze eerdere reizen, deze hoodoos waren toch weer heel anders. Die gele kleur was heel apart, en ook de platte, min of meer ovaalvormige kappen waren heel typerend. Die kappen bestonden duidelijk uit een heel ander soort gesteente, grijs met roodbruine vlekken aan de bovenzijde.

Even verder bereikten we een kleine vlakte die helemaal bezaaid lag met keien die – dat denk ik tenminste – uit hetzelfde soort gesteente bestonden als de kappen van de gele hoodoos. De meeste keien lagen gewoon op de grond, maar er waren er ook bij die bovenop mini-hoodootjes balanceerden. Een andere ‘bezienswaardigheid’ bestond uit een stapeltje oude colaflesjes. Echt oude colaflesjes! Vreemd om dit aan te treffen in zo’n ongerept gebied, we waren eigenlijk best wel nieuwsgierig hoe lang die flesjes hier al lagen. Internet zou daarover best wel opheldering kunnen verschaffen, zo dachten we, gewoon even googelen op “Coca Cola bottle” en dan kijken welke afbeelding het meest op deze flesjes zou lijken. Tja, dan moet je natuurlijk wél foto’s van de flesjes maken. Maar om een of andere onbegrijpelijke reden hebben we dat niet gedaan…..

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe begonnen zo langzamerhand flink last te krijgen van de hitte, het was aanmerkelijk warmer dan gisteren in Bisti Badlands. We besloten dan ook om niet verder weg te lopen, maar weer langzaam aan richting de parkeerplaats te gaan. Er was genoeg te zien onderweg, maar het enorme enthousiasme dat Bisti bij ons had opgewekt bleef hier – in Ah-Shi-Sle-Pah – toch uit. De beide landschappen lijken veel op elkaar, maar toch, Bisti wint met volle overtuiging op alle fronten: het is daar veel kleurrijker, er zijn meer hoodoos, mooiere kloven, er is meer versteend hout….

Nu lijkt het misschien of we Ah-Shi-Sle-Pah niet mooi hebben gevonden, maar ben niet bang, ook al kan het de vergelijking met Bisti niet doorstaan, het gebied is absoluut de moeite waard hoor! We zijn dan ook blij dat we er opnieuw naar toe zijn gegaan, we hadden deze ervaring echt niet willen missen. Op de weg terug naar Farmington wilden we nog één extraatje aan onze dag toevoegen, in het boek Photographing the SouthWest wordt het uitzicht over de badlands van Angels Peak aangeprezen en we hoefden daarvoor maar een hele kleine omweg te maken. Nou, dat omweggetje hadden we gerust achterwege kunnen laten, nog nooit is iets dat we op advies van dat boek hebben gedaan ons zó tegengevallen! Ja, er waren badlands te zien vanaf het uitkijkpunt, maar die waren in geen enkel opzicht bijzonder of speciaal. Dus als je ooit in New Mexico over State Route 550 rijdt en je ziet het bordje Angels Peak staan, geen aandacht aan schenken en gewoon lekker door blijven rijden!

’s Avonds trakteerden we onszelf op een Chinees buffet, dat smaakte heerlijk. En wat zijn wij dan toch uiterst bescheiden eters als je ziet wat sommige Amerikanen daar op hun borden scheppen, we hebben echt in stomme verbazing toe zitten kijken wat een vrouw die daar alleen aan tafel zat allemaal heeft opgegeten. Zij at in haar eentje toch wel dubbel zo veel weg als Hans en ik samen, en dan druk ik me nog voorzichtig uit ook. Ik hoop maar dat we – onbewust - niet al te veel naar haar hebben zitten staren.

 
Copyright © www.ontdek-amerika.nl Copyright © www.ontdek-amerika.nl Copyright © www.ontdek-amerika.nl
 
Dag 19 : woensdag 6 mei : chaco culture national historic park

Gereden : 174 mijl, waarvan 42 mijl dirtroad
Pueblo Bonito Overlook Trail : 2,5 mijl
Drie korte trails : 1,6 mijl

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWij houden wel van lange autoritten. Dus we vonden het absoluut niet erg dat het een flink eind rijden is van Farmington naar Chaco Culture, het park waar je oude indianenwoningen kan bezichtigen. Eerst reden we een stukje naar het oosten, en daarna ging het via Highway 550 verder naar het zuiden. Bekend terrein, want gisteren waren we ook al via deze weg naar Ah-Shi-Sle-Pah gereden. Op gegeven moment zagen we rechts van ons, ergens boven de enorme vlakte die tussen State Route 371 en Highway 550 ingeklemd zit, een vreemde lichtbruine waas hangen. Laag boven de grond, en vele, vele kilometers lang. Natuurlijk waren we best nieuwsgierig waar die waas vandaan kwam… was het rook…. stond er ergens iets in brand? Ik verwachtte misschien wel ergens een vuurhaard te zien, maar nee hoor, we konden de oorzaak niet ontdekken. Daarginds, 20 of 25 mijl verderop, moest ergens Bisti Badlands liggen. Pfff, hadden wij even geluk dat die walm er niet had gehangen toen wij daar eergisteren rondliepen!

Copyright © www.ontdek-amerika.nlToen we de highway verlieten en in weste-lijke richting verder reden, was de vreemde walm gelukkig niet meer te zien. Acht mijl na de afslag hield de verharde weg op, en moesten we verder via een dirtroad. De kwaliteit van het wegoppervlak viel best wel tegen, we hadden op weg naar een door de National Park Service beheerde bestemming een goed onderhouden zandweg verwacht, maar nee hoor, er zaten flink wat kuilen en gaten en hier en daar was het ook flink zanderig. “’t Zal vast niet druk zijn in het park”, zo dachten we, “zo’n hobbelige weg schrikt vast wel veel mensen af!” Tja, hadden we alweer fout gedacht, want toen we het park binnenreden zagen we dat we absoluut niet de eerste bezoekers waren vandaag, er stonden al heel wat auto’s (ook gewone personenauto’s!) bij het Visitor Center geparkeerd.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe hadden twee din-gen gepland in het park. Natuurlijk wilden we de ruïnes gaan bekijken, dat spreekt voor zich, en we wilden ook de Pueblo Bonito Overlook Trail gaan lopen. Even flink klimmen, en dan vanaf ons hoge uitkijkpunt de ruïnes van bovenaf bekijken. Omdat het een erg warme dag dreigde te gaan worden, de temperatuur was al behoorlijk aan het oplopen, besloten we om dit klimwerk maar als eerste te gaan doen. Het eerste deel van de trail was heel eenvoudig, we liepen daar over een vlak, breed pad. Opeens zagen we vlak voor ons iets van links naar rechts over het pad heen kronkelen…. het duurde even een seconde voordat het tot ons doordrong dat dit dan toch echt de allereerste levende slang was die we zomaar tijdens een van onze hikes tegenkwamen. Geweldig toch! We waren helemaal happy…. dit was iets waarop we al een hele tijd hadden gehoopt. Natuurlijk moest dit moment wel worden vastgelegd, we hadden allebei een fototoestel om onze nek hangen dus we kwamen meteen in actie. Copyright © www.ontdek-amerika.nlTja…. de slang bleek toch iets sneller te zijn dan wij…. Op het moment dat wij onze eerste foto’s konden nemen was het beest al de met lage struiken begroeide berm ingeglibberd. Eén keer staat ie maar op de foto, slechts half zichtbaar vanwege de struiken. Jammer dat we geen goede foto hebben kunnen maken, maar wel super om dit beest hier zomaar van dichtbij te kunnen zien. Natuurlijk hebben we ’s avonds op internet nog even geprobeerd te achterhalen wat voor soort slang het was; afgaande op de afbeeldingen gaan we er van uit dat het een Bullsnake moet zijn geweest. Niet giftig, ook weer mooi om te weten.

Via het vlakke pad bereikten we Kin Kletso, een rechthoekige, 900 jaar oude pueblo die bestaat uit 55 kamers en 5 kiva’s. Direct naast Kin Kletso begon het serieuze deel van onze hike, we moesten hier via een uit grote rotsblokken bestaand pad ruim 80 meter naar boven klimmen. Eenmaal boven hadden we eerst een erg mooi zicht over Kin Kletso, en een heel stuk verder ook over de grootste pueblo in het park: Pueblo Bonito. Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe konden zo heel goed zien welke vorm de pueblo heeft, half rond, met in het midden een grote open ruimte waarin enkele kiva’s liggen. Nadat we een tijdje hadden rondgelopen op de top van de klif werd het tijd voor de terugweg…. De afdaling via het rotsblokkenpad was zwaarder dan de klim omhoog: we moesten goed uitkijken waar we onze voeten neerzetten, de hitte begon z’n tol te eisen, en ik merkte ook dat ik eigenlijk veel te weinig had gegeten voordat we aan deze hike waren begonnen. Gelukkig had ik een paar mueslirepen in mijn heuptas zitten, zodat ik het weeïge gevoel in m’n buik een beetje kon wegnemen. Toen we bij de auto terugkwamen voelde ik me nog steeds een beetje wiebelig… we besloten daarom om eerst maar eens uitgebreid te gaan picknicken voordat we de ruïnes zouden gaan bezoeken. Gelukkig hadden we bij het Visitor Center al een stel mooie overdekte picknickplaatsen gezien.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlNa een flinke pauze en met een wat beter gevulde maag kon ik er weer tegen. Het leek ons wat te veel van het goede om alle ruïnes te gaan bekijken, we beperkten ons dus tot de sites die volgens het boek Photographing the SouthWest het meest de moeite waard waren. Als eerste reden we naar Chetro Ketl. Met 500 kamers en 12 kiva’s een heel stuk groter dan Kin Kletso. Chetro Ketl is gebouwd tussen de jaren 945 en 1090, het is toch wel verbazingwekkend om te zien waar de mensen destijds al toe in staat waren. Helaas mochten we de pueblo nergens binnengaan, we konden er alleen omheen lopen. Aan de achterzijde liepen we langs een hoge, lange muur met veel kleine raamopeningen; dit gedeelte van de pueblo was oorspronkelijk maar liefst vijf verdiepingen hoog.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWeet je wat niet zo slim is? Om te denken dat je zo’n korte hike wel even zonder water kan doen. We waren naar Chetro Ketl gelopen in de veronderstelling dat we snel weer terug zouden zijn bij de auto, we hadden dus geen water meegenomen. Maar toen we de ruïne hadden bekeken zagen we dat we – om bij de volgende pueblo te komen – niet eerst naar de parkeerplaats terug hoefden. We konden via een veel korter pad rechtstreeks naar Pueblo Bonito lopen. Dilemma: lopen we via het lange pad door de brandende zon zodat we onderweg ons water uit de koelbox kunnen halen, of kiezen we voor de korte maar meer dorstige route? Het werd uiteindelijk de korte route, vooral omdat we dan direct langs een rotswand met petroglyphs zouden komen.

De petroglyphs stelden niet veel voor, die hadden we gerust over kunnen slaan. Gelukkig maakte het bezoek aan Pueblo Bonito alles weer helemaal goed, bij deze grote pueblo mochten we wel tussen de muren doordwalen en dat was echt een geweldige ervaring. En wat was het heerlijk koel daarbinnen, ondanks dat er geen daken meer zijn kreeg de hitte geen kans tussen deze muren. We wisten al dat er in Pueblo Bonito een heel fotogeniek plekje te vinden moest zijn: Four Doors wordt dat genoemd. We hoefden er niet eens naar te zoeken, we kwamen de vier deuropeningen vanzelf tegen. En zoals we al hadden verwacht was het echt leuk om te proberen dit zo netjes mogelijk op de foto te krijgen. Even later liepen we weer terug naar de parkeerplaats….. geloof me, ik weet nu dat er niets zo overheerlijk is als een flesje ijskoud water….

De laatste plek die we bezochten was Casa Rinconada, een hele grote kiva. Eigenlijk viel het, zeker in vergelijking met Pueblo Bonito, toch wel wat tegen hier. Het was wel een mooi gerestaureerde kiva, maar voor ons was het er op dit moment toch net ééntje te veel…. Een lange rit in onze ge-airconditionde auto leek ons op dit moment heel wat aantrekkelijker dan nog een warme hike naar een van de pueblo’s. We zijn dan ook in een ruk teruggereden naar Farmington, voor onze laatste overnachting daar. Al met al wel dik tevreden over deze dag, het is toch weer eens wat anders dan hoodoos en slot canyons.
 
Dag 20 : donderdag 7 mei : farmington - route 235 - muley point - johns canyon - kayenta

Gereden : 266 mijl, waarvan 57 mijl dirtroad

Copyright © www.ontdek-amerika.nlDe mensen van the Weather Channel hadden ons ingefluisterd dat er vandaag niet gelopen zou gaan worden: er werden nog hogere temperaturen voorspeld dan die waar we gisteren in Chaco Culture mee te maken hadden. We hadden een lange trail in Natural Bridges National Monument gepland, maar die werd dus resoluut van ons lijstje geschrapt. In de plaats daarvan besloten we er een lekker relaxt dagje autorijden van te gaan maken. Nog een keer door de Valley of the Gods rijden sprak ons wel aan, en we wilden ook de voor ons nieuwe Johns Canyon Road gaan rijden.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlOp het moment dat we Farmington uitreden zagen we weer zo’n zelfde walm boven de grond hangen als gisteren…. Met de grote electriciteitscentrale daarnaast was het ineens niet meer zo moeilijk om te bedenken waar die walm vandaan kwam! We lieten de stad en de luchtverontreiniging al snel achter ons, en via een aantal wat minder bekende achterafweggetjes reden we naar Utah. Niets spannends hoor, gewoon een paar stille, smalle, maar wel verharde wegen door het Navajo Indian Reservation.

Na een dikke twee uur rijden kwamen we weer op bekend terrein, we gingen via State Route 191 in westelijke richting. Nou… bekend…. om eerlijk te zijn herkenden we de omgeving helemaal niet. Terwijl we hier zes jaar geleden toch echt al eens eerder hadden gereden, samen met Rob en Melanie. Ik wist niet meer dat het hier zo ontzettend mooi was, vooral de roodbruine hanekam-achtige heuvelrug die we rechts van ons zagen vonden we geweldig. De afslag naar Valley of the Gods kwam zo langzaam aan dichterbij; ik zat op onze gedetailleerde landkaart te kijken of ik kon zien hoe ver het nog was, en Hans keek uiteraard op de weg. Zo ontdekten we precies tegelijkertijd dat er direct voorlangs de heuvelrug een weg zou moeten lopen…. Natuurlijk was het Hans, de meest avontuurlijke van ons tweeën, die meteen met het voorstel kwam: “Zullen we…”

Copyright © www.ontdek-amerika.nlEn zo reden we dus even later niet zoals gepland door Valley of the Gods, maar over de onverharde San Juan County Route 235. Ook bekend als de Comb Wash Road, zo weet ik inmiddels. Op de kaart zag ik dat de weg vrij recht naar het noorden ging, en uitkwam op State Route 95. Een mijltje of twintig lang was ie, zo schatte ik. Het begin van de weg zag er perfect uit, een prima begaanbare zandweg. Hoe het verderop zou zijn, daarvan hadden we uiteraard geen idee. Als ’t slecht wordt, dan draaien we om, zo spraken we af. Al snel bereikten we een splitsing, we wilden dicht langs de heuvelrug blijven rijden en daarom hielden we rechts aan. Links van ons stroomde een beekje, daar rondom heen stonden veel mooie groene bomen. Hoewel het heus geen spectaculaire route was om te rijden, genoten we toch volop. We dachten eerst dat we hier moederziel alleen waren, maar dat bleek toch niet zo te zijn. Hier en daar liepen koeien rond, en op gegeven moment zagen we een stel echte cowboys, compleet met leren cowboybroek, die daar aan het werk waren. Dit was zo compleet niet-toeristisch en zo heerlijk echt…. fantastisch vonden we het hier. We reden nog een ultrakort zijweggetje in dat eindigde bij een stel rotsblokken. Hans is daar nog een heel stuk omhoog geklommen… nou, hij liever dan ik in deze hitte. Copyright © www.ontdek-amerika.nlIk werd ondertussen zodanig  belaagd door tientallen kleine en ontzettend vervelende vliegjes (vooral mijn oren vonden ze erg interessant!), dat ik maar even in de auto op hem ben blijven wachten. Op de lager gelegen rotsblokken had Hans een heel stel petroglyphs gevonden; die wilde ik natuurlijk ook wel even zien dus ging ik nog even de auto uit. Al wapperend, om de vliegjes een beetje bij mijn gezicht weg te houden, heb ik de petroglyphs bekeken. Ze waren maar klein, maar er zaten wel diverse heel duidelijke afbeeldingen bij. We vonden ze veel mooier dan de petroglyphs die we gisteren in Chaco Culture hadden gezien.

Kort voor het einde van de weg zagen we een plek waar we de auto onder de bomen konden parkeren, lekker in de schaduw. Terwijl we daar zaten te picknicken draaiden vanaf State Route 95 een stuk of zes auto’s, elk met een aanhanger erachter, onze dirtroad op. Ah, nog meer cowboys die koeien op gaan halen, zo dacht ik. Nou nee, heel erg cowboyachtig zagen de bestuurders er bij nader inzien toch niet uit, uit elke auto stapte een vrouw van een jaar of zestig. Een van hen sprak ons aan, ze vertelde dat ze uit Colorado kwam en dat ze hier samen haar vriendinnen kwam paardrijden. En of wij misschien wisten waar Mules Canyon lag? Nu herinnerde ik me dat ik die naam wel op mijn kaart had zien staan. De kaart was er gauw bijgepakt, en ik heb daar gezellig even samen met twee van de dames uit staan zoeken waar ze precies moesten zijn. Mules Canyon bleek inderdaad vlakbij te zijn, aan de andere kant van State Route 95. We kwamen even in de verleiding om zelf ook die weg eens in te rijden, maar dat hebben we uiteindelijk toch maar niet gedaan.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlVia State Route 261 zijn we weer teruggegaan naar het zuiden. We kwamen nu wel heel dicht bij Muley Point, en natuurlijk konden we het niet laten om dit zijweggetje even mee te pikken. Drie jaar geleden had ik immers niet voluit van het prachtige uitzicht hier genoten, omdat ik toen – na een week waarin we continu van het ene hoogtepunt in het andere waren gevallen – gewoon even té vol zat om nog echts iets nieuws in me op te kunnen nemen. Deze keer stond ik er helemaal voor open om de grootsheid van deze plek tot me door te laten dringen…. maar helaas…. op een of andere manier krijg ik maar geen ‘klik’ met Muley Point. Het is hartstikke mooi hier, vrijwel nergens kan je zo ver rondom je heen kijken, maar toch voel ik hier niet het enthousiasme dat bij andere mooie plekken wel spontaan naar boven komt borrelen. Was het deze keer de loeiharde wind die de spelbreker was? Ik denk het wel, we waaiden zowat uit onze sokken en we konden dan ook niet even rustig om ons heenkijken. Foto’s maken heb ik al heel snel opgegeven, ook met een statief was het onmogelijk om de camera stil te houden. Wat ik wel erg leuk vond was dat we de Johns Canyon Road, waar we zo meteen zouden gaan rijden, diep beneden ons zagen liggen.

Het was ondertussen veel te laat geworden om de twee geplande ritten – Valley of the Gods en de Johns Canyon Road – allebei nog te kunnen doen. We moesten dus kiezen. Dat was een heel makkelijke keuze hoor, Valley of the Gods hadden we immers al twee keer gedaan en de Johns Canyon Road nog nooit. Al vonden we het toch allebei wel jammer om Valley of the Gods over te slaan. Je had ons moeten horen toen we de afslag voorbij reden….. ik weet niet wie van ons tweeën het meest zielig “ooooh” uitriep op dat moment…..

Een paar minuten later reden we Johns Canyon Road op. De onverharde weg gaat rechtstreeks naar de voet van de machtige rotsen, en daarna onderlangs om die rotsen heen. De weg was smal en bochtig, en ging dicht langs enkele afgronden af. Aan onze rechterhand hadden we de rotswand en links van ons lag de San Juan River. ’t Was nergens eng of moeilijk, zelfs de twee steile gedeeltes waren heel goed om te doen. Een keer moest ik de auto uit om een hek te openen en achter de auto weer te sluiten. En natuurlijk zijn we ook vaak uitgestapt om lekker om ons heen te kijken en foto’s te maken; ik had het hier beneden veel beter naar mijn zin dan daarboven op het winderige Muley Point. De kans was groot dat vanaf Muley Point nu mensen naar ons stonden te kijken. Best een grappig idee eigenlijk…

Copyright © www.ontdek-amerika.nlNa 14 mijl bereikten we een plek waar water vanaf de rotsbodem enkele tientallen centimeters naar beneden sijpelde; daar vormde het water een vieze, stinkende poel die desondanks toch wel mooi was om te zien. De weg werd vanaf dit punt zichtbaar slechter, dus besloten we hier – tussen een kudde koeien in – te gaan keren. Op de terugweg vonden we nog enkele petroglyphs, we hebben er tijdens deze vakantie al meer gezien dan tijdens al onze andere vakanties samen.

Soms denk ik bij mezelf: “We hebben al zoveel rotslandschappen gezien, ooit zal het toch wel eens gaan vervelen.” Nou, dat ‘ooit’ is denk ik nog heel ver weg, want ik heb eerder de indruk dat het juist andersom is. Het lijkt wel of ik al die prachtige kleuren en vormen veel intenser in me opneem dan tijdens de eerste keren dat we in Utah en Arizona waren. Neem bijvoorbeeld Monument Valley, ook al zagen we dit landschap nu al voor de vierde keer, ik genoot er weer intens van. En dat terwijl we er alleen maar langsaf reden, voor een rit door de vallei hadden we immers geen tijd meer. Nadat we Monument Valley achter ons hadden gelaten, moesten we nog dik twintig mijl verder tot aan Kayenta, de plaats waar we wilden gaan overnachten. We voelden nu toch wel dat we al heel wat uurtjes in de auto hadden gezeten vandaag, dat laatste stuk leek wel veertig mijl lang te zijn…. We namen een kamer bij de Best Western. En wat voor één! Ons kamertje in Farmington, waar we de afgelopen nacht nog hadden geslapen, kon er denk ik wel drie keer in. En ik moet toegeven, om zo nu en dan eens een keer een wat luxere kamer te hebben, dat is toch best wel lekker.
 
Copyright © www.ontdek-amerika.nl
 
Dag 21 : vrijdag 8 mei : kayenta -Page

Gereden : 204 mijl, waarvan 35 mijl dirtroad

Op het moment dat we aan onze vakantie begonnen had ik veel meer ideeën dan beschikbare dagen. Ik verwachtte dan ook dat we tijd te kort zouden komen. Maar het is dus heel anders gelopen: we hebben veel minder gehiked dan we hadden gepland, en omdat zo stom waren om niet goed te kijken toen we bij Alamo een auto uitkozen, hebben we ook noodgedwongen de engst uitziende ritten geschrapt. En daarom hadden we nu zomaar ineens enkele dagen over, in plaats van tekort!

“Tours-met-een-gids”, dat is toch niet echt ons ding. We genieten nou eenmaal veel meer als we zelf, op eigen houtje, op pad gaan. Daarom hadden we thuis al besloten om niet naar Secret Canyon en Canyon X te gaan, je moet daar immers braaf achter een gids aanlopen. We vonden het wel jammer hoor, want uiteraard waren we wel nieuwsgierig naar deze twee slot canyons. Nu we een paar dagen rondom Page moesten gaan invullen, begon het toch weer te kriebelen…. zullen we niet toch een van die tours gaan doen? Lekker koel in een slot canyon in plaats van zweten tijdens een wandeling in de open lucht!

We gingen eerst maar eens naar het kantoor van Overland Canyon Tours, het bedrijf dat de tocht naar Canyon X organiseert. ’t Was wel even slikken toen we de prijzen hoorden: 120 dollar per persoon voor de gewone, 4 uur durende tour, en maar liefst 160 dollar per persoon als we nog twee uurtjes langer zouden willen gaan. Die langere tour werd aangeprezen als de Photography Tour. Uiteraard vroegen we aan de dame die daar aan de balie zat wat de meerwaarde van de Photography Tour zou zijn. Helaas, dat kon ze ons niet vertellen. Maar de gids, Janet, wist daar alles van, zo verzekerde ze ons. Alleen was Janet nu net even niet aanwezig.

We besloten eerst maar eens naar de concurrent te gaan; bij Slot Canyon Hummer Adventures, aan de overkant van de straat, werd de tour naar Secret Canyon aangeboden. De man die ons daar te woord stond was heel wat hartelijker en behulpzamer dan de vrouw bij Overland Tours. Toen hij hoorde dat het ons vooral om ‘mooie plaatjes schieten’ gaat, raadde hij ons aan om voor de korte tour te kiezen. We zouden dan alleen naar Secret Canyon gaan, en twee andere fotografisch gezien minder boeiende canyons overslaan. De man was echt geïnteresseerd in wat wij tot dusver zoal in de USA hadden gedaan, en hij vond het ook leuk om ons nog wat tips te geven. Dus toen we even later zijn zaak verlieten, hadden we niet alleen een reservering voor de tour naar Secret Canyon op zak, maar ook een paar leuke ideeën waar we de komende dagen misschien nog wel iets mee zouden kunnen doen.

Toen we een jaar geleden ook in deze buurt rondreden, hadden we eigenlijk het gebied “White Rocks” ten westen van Page willen bezoeken. Het was ons echter niet duidelijk of we het met de auto zouden kunnen bereiken, en uiteindelijk is het hele plan toen niet doorgegaan. Ook voor dit jaar had ik het niet op mijn lijstje gezet. Totdat we – een kleine week geleden – Jan en Marjan tegenkwamen bij Fisher Towers. Zij vertelden dat ze wel degelijk met de auto tot aan de witte rotsen hadden kunnen rijden, en dat het er geweldig mooi was. En dus reden wij vandaag vol goede moed bij het plaatsje Chuchwells onze zoveelste dirtroad op, op weg naar de White Rocks. Na 9 mijl rijden werd de weg versperd door een hek; ik moest dus even de auto uit om het open te maken. Meteen maar even lezen wat er op het kleine bordje stond dat aan de zijkant van het hek hing…… “Toegang uitsluitend voor wandelaars en paarden”, stond er op. Balen….. verschrikkelijk balen….. We vermoedden dat Jan en Marjan het geluk hadden gehad dat – toen zij hier aankwamen – het hek open had gestaan. En als je niet uit hoeft te stappen, dan valt dat kleine bordje echt niet op. Tja, wij wisten nu dus helaas wel dat we niet door mochten rijden. En om nu willens en wetens door te rijden waar dat niet is toegestaan, dat ging ons toch te ver.

Gelukkig maar dat we een leuk alternatief voorhanden hadden. Van de Hummer Adventures man hadden we vanochtend gehoord over de kleine slot canyon Blue Pool, die hier vlakbij onder State Route 89 door zou lopen. We reden een klein stukje terug richting Page, en gingen met de aantekeningen die we eerder vanochtend hadden gemaakt op zoek. Precies op de plek waar we ‘m verwachtten vonden we een zijweg, dat zag er goed uit. Maar de trailhead die zich hier ergens zou moeten bevinden was nergens te zien. We zijn de weg ongeveer 2 mijl ingereden, hebben te voet nog wat verkenningswerk gedaan, maar helaas….. er was niets te zien dat op een canyon leek.

Tja, dan maar even terug naar Page. Onderweg zaten we te overleggen wat we de komende dagen zouden gaan doen, en daarbij kwam zowaar Canyon X weer bovendrijven. Waarom niet gewoon een keer gek doen, en tóch naar die canyon toegaan. Anders zouden we immers altijd nieuwsgierig blijven….. Even later hadden we dus een tweede reservering op zak, morgen was Secret Canyon aan de beurt en overmorgen naar Canyon X.

Tegen de avond besloten we een derde poging te gaan doen om vandaag toch nog iets leuks te ondernemen. Ons doel: de hoodoos van Stud Horse Point. Maar we hadden duidelijk onze dag niet, onze routebeschrijving bleek niet gedetailleerd genoeg te zijn en we verdwaalden in een netwerk aan zandweggetjes. Op gegeven moment belandden we op een heel smal zanderig paadje waar zowel doorrijden als keren onmogelijk bleek te zijn. We moesten dus achteruit, door het zand, via een kleine helling omhoog rijden. En dat was dus écht niet leuk….. ik vond het doodeng en heb dus de hele tijd mijn ogen stevig dichtgeknepen. Alsof dat iets helpt…. Okay, we zijn veilig en wel weer bovengekomen. Maar mijn inspiratie om nog verder naar Stud Horse Point te zoeken was hierdoor wel definitief over….

Je ziet het, er staan geen foto’s bij de beschrijving van deze 8ste mei. De fototoestellen zijn de hele dag de tas niet uitgeweest!
 
Dag 22 : zaterdag 9 mei : Secret Canyon - Smokey Mountain Road

Zelf gereden : 204 mijl, waarvan 35 mijl dirtroad
Hummer tour : 44 mijl, waarvan 27 mijl dirtroad
Secret Canyon Trail : 1,1 kilometer

Knalgeel was ie, de Hummer die voor ons klaarstond bij het kantoor van Slot Canyon Hummer Adventures. Dat riep herinneringen op aan de auto waarmee we twee jaar geleden in Yellowstone en omgeving hadden rondgereden, ons “Gele Monster”. Uiteraard waren we ruimschoots op tijd – we houden niet van te laat komen – maar een ander stel bleek ons al voor te zijn. Het was een echtpaar uit Tucson; ook al woonden zij zo dichtbij, dit was voor hen toch het eerste bezoek aan Utah en dus ook de allereerste slot canyon ervaring. Nadat we een paar minuten met hen hadden staan praten kwam ook onze gids opdagen, een jonge kerel met de weinig gebruikelijke voornaam Jabe.

Copyright © www.ontdek-amerika.nl

Tijdens het begin van onze rit was Jabe echt zo’n typische gids… netjes maar wel een beetje plichtmatig de plekken noemen waaraan we voorbij reden… rechts van ons ziet u de Vermillion Cliffs, dat soort dingen. Maar naarmate de rit vorderde werd hij steeds spontaner, hij vond het bijvoorbeeld erg leuk om te horen dat onze medereizigers uit Tucson kwamen (daar was hij zelf geboren) en hij was ook erg geïnteresseerd in onze eerdere USA-reizen. We bleken heel wat gezamenlijke ervaringen te hebben, Buckskin Gulch en Bull Valley Gorge bijvoorbeeld; ook buiten Utah had hij al heel veel gezien. Gek genoeg kende hij Bisti Badlands niet, terwijl hij zelfs een tijdje in Farmington had gewoond. Daar had hij gewerkt in de electriciteitscentrale, je weet wel, die van de luchtverontreiniging.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWaar het de directe omgeving van Page betreft, kunnen wij uiteraard niet tippen aan Jabe z’n ervaring. Jarenlang had hij hier alles verkend, met zijn ATV was hij echt overal geweest. Hij kende ook de Native Americans erg goed, hij was op plekken geweest waar nooit blanke mensen komen en waar de indianen nog echt op de traditionele manier leven. Hij vertelde zo enthousiast, en wij vonden het geweldig om naar hem te luisteren. Wat een leven heeft die jongen zeg, we zijn jaloers….

Vanuit Page reden we naar het zuiden via State Route 89. Na enkele mijlen verlieten we de verharde weg, we reden verder via onverharde wegen die op privégronden van de Navajo Indianen lagen. Verboden toegang voor andere gebruikers, zo liet Jabe ons weten, Slot Canyon Hummer Adventures was de enige organisatie die toestemming had om hier te mogen rijden. Er lag nogal wat los zand, maar dat was voor de Hummer natuurlijk geen enkel probleem. Tot het moment dat we naar de top van een nogal steile heuvel moesten…. Jabe gaf eens flink gas, en de Hummer ploegde zich door het losse zand naar boven. Halverwege verloren we zoveel vaart dat Jabe de poging om de top te bereiken moest staken. Hij liet de auto in z’n achteruit weer naar beneden gaan, reed nog een stukje verder achteruit, en nam toen een flinke aanloop voor de tweede poging…. “Come on, girl…”, zo moedigde hij de Hummer aan. Maar nee hoor, vlak voor de top ging het weer mis, en opnieuw moesten we achteruit. Pas bij de derde poging slaagde de Hummer er in, natuurlijk opnieuw met de nodige aanmoedigingen van Jabe, om boven te komen. ’t Was echt heel leuk allemaal, okay, een beetje nep natuurlijk, maar wel leuk.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlNa een mooie rit tussen door een zandstenen landschap, bereikten we een vlakte waar de Hummer werd geparkeerd. Daar stond al een andere Hummer, van een groep mensen die de lange tour had geboekt; zij zouden dus straks nog twee andere canyons gaan bezoeken. Van Jabe kregen we allemaal een fles heerlijk koel water, en daarna vertrokken we met ons vijven naar Secret Canyon. Die was slechts zo’n 100 meter lopen van ons vandaan…

Copyright © www.ontdek-amerika.nlSecret Canyon ligt in het verlengde van Water Holes, de slot canyon die we vorig jaar hadden bezocht. Dat was ook wel te zien, het was hetzelfde soort gesteente en ook de manier waarop de wanden gevormd waren had veel gelijkenis met Water Holes. De wandeling door de canyon voegde dan ook niet echt iets toe aan onze eerdere slot canyon ervaringen. Ook al is Secret Canyon zeker niet de meest indrukwekkende slot die we kennen, we hadden het wel prima naar onze zin. Het was heerlijk om hier, met maar weinig mensen om ons heen, rond te kijken en foto’s te maken. Toen we het einde van de canyon bereikten, na 450 meter was dat, hoorden we tot onze verrassing sfeervolle gitaarmuziek. Het bleek de collega van Jabe te zijn, de gids van die andere groep mensen, die daar aan het uiteinde lekker relaxt gitaar zat te spelen. Dat gaf ons bezoek aan Secret Canyon nog net even wat extra’s…

Copyright © www.ontdek-amerika.nlOp de terugweg wilde Jabe graag even demonstreren waartoe zijn ‘girl’, de Hummer dus, in staat was. Hans en de man uit Tucson stapten uit om e.e.a op foto vast te leggen, wij dames mochten met Jabe samen gaan ‘rock crawlen’. We klommen omhoog via een slickrockwand; als we met onze eigen huurauto capriolen uit moeten halen die heel wat minder lastig zijn dan zit ik al gauw met samengeknepen billen, maar nu had ik totaal geen schrik. Want het was wel duidelijk dat Jabe precies wist waar ie mee bezig was en wat de Hummer allemaal aan zou kunnen. Na de klimpartij mochten de mannen ook weer aan boord komen, en reden we terug naar Page.

Tijdens deze rit zat Jabe echt honderduit te vertellen. De Native Americans lijken wel arm, zo zei hij, maar er zit veel meer geld onder deze mensen dan je denkt. Ze hebben met hun privégronden goud in handen, en daar zijn ze zich heel erg goed van bewust. Blijkbaar hoeven ze geen belasting te betalen, en hebben ze ook recht op gratis health care. Er schijnt op dit moment een rechtzaak te lopen, de Navajo claimen dat de helft van de oppervlakte van Lake Powell aan hen toebehoort. Als ze die zaak winnen, zo vertelde Jabe, dan zou dat echt een enorme impact hebben voor de regio. De Navajo zouden ook plannen hebben om tol te gaan heffen op de wegen die door het reservaat lopen, en als je weet hoe groot dat gebied is dan besef je ook dat hen dat heel wat geld op zou kunnen leveren! Er is nog een andere ingrijpende ontwikkeling gaande: de jonge indianen haken momenteel massaal af als het gaat om het in stand houden van de oude tradities. Als dat in dit tempo doorgaat, dan is de Navajo cultuur over enkele tientallen jaren helemaal verdwenen, voorspelde Jabe.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlEn hij bleef maar vertellen. Van de Navajo cultuur ging het gesprek over op de stad Page. Hoe enorm die was gegroeid, en welke politieke machtstrijd er achter de schermen gaande was. Een deel van de mensen wil dat de stad nog verder uitbreidt, anderen willen het juist – voor zover dat nog mogelijk is – kleinschalig houden. Een eigen zaak beginnen in Page is ook niet eenvoudig. Het is een echte ‘ons-kent-ons’ cultuur, als je niet de juiste personen kent dan krijg je hier geen voet aan de grond. En als het überhaupt wel lukt om iets op te starten, dan gaat het vaak mis op het moment dat het laagseizoen begint en de inkomsten kelderen.

Zo, we weten nu waar Jabe naar school is geweest, dat ze een geweldig mooie bibliotheek hebben daar, en dat Church Row (iedereen die ooit in Page is geweest weet welke straat ik hiermee bedoel) in het Guiness Book of Records staat. Wat een spraakwaterval is die jongeman zeg. Maar wel een leuke spraakwaterval, we hebben met heel veel plezier naar ‘m geluisterd. Tussendoor hadden we nog net kans gezien om hem te vertellen van ons mislukte avontuur naar Blue Pools, gisteren. Jabe wilde ons graag verder helpen en nodigde ons nog even uit om in de winkel binnen te komen. Daar tekende hij de route op een kaartje voor ons uit, met behulp daarvan konden we nog een nieuwe poging gaan doen om deze slot canyon te vinden. Daarna namen we afscheid, van Jabe uiteraard en ook van het stel uit Tucson.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe hadden nog een hele middag over, tijd genoeg dus voor een rit over het eerste gedeelte van de Smokey Mountain Road. Dat is een onverharde weg van maar liefst 78 mijl lang, die dwars door het Grand Staircase Escalante National Monument heenloopt. In 2006 hadden we al een stukje van deze weg gereden, toen we op weg waren naar Alstrom Point. We wisten dus wat ons te wachten stond: een rit door een surrealistisch maanlandschap dat bestaat uit zwart-gele rotsen en heuvels. Soms lees je wel eens in een reisverslag dat iemand een maanlandschap saai vindt, nou, zoiets zal je in onze reisverslagen nooit zien staan hoor. Wij vinden het fascinerend mooi, zo’n omgeving. Puur genieten!

Copyright © www.ontdek-amerika.nlNa zo’n 16, 17 mijl ongeveer bereikten we het begin van de Kelly Grade. De weg begon hier flink te stijgen, tussen mooie badlands door. Wat keien in het wegdek, een paar afgrondjes direct naast ons…. niet echt heftig maar toch wel van het niveau ‘overslaan als je last van hoogtevrees hebt’. We zijn vaak gestopt, het uitzicht werd alsmaar weidser en mooier. In de verte konden we zelfs nog net een stukje van Lake Powell zien. De weg slingerde over een afstand van 5 mijl langs de rotswand af, steeds verder omhoog. Keren was nergens mogelijk, daarvoor was de weg veel te smal. Niet dat we dat erg vonden hoor! Door al het gedraai en gekronkel werd ons uitzicht steeds weer anders, we zagen op gegeven moment op een tegenoverliggende rotswand de weg liggen waar we even daarvoor nog hadden gereden. Jammer genoeg werd fotograferen moeilijker, we moesten recht tegen de zon in onze plaatjes schieten en dat was natuurlijk niet zo’n succes. Op het moment dat we het einde van de klim bereikten, hadden we het mooiste gedeelte van de Smokey Mountain Road achter de rug. Tijd dus om om te draaien, gelukkig was dat hier wel goed mogelijk.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe reden dezelfde weg weer terug; tijdens een van onze stops bleef ik even in de auto zitten terwijl Hans nog wat foto’s maakte. Ik voelde plotseling een heel vreemd plofje, net of de auto een miniscuul klein stukje omlaag zakte…. Ach, ik verbeeldde me dat maar, zo dacht ik. Tot we weer verder reden, en Hans na een paar honderd meter rijden ineens zorgelijk op z’n dashboard begon te kijken. “Ik denk dat we een lekke band hebben…”, was zijn mededeling. Uiteraard stopten we, en Hans liep om de auto heen om de boel te checken. Ja hoor, in onze rechterachterband zat duidelijk minder lucht dan in de drie andere banden. Nu was ik er natuurlijk direct van overtuigd dat het plofje dat ik had gevoeld het moment was geweest waarop de band was lek gesprongen. “Kan niet”, zei Hans, “zoiets kan je echt niet voelen!” Tja, of ik het nu wel of niet heb gevoeld, we zaten nu natuurlijk wel met een probleem. Geluk bij een ongeluk was dat het einde van de Kelly Grade al in zicht was; we zijn nog een klein stukje verder gereden zodat we in elk geval weer op vlak terrein stonden. Bij een tweede inspectie bleek dat de band nu nog verder leeg was gelopen, verder rijden was dus echt niet meer mogelijk.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe hadden, sinds we de auto drie weken geleden in Phoenix hadden opgehaald, al meer dan 700 mijl dirtroad achter onze kiezen, het was niet gek natuurlijk dat we nu dan toch een keer een puntige kei waren tegengekomen die een van onze banden een beetje te hard gekieteld had. We hadden dan ook echt een “het moest er een keer van komen”-gevoel. Gelukkig maar dat we goed hadden gecontroleerd of er een krik en een reserveband aanwezig waren. Nu mocht Hans eens laten zien hoe goed hij een band kan verwisselen… da’s nou niet echt een karweitje waar hij zich vaak mee bezighoudt. Ook ik had zo mijn taken: foto’s maken (zoiets moet natuurlijk wel worden vastgelegd!), schaduw creëren met mijn fleecejack dat achter in de auto lag (want het was nog behoorlijk heet, daar in de volle zon) én in het bij de Nissan behorende boekje proberen te achterhalen hoe we de reserveband los moesten maken. Dat was nog een hele studie waard hoor. Copyright © www.ontdek-amerika.nlDe band hing met een ketting onder de auto, het lukte vrij snel om de ketting los te maken maar toen bleef de band nog vastzitten aan een haak. Heel veel zweetdruppels later slaagde Hans erin, al liggend op z’n rug onder de auto, de zware band ver genoeg omhoog te duwen om ‘m van die haak los te krijgen.

Het verwisselen van de kapotte band was een peuleschilletje, vergeleken met het losmaken van de reserveband. Net toen het karwei was geklaard kwam er een auto aanrijden met daarop een embleem van de National Government. De bestuurder stopte en vroeg of we hulp nodig hadden. Nou, gelukkig niet dus, we konden weer op eigen kracht verder. We moesten nog ruim 15 mijl dirt rijden, en dat voelt toch anders als je weet dat je geen reserveband meer hebt. Gelukkig was de weg verder prima begaanbaar, en zonder verdere problemen bereikten we State Route 89. Als ik vooraf had geweten dat we een lekke band zouden krijgen, dan zou ik dat vreselijk hebben gevonden. Maar nu, achteraf, kan ik zeggen dat ik het veel minder vervelend vond dan ik had verwacht. Eigenlijk best een spannende en daardoor toch wel leuke ervaring.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlMaar ja, we zaten nu natuurlijk wel zonder reserveband. Dus in Page zijn we meteen even naar een Tire Center gereden, maar die zaak was al gesloten. Een meisje dat daar in een winkel achter de balie stond wist ons te vertellen dat bij de Walmart ook een Tire Center gevestigd was, misschien konden we daar nog wel terecht. Een prima tip! We waren blij toen we zagen dat het Tire Center daar inderdaad nog open was, maar we waren minder blij toen de man die onze kapotte band bekeek meteen oordeelde dat het gat te groot was: hij kon het niet repareren.

Eigenlijk hadden we deze avond naar een restaurant willen gaan, maar het was inmiddels wel erg laat geworden en we waren bekaf. We hielden het dus maar bij een snelle hap bij de gloednieuwe MacDonalds hier in Page. Daarna zijn we naar onze motelkamer gegaan, even contact opnemen met Alamo. De dame die we aan de lijn kregen, Ashley heette ze, raadde ons aan om naar de dichtstbijzijnde locatie van Alamo te rijden. Tja, daar hadden we mooi even geen zin in, want Flagstaff lag niet echt op onze route. We konden ook de band zelf laten repareren, en de factuur bij Alamo indienen. Dat idee beviel ons veel beter, al hadden we natuurlijk wel onze twijfels of een ander Tire Center onze band wél zou kunnen maken. Morgen – zondag – zou dat zeker niet gaan lukken. Dat betekende dus dat onze Nissan een dagje rust zou krijgen, geen dirtroads voor ons grijze monster. Maar wel voor ons, we hadden immers voor morgen de tour naar Canyon X op het programma staan.
 

All pictures © copyright hanz en henriëtte meulenbroeks
Gastenboek
 
Links Contact Disclaimer