Home Nationale ParkenBezienswaardighedenUpdate
Reisverslag 2013 ~ week 1
Week 1 Week 2 Week 3 Foto's PicturEyes.com All pictures and text © copyright hans & henriëtte meulenbroeks
 
Inleiding

Laat ik dit reisverslag eens lekker negatief beginnen: wat is die receptioniste van de Best Western Airport Motel toch een ongelooflijk hautaine tr*t!! Zo, dát is er uit!!

Wij sliepen dus de nacht voor ons vertrek dicht bij Schiphol, in de Best Western. ’t Begon er al mee dat we de parkeerplaats niet op konden, de slagboom ging niet open. We drukten op de intercom-knop, in de veronderstelling dat iemand van het hotel zich dan wel zou melden en de slagboom open zou doen, maar nee hoor, de intercom bleef stil en de slagboom bleef gesloten. Uiteindelijk zijn we maar tegen de richting in via de uitgang de parkeerplaats op gereden. Rob en Elina, onze chauffeurs, hebben ons nog netjes even geholpen om de bagage het hotel in te brengen, en nadat we afscheid van hen hadden genomen ben ik bij de balie in de rij gaan staan (’t was er druk).

Eenmaal aan de beurt was alles snel geregeld, de receptioniste gaf ons het kaartje waarmee we de deur van kamer 3.30 zouden kunnen openen en wees ons rechtsom een gang in. Terwijl we in de lift naar boven gingen viel het me al op dat de kamernummers die daar op een bordje stonden vermeld, niet hoger gingen dan kamer 3.29…. Huh??? En eenmaal boven was er inderdaad géén kamer 3.30 te vinden.

De hele boel maar weer de lift in gesleept,  en terug naar beneden. Bij de receptie was het nog steeds druk, Hans besloot om eerst even zelf rond te kijken en hij vond helemaal aan de andere kant van de hal nog een gang waar kamer 3.30 wél werd genoemd. Het was helemaal donker in die gang, maar op het moment dat we er in liepen sprongen de lichten vanzelf aan. Handig! Nu vonden we kamer 3.30 wel, tot onze verbazing stond de deur op een kier. Even kloppen….. geen reactie….. Dus wij naar binnen toe. We wilden nog wel even checken of dit nu echt onze kamer was, terwijl ik binnen bleef staan probeerde Hans vanaf de buitenzijde onze sleutelkaart uit. Die dus niet werkte! Ik was er ondertussen ook achter gekomen dat de verlichting in de kamer het niet deed.

Terwijl Hans terugging naar de balie, bleef ik met onze koffers op de donkere kamer wachten. Het duurde best lang voordat hij terug kwam. De reden: er stonden mensen bij de balie te klagen omdat de slagboom van de parkeerplaats niet werkte (hetgeen volgens de receptioniste niet waar kon zijn, alles werkte prima). Maar we zaten inderdaad op de goede kamer, zei hij, de sleutelkaart was opnieuw geactiveerd (maar werkte nog steeds niet!) en de verlichting zou het moeten doen (niet, dus!). We were not amused, om het maar even heel voorzichtig uit te drukken!

Er zat maar één ding op, en dat was terug naar de balie. Het was er nog steeds druk, terwijl hij daar stond te wachten hoorde Hans dat wij niet de enigen waren die problemen hadden met de sleutelkaart. Blijkbaar was er een systeemstoring. Enfin, de kaart werd wéér geactiveerd, het zou nu allemaal goed moeten komen. Maar helaas, het verhaal gaat nog even verder.
 
Bij zijn derde keer aan de balie liet Hans zich niet meer afschepen met het ‘het moet nu toch écht werken, meneer’- verhaal, hij kwam terug in gezelschap van de receptioniste die ik in de eerste regel van dit verslag al zo treffend heb beschreven. Mevrouw zei op hooghartige toon dat de sleutelkaart zeker zou moeten werken, en dat er niets mis was met de verlichting. Okay, dat mocht ze zelf even demonstreren, uiteraard. Ze gebruikte haar eigen masterkey, en voila, de deur ging netjes voor haar open. Ze wilde meteen weglopen, maar daar was Hans het dus niet mee eens. Hij hield haar tegen, ze moest eerst maar eens even kijken of onze sleutelkaart het óók deed. Nee dus, voor Hans bleef de deur hardnekkig gesloten. De receptioniste nam de kaart nu van hem over, en probeerde het zelf. Maar ook voor haar ging de kamerdeur niet open, je had haar blik moeten zien zeg…… Ze mompelde iets van ‘te snel’, en deed een tweede poging. En ja hoor, deze keer lukte het wel! Eerlijk gezegd vond ik dat zelfs jammer, ik had best wel eens willen zien hoe mevrouw Hautaine Tr*t zich eruit zou hebben gered als die sleutelkaart écht niet had gewerkt. En nu het licht nog…… bleek dat er direct naast de kamerdeur een kastje zat waar we de sleutelkaart in moesten steken, daarmee werd de verlichting geactiveerd. De receptioniste leek ons maar erg dom te vinden, dat wij dit niet wisten. Sorry hoor mevrouw, dat wij dit niet zomaar helemaal uit onszelf hebben gesnapt……

Eindelijk…… we waren binnen…… We besloten om het hele voorval maar zo snel mogelijk te vergeten (wat, getuige mijn hierboven staande verslag blijkbaar niet helemaal is gelukt), en even lekker te relaxen voordat het tijd was om te gaan slapen. De kamer was prima hoor, daarover hebben we niets te klagen. En na een goede nachtrust konden we dan toch gaan beginnen aan onze veertiende USA-vakantie. De rest van dit reisverslag gaat dan ook vooral over leuke dingen, te beginnen met onze route:

De route:
Dag 1 :  Amsterdam – Seattle
Dag 2 :  Seattle – Olympic National Park (noord) – Forks
Dag 3 :  Forks –  Ruby Beach – Quinault Rain Forest – Second Beach - Forks
Dag 4 :  Forks -  Rialto Beach – Cape Flattery – Neah Bay
Dag 5 :  Neah Bay – Shi Shi Beach – Forks
Dag 6 :  Forks – Hoh Rain Forest – Columbia River Gorge – Gresham
Dag 7 :  Gresham – Columbia River Gorge – Silver Falls State Park – Woodburn
Dag 8 :  Woodburn – Abiqua Falls – Butte Creek Falls – Sisters
Dag 9 :  Sisters – Smith Rock State Park – John Day Fossil Beds NM – Mitchell
Dag 10 :  Mitchell – Columbia River Gorge – Cascade Locks
Dag 11 :  Cascade Locks – Columbia River Gorge – Cascade Locks
Dag 12 :  Cascade Locks – Columbia River Gorge – Ecola State Park – Cannon Beach
Dag 13 :  Cannon Beach – Hug Point State Park – Cape Kiwanda – Yaquina Head Lighthouse – Seal Rock State Park - Newport
Dag 14 :  Newport – Cape Perpetua – watervallen North Umpqua Area – Lemolo Lake
Dag 15 :  Lemolo Lake – watervallen North Umpqua Area – Bandon
Dag 16 :  Bandon – Redwood National Park – Crescent City
Dag 17 :  Crescent City – Redwood National Park – Eureka
Dag 18 :  Eureka – Ferndale – Humboldt Redwoods State Park – Willits
Dag 19 :  Willits – Montgomery Woods State Park – Salt Point State Park – Bowling Ball Beach – Gualala
Dag 20 :  Gualala – Salt Point State Park – Cypress Row – San Francisco
Dag 21 :  San Francisco
Dag 22 :  San Francisco – Amsterdam - Gerwen

 
Dag 1 : zaterdag 27 april: amsterdam - seattle

Gevlogen:  4.916 mijl
Gereden:  19 mijl

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe vlogen rechtstreeks. ’t Was een lange zit – een uurtje of 10 ongeveer – maar al met al duurt de reis zo toch wel veel korter dan wanneer je over moet stappen. En bovendien geen gestress voor het halen van de volgende vlucht of een lange saaie wachttijd op de overstapluchthaven (met beide variaties hebben we ervaring), dus wij vonden het prima zo. Het was nog net geen 12 uur ’s middags toen we in Seattle aankwamen. Bij immigrations ging alles lekker vlot, en ook onze koffers kwamen er al snel aanrollen. Een medewerker van de luchthaven dacht dat Hans een Amerikaan was, geen idee waarom onze nationaliteit daar belangrijk was, maar Hans was helemaal tevreden hoor. Die wil best wel even voor Amerikaan doorgaan.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlOp het moment dat we met onze auto, een zwarte Jeep Patriot, bij Alamo de garage uit reden, begon het te regenen. Bah, wat een slechte timing zeg! We hadden immers nog volop de tijd om Seattle te gaan verkennen, en op regen zaten we nu echt niet te wachten. Gelukkig bleek het slechts om een korte bui te gaan, toen we Seattle binnenreden was het alweer droog. De snelweg liep dicht langs een heel stel oude fabrieken af, wat een contrast met de zeer moderne gebouwen van de binnenstad die daar vlak bij stonden. Dankzij TomTom reden we zonder problemen naar ons eerste hotel, de Inn at Queen Anne. Midden in het centrum, met eigen parkeergelegenheid, en niet overdreven duur…. wat wil je nog meer? ’t Was wel een erg oud hotel, de houten kozijnen waren hier en daar wat afgebladderd en het badkamermeubilair had waterschade opgelopen, maar het was wel schoon allemaal en dat is voor ons toch echt het belangrijkste.

Nadat we onze koffers naar binnen hadden gebracht, zijn we op pad gegaan. Het was maar een paar minuutjes lopen naar de Space Needle. Leuk om die toren, die we natuurlijk al zo goed kennen van foto’s, film en Frasier, nu ook eens in het echt te zien. Behoefte om zelf naar boven te gaan hadden we overigens helemaal niet, we vonden het genoeg om de toren van buiten af te bekijken. Dicht bij de toren staat het opvallende EMP Museum. De letters EMP staan voor Experience Music Project, en het gebouw is ontworpen door architect Frank O. Gehry die zich heeft laten inspireren door de energie en continue veranderlijkheid van muziek.  Het gebouw is één en al vorm en kleur, echt heel apart! We hebben nog even wat rondgeslenterd in het park, er liepen diverse vreemd uitgedoste jongeren rond, er stond een niet al te boeiende Zuid-Amerikaans muziekgroep te spelen, compleet met panfluit, we zagen nog wat mooie mozaïekmuren. Kortom, de middag was zo een heel eind voorbij.

De vermoeidheid begon nu toch wel toe te slaan, de dag duurde voor ons immers 9 uur langer dan normaal. Maar we wilden toch écht bij avond naar Kerry Park, het uitkijkpunt vanwaar je de skyline van Seattle kunt zien. Het duurde nog wel even voordat het donker zou worden, we besloten om even een makkelijk broodje hamburger te gaan eten en daarna naar ons hotel te gaan. Daar ben ik lekker in bed gekropen, ik sliep zo! Na een uurtje maakte Hans me wakker, tot mijn eigen verbazing voelde ik me meteen weer fit en vol energie. Lekker, toch!

Copyright © www.ontdek-amerika.nlHet was nog steeds licht toen we bij Kerry Park aankwamen, we waren veel te vroeg. En koud dat het daar was….. dat lag aan de lage temperatuur maar meer nog aan de striemend harde wind…… We waren niet alleen, rondom ons zagen we diverse andere fotografen en ook opvallend veel mensen met chique kleding. Een jong stel werd uitgebreid gefotografeerd met de skyline van Seattle als mooie achtergrond. Eerst dachten we dat het om een bruidspaar ging, maar de rest van het gezelschap bracht ons op andere gedachten: we zagen geen trotse ouders, ontroerde oma’s of klierige kleine broertjes, nee, alleen maar jonge mensen. Ah, zo begrepen we, deze jongeren waren op weg naar een heuse Amerikaanse prom….. Er kwamen bussen aanrijden waaruit nog meer meisjes in prachtige jurken en jongens in nette pakken te voorschijn kwamen, anderen arriveerden zelfs in limousines. Nu had ik het al vreselijk koud, met een dikke trui en fleecejack aan, maar die meiden hadden dus ‘blote’ jurken aan, compleet mét decolleté en zonder mouwen. Maar allemaal trotseerden ze de ijzige kou voor die ene foto van zichzelf met promdate en Seattle….

Langzaam aan werd het donker, en zagen we de lichten van de stad aangaan. Mooi zeg! De belangrijkste blikvanger was uiteraard de Space Needle, die prachtig wit afstak tegen de donkere, dreigende wolkenlucht. De onderzijde van de wolken kleurde op gegeven moment helemaal rood; dit was – zo denken wij – geen mooi natuurverschijnsel maar een minder mooi mensenverschijnsel: luchtverontreiniging, dus. Toen we weer naar de auto gingen waren we tot op het bot verkleumd, gelukkig was het maar een paar minuten rijden naar ons hotel waar ik meteen lekker onder de warme deken ben gekropen.
 
Dag 2 : zondag 28 april: seattle - olympic national park (noord) - forks

Gereden:  144 mijl          

We hadden voor deze vakantie bij de weergoden regen besteld. Een béétje regen, net genoeg om de regenwouden van Olympic National Park op hun mooist te laten zijn. Die flinke bui die op ons dak viel op het moment dat we Seattle uitreden, dát was nou net weer niet de bedoeling. Maar niet getreurd, we hadden nog een ferry overtocht en een lange rit voor de boeg voordat we Olympic zouden bereiken, misschien zou de regen tegen die tijd wel zijn opgehouden.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlZoals we al verwachtten was het niet druk bij de ferry. Tja, wat wil je ook, op zondag om 7 uur ’s ochtends! Vanwege het slechte weer konden we niet op het dek van de Puyallup (zo heette onze boot) van het uitzicht genieten, we zijn dus maar even in het restaurant gaan zitten. Konden we meteen ontbijten, dat was ook wel makkelijk natuurlijk. Na een klein half uurtje varen bereikten we de overkant van de Puget Sound, en konden we de auto weer op gaan zoeken. Het eerste plekje dat we in onze TomTom programmeerden was het adres van de Walmart, we moesten natuurlijk wel even ons gebruikelijke overlevingspakket gaan aanschaffen. Met een gloednieuwe koelbox, twee blauwe stoelen en uiteraard het nodige eten en drinken konden we verder naar bestemming nummer 2: het Visitor Center in de stad Port Angeles. Daar wilden we de entree voor Olympic NP gaan betalen, maar de dames daar achter de balie wilden onze dollars niet aannemen. We konden bij hen alleen maar terecht voor een America the Beautiful Pass, maar díe hadden we niet nodig. We zouden kunnen betalen bij het eerste Ranger Station dat we tegen zouden komen, zo kregen we te horen.

Maar ook toen we de Elwha River Valley binnenreden konden we niet betalen, de trailhead voor de hike die we hier hadden gepland lag direct voorbij de parkgrens en we hadden géén Ranger Station gezien. Ook al waren we nu dus nog maar nét in het park, we werden meteen al verrast door een stel met mos begroeide bomen. Dit was nu precies een van de redenen waarom ik zo graag eens naar dit gebied toe wilde, ik vind het echt prachtig om zoiets te zien. Maar bij deze eerste wandeling ging het ons niet om de bomen, ons doel was een waterval, nummer 1 van de vele watervallen die we voor deze reis op ons verlanglijstje hadden gezet. Madison Falls zou best een aardige waterval zijn, zo had ik gelezen, maar zeker geen topper. Onze verwachtingen waren dus niet al te hoog gespannen.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe moesten er weer even inkomen, wat nemen we nu eigenlijk precies mee voor deze wandeling….. Nou, om te beginnen maar een regenjas en een paraplu. En het fototoestel met statief, uiteraard. We volgden een verhard pad van een paar honderd meter lang, en toen zagen we de waterval al voor ons liggen. En die was mooier dan ik verwachtte. Okay, ik wist dat we tijdens de komende weken heus nog wel méér indrukwekkende exemplaren te zien zouden krijgen, maar ook Madison Falls mag er zeker wezen. Terwijl Hans z’n best deed om de waterval zo mooi mogelijk op de foto te zetten, hield ik de paraplu boven zijn hoofd en de fotocamera. Ook een belangrijke taak, toch?

Bij Lake Crescent vonden we wel een Ranger Station. Maar ook hier konden we het entreegeld niet betalen, het Ranger Station was gesloten. Dus we hadden geen keus, we moesten weer illegaal op pad. Het pad naar Marymere Falls, om precies te zijn. Het was inmiddels droog geworden, de zon kwam zowaar heel even door. Maar de paraplu namen we voor de zekerheid toch maar mee. De trail startte bij het Ranger Station, en even verder liepen we via een smal tunneltje onder de weg door. Daar werden we, net als bij de trailhead van Madison Falls, weer verrast door een aantal bijzonder mooie bomen. Dit was dan nog niet het echte regenwoud, maar toch waanden we ons er al een beetje. We moesten ongeveer anderhalve kilometer lopen naar de waterval, dankzij de mooie omgeving beviel het ons hier prima. Bij Marymere Falls bleken we de paraplu toch weer nodig te hebben. Niet omdat het weer was gaan regenen, maar omdat er enorm veel stuifwater over het pad heen waaide. Deze keer hield ik de paraplu dus niet boven de camera, maar er voor. Op het moment dat Hans een foto wilde maken moest de paraplu omhoog, direct nadat de camera ‘klik’ zei snel weer er voor. Maar ook tijdens die paar seconden was de lens al helemaal nat, gelukkig maar dat we een hydrofieldoek hadden meegenomen om de lens steeds droog te kunnen wrijven. Dat ding werkte perfect, zelfs toen de doek nat begon te worden nam ie nog voldoende water op om de lens goed droog te krijgen.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlToen we terugkwamen bij de auto was het hoog tijd om een boterham te gaan eten. Het was behoorlijk koud, maar wel droog en zelfs een beetje zonnig. De picknickbanken waren kletsnat, dus daar konden we niet zitten. Maar geen nood, we hadden immers deze ochtend stoelen gekocht dus die konden we hier mooi inwijden. We hebben het ons heerlijk laten smaken!

Aan de westzijde van Lake Crescent zou een heel aparte boom staan, de Giant Bigleaf Maple Tree. Nu hadden we ondertussen al zoveel mooie bomen gezien, dat ik me afvroeg of deze Giant echt zo apart zou zijn dat we er speciaal voor om moesten rijden. En ja, dat was ie! Ik kan met woorden niet goed overbrengen hoe prachtig deze boom was; zoveel vertakkingen die alle kanten uitstaken, en die prachtige groene mossen. Ook de foto’s die we hebben gemaakt doen de boom geen recht, het bleek gewoonweg niet mogelijk om de hele Giant op één plaatje te krijgen. Je zal me daarom gewoon op m’n woord moeten geloven: ja, de Giant Bigleaf Maple Tree is de (kleine) omweg méér dan waard, als je langs Lake Crescent afrijdt moet je hier echt even naar toe gaan !

We gingen nu door naar Forks, waar we al een motelkamer hadden gereserveerd. Gisteren was het dutje tussendoor me prima bevallen, dus het leek me een heel goed plan om dat ook nu weer te doen. Even lekker m’n ogen dicht, en dan vanavond weer uitgerust en wel naar Second Beach waar we de zonsondergang wilden meemaken. Terwijl ik lekker lag te slapen hield Hans zich bezig met de foto’s die we op deze dag hadden gemaakt, en met het op internet checken van het weerbericht. Regen, de hele avond regen, zo liet de site AccuWeather hem weten. Na een uurtje maakte Hans me wakker, in de stromende regen reden we naar een restaurant en een tijdje later reden we in de stromende regen weer terug naar ons motel. Een mooie zonsondergang bij Second Beach zat er echt niet in, dat was wel duidelijk.
 

Dag 3 : maandag 29 april : forks - olympic national park (west) - forks

Gereden:  169 mijl

Voor vandaag had ik eigenlijk de zonsondergang bij Ruby Beach gepland. Maar ja, we wilden toch écht ook heel graag de zonsondergang bij Second Beach meemaken, en die stond toch net wat hoger op ons verlanglijstje. Volgens AccuWeather zou het deze avond wél moeten lukken, overdag zou het zo nu en dan regenen, maar vanavond was het droog, zo werd er beloofd. Dus besloten we om deze ochtend al naar Ruby Beach te gaan, en de avond vrij te houden voor Second Beach.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlOm kwart voor 7 zaten we in de auto; het was weliswaar droog maar onze voorruit werd wel voortdurend nat door de mist die in de dalen hing, op sommige momenten werd die mist heel mooi verlicht door een voorzichtig zonnetje. De parkeerplaats voor Ruby Beach was makkelijk te vinden, een korte wandeling later bereikten we het strand. Het strand met de mooie seastacks, de hoge rotspunten die – afhankelijk van het getijde – nog net in het water liggen of juist net op het droge.  Dwars over het strand liep een kreekje, het water was helaas te diep om er doorheen te kunnen lopen en daardoor konden we niet dicht bij de seastacks komen. We moesten onze foto’s dus noodgedwongen allemaal min of meer vanuit dezelfde positie nemen. Wat overigens al genoeg mooie plaatjes opleverde, hoor. ’t Werd zelfs nog mooier toen er vanuit de oceaan razendsnel een dreigende wolkenlucht op kwam zetten, we konden er nog gauw een paar foto’s van maken en moesten toen in snelwandeltempo terug naar de auto…. de regen kwam met bakken naar beneden! Ons plan om hier lekker buiten te picknicken werd dus maar snel gewijzigd, de boterhammen die we deze ochtend in ons motel al hadden gesmeerd werden in de auto verorberd.
 
Copyright © www.ontdek-amerika.nlNatuurlijk hoopten we tijdens deze vakantie ook een aantal getijdepoelen te kunnen zien, met kleurrijke zee-anemonen en zeesterren. Een plek die daarvoor zeer geschikt zou zijn, zo had ik op internet gelezen, was een van de stranden ten zuiden van Ruby Beach. De parkeerplaats voor Beach 1 bleek niet meer te zijn dan een pullout, direct langs de weg. Gelukkig was het alweer droog toen we daar aankwamen, en gewapend met onze fototoestellen gingen we weer op pad, op zoek naar de zeesterren. Eerst liepen we een stuk door een bos, een heel apart bos mag ik wel zeggen. De bomen die daar staan zijn Sitka Spruce Trees, en overal op de stammen zagen we grote knobbels zitten, de Spruce Burls. Die knobbels zijn, zo stond op een informatiebordje te lezen, goedaardige tumoren; de Burls hebben precies dezelfde samenstelling als de rest van de stam. Op het bordje stond iets geschreven over een wormensoort die de bomen met een virus zouden hebben geïnfecteerd, maar het woordje ‘possibly’ maakte wel duidelijk dat het ook voor de geleerde dames en heren onder ons niet echt duidelijk is wat nu precies de oorzaak van deze vergroeiïngen was. Maar hoe dan ook, wij vonden het wel heel apart om tussen deze bomen door te lopen! Ons eigenlijke doel van deze wandeling, Beach 1, kon ons minder bekoren. Gewoon een recht toe recht aan strand, zonder seastacks en helaas ook zonder getijdepoelen. Gauw omdraaien dus, en terug naar de auto. Op naar Quinault Rain Forest!

Copyright © www.ontdek-amerika.nlDik ingepakt, want het was behoorlijk koud, begonnen we aan de korte Rain Forest Nature Trail. Om eerlijk te zijn, die was minder indrukwekkend dan ik vooraf had gehoopt. Het was een leuke boswandeling, met hier en daar een paar mooie rain forest bomen (je weet wel, met van die hangende mossen), maar die moesten we wel echt zoeken tussen de andere meer gewone bomen in. Wat we wel mooi vonden dat was een grote boomstronk, een meter of drie hoog, die helemaal overgroeid werd door een smallere boom die daar direct naast stond. En wat we minder mooi vonden, dat was de enorme herrie die werd veroorzaakt door een stel straaljagers. Zo’n geluid pást gewoon niet in dit soort omgeving! O ja, vergeet ik nog bijna waterval nummer 3 van deze vakantie te noemen, helemaal aan begin van deze korte trail waren we Willaby Creek Falls nog tegengekomen. Een piepklein watervalletje, bestaande uit twee trappen, midden tussen de wanden van een al even piepkleine kloof. De combinatie van die twee was wel mooi, vooral omdat de wanden van de kloof dicht begroeid waren.

We hadden ook de iets langere Falls Creek Loop Trail uitgekozen. Het was onduidelijk waar de trailhead was, we vonden wel een bordje waarop een aantal trails stond vermeld maar er stond nergens een naam bij. We denken wel dat het inderdaad de beoogde Falls Creek Loop Trail was, die we gelopen hebben. Maar helemaal zeker weten doen we dat dus niet. Ach, maakt niet uit, hoe zo’n trail nou precies heet is immers minder belangrijk dan hoe het er uit ziet. En deze trail was gelukkig mooier dan de Rain Forest Nature Trail. Met name tijdens het eerste deel hadden we het echte ‘jéé, we lopen hier in een heus regenwoud’-gevoel. Vooral de hangende mossen konden mij zeer bekoren. Wolken en zon wisten overigens niet wat ze wilden, deze ochtend. Toen we aan de trail begonnen was het ijzig koud, halverwege begon het ook nog eens te regenen, en tijdens het laatste stuk liep ik te puffen van de warmte omdat de zon ineens weer doorkwam. Lastig om je zo goed te kleden!

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe reden nu via de South Shore Road langs Lake Quinault nog verder naar het oosten. Het asfalt hield op, we moesten verder via een onverharde weg met flink wat gaten er in. We zijn wel wat gewend op het gebied van dirtroad rijden, dit was dan ook een makkie voor ons. Alleen even goed opletten voor al die plassen met water, we konden daardoor immers niet goed zien hoe diep de kuilen zouden zijn waar we doorheen moesten rijden. Op gegeven moment reden we Olympic National Park in, en via de North Shore Road ging het nu terug naar het westen. En daar, helemaal onverwacht, reden we zomaar ineens door een werkelijk schitterend stukje rainforest. Wat was het mooi daar, zoveel groene mosbomen bij elkaar, zoveel diepte..... en dan ook nog al die varens en andere vegetatie op de bodem……  Wat waren we blij met de zachte drensregen die net op dit moment naar beneden kwam, een rainforest in de regen…. wat wil je nog meer??

Lieve Rangers van Olympic National Park, we willen heel heus echt waar netjes onze entrance fee voor het park betalen, maar dan moeten we daar wel de kans voor krijgen. Tja, ook in Quinault Rain Forest lukte dat dus niet, want ook hier was het Ranger Station gesloten. Bij dat Ranger Station begonnen we aan alweer een korte wandeling, de Maple Glade Rain Forest Trail. De zon kwam weer door, en nee, daar waren wij helemaal niet blij mee! Maar met de trail zelf waren we wel blij, superblij zelfs. Niet alleen zagen we hier de meest mooie rain forest bomen, nee, we kregen er zowaar ook nog een klein meertje bij cadeau waarin die bomen prachtig werden weerspiegeld. De trail was maar 800 meter lang. We hebben er echt hartstikke lang over gedaan omdat we maar foto’s bléven maken, maar toch, het was desondanks toch nog veel te snel dat het einde van het wandelpad alweer in zicht kwam. De Maple Glade Rain Forest Trail is een echte topper!

Het was ondertussen veel later geworden dan we hadden gepland, we moesten nog een heel eind rijden naar ons motel en dan vanavond ook nog naar de zonsondergang van Second Beach. Om tijd te besparen zijn we in Forks maar gauw even naar de Subway gegaan, we hebben allebei een Footlong Sandwich in laten pakken en die hebben we op onze motelkamer lekker opgegeten. Terwijl Hans ondertussen onze foto’s van deze ochtend en middag veilig stelde.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlNa het eten was het al snel tijd om weer de auto in te gaan, we wilden immers ruim voor zonsondergang al op Second Beach zijn. Natuurlijk hadden we weer eens véél te veel tijd uitgetrokken voor de rit naar de parkeerplaats en de hike naar het strand, dat overkomt ons wel vaker. We moesten dan ook nog lang wachten tot de zon onderging, maar dat was zeker geen straf. Want de seastacks bij Second Beach zijn hartstikke mooi, we vermaakten ons er prima. Toch had het lange wachten één nadeel: het was er koud, ontzettend koud…. en hoe langer we in die kou rondliepen, hoe meer die in onze botten trok. Zelfs een dikke wintertrui, met daarover heen een dik fleecejack, een wintermuts en handschoenen, bleek niet afdoende te zijn. De harde wind ging overal doorheen.  Maar we hebben het stug volgehouden hoor, we lieten die zonsondergang nu écht niet meer aan ons voorbij gaan. Het werd niet de spectaculaire kleurrijke zonsondergang waarop we hadden gehoopt, ik vermoed dat de kans daarop veel groter zal zijn in de herfst. Maar er zat wel een beetje kleur in de lucht, en de weerspiegeling daarvan op het water zorgde toch voor een paar zeer geslaagde fotomomenten.

In het donker liepen we door een bos terug naar de auto, gelukkig hadden we er aan gedacht om een zaklamp mee te nemen zodat we het pad een beetje bij konden lichten. En daarna  - uiteraard ook in het donker – met de auto terug naar Forks. Die terugweg duurde wel wat langer dan de heenweg, want we durfden echt niet hard te rijden. We hadden immers herten naast de weg gezien; op de heenweg was er zelfs eentje kort voor onze auto overgestoken, en je moet er niet aan denken dat zo’n beest in het donker ineens voor je auto komt. Langzaam rijden dus, met de verwarming van de auto op de hoogste stand!
 
Copyright © www.ontdek-amerika.nl
 
Dag 4 : dinsdag 30 april : forks - rialto beach - cape flattery - neah bay

Gereden:  103 mijl

Copyright © www.ontdek-amerika.nlNa de drukke dag van gisteren was het niet verkeerd om het vandaag wat rustiger aan te doen. We besloten om in de ochtend Rialto Beach te gaan bekijken. Eerst even ontbijten, en daarna een korte wandeling over het strand. Dat ontbijten, dat bleek nog niet mee te vallen…… net zoals gisteren bij Second Beach waaide het ijzig koud. We hebben ons er gewoon lekker niks van aangetrokken, net alsof we gek waren zijn onze stoelen en koelbox te voorschijn gehaald en met uitzicht op de oceaan hebben we al vechtend tegen de wind en rillend van de kou onze boterhammen gesmeerd.

Daarna zijn we toch maar gauw in beweging gekomen, in de hoop dat we het op die manier wat warmer zouden krijgen. En dat lukte prima, het zand op het strand was best wel rul en dat betekende dat het lopen niet echt makkelijk ging. Waardoor ons interne verwarmingssysteem vanzelf weer op gang kwam…. Dicht bij de trailhead lagen diverse grote seastacks, maar we vonden die minder mooi dan de seastacks bij Ruby Beach en bij Second Beach. Verderop zagen we er nog meer liggen, eigenlijk waren we niet van plan om zo ver te gaan maar zo ongemerkt kwamen ze toch steeds dichterbij en vonden we het toch ook wel weer zonde om dan halverwege te stoppen. Net nadat we besloten om toch de hele hike te gaan doen, tot aan de blikvanger Hole-in-the-Rock, kwam er een kink in de kabel. Een kreekje, een breed, diep en snelstromend kreekje dat dwars over het strand heen liep versperde ons de weg…… Al gauw ontdekten we dat er aan de kant waar het kreekje vanuit het bos het strand op kwam stromen, een hele stapel driftwood lag. Een heleboel gladde, wit uitgeslagen boomstammen op een grote hoop bij elkaar. Copyright © www.ontdek-amerika.nlHans zocht naar een manier om via die boomstammen naar de overkant te gaan. Ik was daar niet bepaald happy mee, ik ben behoorlijk instabiel als ik over ongelijke oppervlakken moet lopen en ik had dan ook helemaal geen zin om moeilijke capriolen uit te halen. Terwijl we daar stonden te dubben of het wel of niet mogelijk zou zijn om over het driftwood heen te klimmen, werd het druk op Rialto Beach. Héél druk….. er kwam een grote groep jongeren van een jaar of 16 aanlopen, samen met een stel begeleiders. En wat voor mij een onoverkomelijk probleem leek, bleek voor die jongeren een wel heel eenvoudige hindernis te vormen. Als er één leerling over de dam is, dan volgt de rest al snel. Dus al gauw zag ik tientallen jongeren over de bomen heen lopen, de een wat handiger dan de ander, maar allemaal bereikten ze de overkant ongeschonden. Tja, toen liet Hans zich natuurlijk ook niet meer tegenhouden. Maar ik wel, als ik het écht had gewild had ik het ook wel gekund maar ik had er gewoon geen zin in….. We spraken af dat Hans door zou lopen naar Hole-in-the-Rock en dat ik hier, bij het driftwood, op hem zou wachten. Hans had er meer moeite mee om uit elkaar te gaan dan ik, hij vond het vervelend voor mij dat ik niet mee kon. Maar ik vond het wel lekker, even rustig op de boomstammen zitten en eindeloos naar de branding kijken…. van dit soort momenten geniet ik echt.

Hans had meer tijd nodig dan ik had verwacht, het duurde best wel lang voordat ik hem vanuit de verte weer aan zag komen. Het bleek dat hij diverse getijdepoelen had gevonden, met veel zeesterren daarin. Die kon hij natuurlijk niet zomaar voorbij lopen, hij had er uitgebreid staan te fotograferen. Ook Hole-in-the-Rock en de andere seastacks hadden als fotomodel gefungeerd, en zo had het hem alles bij elkaar toch best wel wat tijd gekost. Samen liepen we terug naar de trailhead, we hadden nu een rit van een uurtje of twee voor de boeg. Onze bestemming: Neah Bay, het meest noordwestelijke stadje van de 48 aaneengesloten staten van Amerika.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlVia State Route 113 reden we naar het noorden. Het was zo langzamerhand tijd om te gaan lunchen, we zochten onderweg dan ook voortdurend naar een goede picknickplaats, zonder resultaat. Het ging verder via State Route 112 naar het westen, en nu hadden we meer geluk. Want bij het plaatsje Sekiu lag een ruime picknickplaats, met een mooi zicht op Strait of Juan de Fuca, de zeestraat waar de grens tussen Canada en de Verenigde Staten dwars doorheen loopt. We keken dus zomaar naar Canada, vanaf ons picknickplekje. Ondertussen was het heel zonnig geworden, we voelden heel goed op onze rug hoeveel kracht de zon al had. Lekker warm was dat. Tegelijkertijd blies er vanuit Canada een ijskoude wind recht in ons gezicht, dus aan de voorkant bevroren we zo’n beetje.

Met onze magen gevuld konden we weer verder met de autorit. State Route 112 bleek een hele leuke route te zijn, smal, bochtig, en met regelmatig zicht over Strait of Juan de Fuca. We hebben heus wel eens over mooiere wegen gereden, maar deze weg was absoluut een leuke manier om de afstand naar Neah Bay te overbruggen. Neah Bay is een klein plaatsje met nog geen 1.000 inwoners, er wonen vooral veel Native Americans. En het valt dan toch meteen op dat zo’n plaatsje rommeliger is dan de meeste ‘witte’ dorpen. TomTom stuurde ons al snel het plaatsje weer uit, naar het Hobuck Resort waar we een cabin hadden gereserveerd. En was me dat even een aangename verrassing, zeg! De cabin was veel groter dan we van de foto’s hadden begrepen, we hadden een woonkamer compleet met een bank, een luie stoel en een grote tv. Een volledig ingerichte keuken met een koelkast waarop die van ons thuis jaloers zou worden, zo groot was ie. Een aparte slaapkamer, een badkamer, een veranda…… En dertig meter van onze cabin vandaan lag de Grote Oceaan! Op deze plek zouden we het echt dagenlang kunnen volhouden, het was gewoonweg jammer dat we hier maar één nacht zouden blijven.

Ondanks de kou kon ik het niet laten om even lekker op de veranda te gaan zitten lezen. Niet al te lang, want we hadden nog een uitstapje voor de boeg. Cape Flattery stond niet echt hoog op ons verlanglijstje, maar we wilden de meest noordwestelijke trail van de Verenigde Staten (Alaska even niet meegerekend) toch niet overslaan. We waren er nu immers zo dichtbij! We reden naar de trailhead, twijfelden weer even heel erg over hoe we ons moesten kleden, en gingen toen op pad. Achthonderd meter lopen door een bosgebied, naar dat meest noordwestelijke puntje vanwaar je zicht hebt over de Grote Oceaan en Tatoosh Island. We liepen voortdurend omlaag, dat beloofde nog wat voor de tocht terug, zo dadelijk. Deels liepen we over een bospad, en deels over een mooi aangelegde boardwalk. Het eerste uitkijkpunt dat we tegenkwamen lag aan de linkerkant, we zagen daar een baai met een paar rotsen, waar bomen bovenop groeiden. De zon scheen fel op het water, foto’s maken was absoluut onmogelijk. Bij het tweede uitkijkpunt, aan de rechterzijde, lukte het gelukkig iets beter. Het mooie groenblauwe water spoelde hier de rotsachtige inhammen van de kust in en uit. En helemaal aan het einde van de trail lag een derde viewpoint vanwaar we Tatoosh Island konden zien en de vuurtoren die daarop staat. Heel bijzonder was het allemaal niet, maar we vonden het toch wel leuk dat we hier nu ook eens waren geweest. En nu nog de terugweg, dat werd nog een flinke klim! Maar dat viel reuze mee, het was minder zwaar dan verwacht. De temperatuur was een grotere hindernis dan het steile pad; ik zweette me het ongans, al klimmend met mijn toch wat te dikke kleding aan.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlIn Neah Bay zijn we zomaar bij het eerste het beste restaurant dat we zagen naar binnen gegaan. Nou ja, het beste restaurant…… ik hoop niet dat dit inderdaad het beste restaurant in dit plaatsje is, want het eten dat we kregen voorgeschoteld (een hamburger voor Hans en een chicken sandwich voor mij) was heel erg matig. Te vet en te zout…. niet echt lekker dus. Maar ja, we hebben toch maar braaf onze bordjes leeg gegeten.

Tegen de verwachting in bleken we in onze cabin, op dat afgelegen plekje van Neah Bay, zomaar een prima werkende internetverbinding te hebben. En daar was ik heel blij mee, want nu kon ik dus het emailtje van onze kattenoppas lezen. Fijn om te zien dat alles goed ging met Tara en Dexter, ik voel me toch altijd schuldig als ik die beesten weer eens drie weken lang achter moet laten. Nadat we onze email hadden bekeken, zijn we samen nog even naar het strand gelopen. Je hebt immers niet voor niets een cabin die maar dertig meter van de oceaan vandaan ligt, toch! Maar deze korte wandeling hadden we ons kunnen besparen: het strand lag bezaaid met donkere kiezelstenen en vies, stinkend zeewier, hier hoefden we echt niet voor ons plezier naar toe.

’s Avonds kregen we bezoek. Toen Hans even de voordeur van onze cabin opendeed, zat er een hond op onze veranda. Netjes op z’n kont, vlak voor de deur, met z’n koppie naar ons toe. Oh wat lief, ik smolt meteen. Hij bleef netjes zitten, alsof hij wachtte op een uitnodiging van ons om binnen te mogen komen. We hebben hem maar niet binnengeroepen, maar ik kon toch de verleiding niet weerstaan om even naar de voordeur toe te gaan met de bedoeling het beest aan te halen. Net op dat moment had hij er genoeg van en liep hij naar een andere cabin. Jammer was dat, het zou toch een mooi surrogaat zijn geweest om het kattenaaitekort waar ik tijdens elke vakantie last van heb wat aan te vullen. Ik had er echt spijt van dat ik niet wat sneller was opgestaan.

Op onze grote tv keken we nog even of er misschien niet een kort nieuwsitem langs zou komen over Nederland, waar vandaag Willem Alexander tot koning was gekroond. Maar nee, het nieuws ging niet de grens over dus we moesten het zonder beelden van onze koning doen.
 
Dag 5 : woensdag 1 mei : neah beach - shi shi beach - forks

Gereden:  62 mijl

Copyright © www.ontdek-amerika.nlHet was geen toeval dat we juist op deze 1e mei in Neah Bay waren. Ons doel van vandaag was Point of the Arches, een groep seastacks op Shi Shi Beach. Met laagtij kan je daar zomaar tussendoor lopen, en dat is toch echt een absolute must als je deze rotsen gaat bekijken. Om te bepalen welke dag het meest geschikt was voor deze onderneming moesten we dus de getijdentabellen bestuderen, en ook een inschatting maken van de tijd die we nodig zouden hebben om er naar toe te lopen. Laagtij werd vandaag verwacht rond het middaguur, en dat leek ons een ideaal tijdstip.

Ik vond ’t wel spannend, hoor. Hoe zouden mijn voeten zich houden op deze lange trail? Zou de steile afdaling, halverwege de trail, niet té steil zijn? Op Ruby Beach en op Rialto Beach waren we kreekjes tegengekomen die de weg versperden, zouden we nu ook dergelijke hindernissen tegenkomen? En hoe modderig zou het modderpad zijn, dat nadrukkelijk wordt genoemd in elk reisverslag dat ik over Shi Shi Beach had gelezen? We zouden het vanzelf merken, allemaal.

Om half 7 ’s ochtends stonden we met een volgepakte rugzak bij de trailhead. Echt helemaal lekker voelde het niet om de auto daar achter te laten, we hadden gelezen dat hier zo nu en dan in de geparkeerde auto’s werd ingebroken. Uiteraard ging onze foto-apparatuur mee, en ook de paspoorten werden niet vergeten. Als onze tassen met kleding zouden worden weggehaald, dan zou dat weliswaar lastig zijn maar het was niet iets waar we ons bij voorbaat al echt druk om konden maken. De laptop was nog wel het meest kostbare item dat we noodgedwongen in de auto achter moesten laten.

Meteen vanaf de parkeerplaats liepen we een bos in, een uitzonderlijk donker bos met dicht op elkaar staande bomen. Al gauw werd het bos iets meer open, we liepen nu via een boardwalk tussen de bomen door. Die boardwalk had duidelijk te lijden gehad van de vochtige omstandigheden hier, het pad lag er minder netjes bij dan de boardwalk van gisteren, naar Cape Flattery. Maar het was nog prima begaanbaar hoor. Toen we het einde van de boardwalk bereikten wist ik dat nu al snel dat beruchte modderpad zou komen. Inderdaad werd het pad nu wel een beetje modderig, maar het viel echt reuze mee. We konden makkelijk om de kleine modderpoelen heenlopen.

 
Copyright © www.ontdek-amerika.nl
 

Ik had iets te vroeg gejuicht. Het beetje modder ging over naar een beetje veel modder. En het beetje veel modder werd al gauw één enorme modderpoel over de volle breedte van het pad. We zagen dat andere hikers geprobeerd hadden om naast het pad, tussen de bomen door, een alternatieve route te maken. Op die manier konden we de ergste modderplekken omzeilen, maar het haalde wel ons wandeltempo enorm omlaag. Want die alternatieve paadjes waren ook niet echt makkelijk begaanbaar, het was soms wat wringen tussen de begroeiïng door, wat kleine hoogteverschillen overwinnen, zoeken hoe het pad verder ging…..

Na zo’n 2 mijl lopen bereikten we een open plek vanwaar we uitzicht hadden over het diep beneden ons liggende strand, de oceaan en – in de verte – de seastacks van Point of the Arches. Direct voorbij dat uitkijkpunt zagen we het pad steil omlaag gaan. Volgens informatie die ik op een Amerikaans forum had gekregen zou het touw dat daar ooit als hulpmiddel had gehangen verdwenen zijn. Maar hé, verrassing, er hing nu toch weer een touw! Handig, dat maakte de steile afdaling net wat makkelijker. Al had ik het zonder touw ook wel gered hoor, het was niet overdreven moeilijk.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlEn toen stonden we dan eindelijk op het strand. Op Shi Shi Beach, toch wel een van de meest bijzondere bestemmingen van deze vakantie. Een heel eind naar links lag ons einddoel: Point of the Arches. De seastacks leken best al dichtbij te zijn, maar we hadden toch echt nog 2½ mijl voor de boeg voordat we er daadwerkelijk zouden zijn. Lopen over het strand ging gelukkig heel wat makkelijker dan lopen over het modderpad, het ging lekker vlot nu. Tot het moment dat we Petroleum Creek bereikten, ja hoor, weer zo’n weg-versperrend kreekje dat dwars over het strand heen liep. We waren voorbereid, deze keer! Modderschoenen uit, sokken uit, sandalen aan…. en zo al pootje badend door het ijskoude water naar de overkant van het kreekje. We hadden ook een handdoek bij, zodat we niet met natte voeten verder hoefden.

Wat een super gevoel was dat zeg, om Point of the Arches nu helemaal close-up te kunnen zien. We waren ruimschoots op tijd, het zou nog zeker een paar uur duren voordat het echt helemaal laagtij was. Het voorste deel van de rotsen stond al droog, de achterste seastacks stonden nog in het water. Maar dat kwam vanzelf wel goed, de komende uren! We hadden dus alle gelegenheid om dit prachtige stukje natuur uitgebreid te kunnen bekijken en te fotograferen.

Voor de rotsen lagen lange steenrichels, met groen zeewier er overheen. Dit vormde een mooie voorgrond voor onze foto’s, alleen stond ik zelf voortdurend in de weg. De zon scheen namelijk op onze ruggen, en mijn lange schaduw viel tijdens het fotograferen steeds op die voorgrond. Pas toen we de steenrichels goed op de foto hadden staan, liepen we om de voorste rotsen heen. De aanblik daar verraste ons: die komvormige baai met nog veel meer seastacks kenden we nog niet van de foto’s. Wat was dit mooi zeg! Dit was echt een ontdekkingstocht tussen de rotsen door, we zagen steeds weer wat nieuws.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlEen kale boomstam bleek een goed zitbankje te vormen. De boterhammen werden uit de rugzak opgediept, het was tijd voor een uitgebreide pauze. Voor mij tenminste, Hans heeft niet zo’n zitvlees dus die ging na de laatste hap meteen weer verder met het verkennen van de omgeving. Ik bleef lekker nog een hele tijd zitten, even energie sparen voor de lange weg terug. Via onze walkie talkies hielden we contact met elkaar, da’s toch altijd wel fijn als je elkaar niet meer direct in het oog hebt.

Het was ondertussen echt eb geworden, we konden nu heel ver tussen de rotsen doorlopen. Op diverse plaatsen zagen we hele groepen zeesterren tegen de wanden geplakt zitten, op het strand liep ook nog een kleine krab. We konden er maar geen genoeg van krijgen, we zijn nog een keer naar de achterzijde van de seastacks gegaan. ’t Was wel lastig lopen daar, de bodem zat vol met ongelijke rotsrandjes en op veel plekken stond water. Maar dat hield Hans niet tegen (mij wel!); hij ging op zoek naar een plek vanwaar hij de arches (de gaten in de rotsen) beter op de foto zou kunnen zetten. Tevergeefs, zijn ontdekkingstocht leverde geen goede shots op.

Toen het water langzaam aan weer hoger begon te komen, werd het tijd om aan de terugtocht te beginnen. En die was zwaar…. heel zwaar….  Op de heenweg was het lopen over het strand nog best vlot gegaan, maar het leek wel of het zand nu veel losser was…. het was echt zwoegen en zuchten om verder te komen.En natuurlijk kwamen we ook de andere hindernissen weer tegen:  het steile pad (omhoog, deze keer), het modderpad, de boardwalk en het donkere bos. Copyright © www.ontdek-amerika.nlVooral het modderpad bleek een zware opgave te zijn, we schoten voor geen meter op en we begonnen de vermoeidheid steeds erger te voelen. Een laatste redmiddel is dan: het zingen van een opwekkend wandellied. Nu vonden we het Potje met vet niet helemaal toepasselijk hier, we hebben er dan ook maar een eigen creatieve variatie op gemaakt. En die willen we jullie natuurlijk niet onthouden: Ik heb een potje met mud, al op het pad leeggeschud, ik heb een potje potje potje potje mu-hu-hud, al op het pad leeggeschud…… ta da da…… tweede couplut……

Wat waren we blij toen de boardwalk weer in zicht kwam, gelukkig nog even een makkelijk begaanbaar stuk. En we waren nog veel blijer toen we de auto weer zagen, met alle ruiten nog in tact en zonder opengebroken deuren. Gelukkig was er een toilet aanwezig op de parkeerplaats, een pit-toilet weliswaar, maar na zo’n lange dagtocht kijk je niet al te nauw meer natuurlijk. Ook een pit-toilet is dan heel erg luxe!

Ook voor deze avond hadden we onze slaapplaats al vooraf geregeld. We sliepen in Forks, in hetzelfde motel waar we ook op zondag en maandag al hadden overnacht. Na de lange autorit was ik goed genoeg uitgerust om nog één taak op me te nemen: er moest heel dringend een was worden gedraaid. Want niet alleen onze schoenen zagen er vreselijk uit, ook onze spijkerbroeken zaten flink onder de modder. Terwijl eerst de wasmachine en daarna de droger het werk deden, heb ik lekker lui op bed wat liggen lezen. Mijn spieren protesteerden wel toen ik op moest staan om de droge was weer op te gaan halen, ik was benieuwd hoe ik me morgen zou voelen…..
 
Dag 6 : donderdag 2 mei : forks - hoh rain forest - columbia river gorge - gresham

Gereden:  341 mijl

Copyright © www.ontdek-amerika.nlNou, blijkbaar had ik geen last van stijve spieren, want het lukte me nog prima om even een stuk flink hard te rennen! Waarom, dat vertel ik zo meteen wel…..

Eerst maar eens bij het begin van deze dag beginnen. We zaten pas om 10 over half 9 ’s ochtends in de auto, heel wat later dan normaal dus. Maar dat was geen probleem, voor vandaag was ‘afstand overbruggen’ het voornaamste doel, het enige dat echt op de planning stond was een bezoek aan Hoh Rain Forest. Met 47° Fahrenheit was het nog best wel frisjes, maar de zon scheen al volop. En daar waren we niet blij mee…..

Ook in Hoh Rain Forest was het Ranger Station gesloten. Maar zowaar, we konden hier eindelijk wel onze entrance fee betalen, we moesten geld in een enveloppe doen en een strookje op het dashboard van de auto leggen, als betalingsbewijs. Probleempje: de entrance fee bedroeg 15 dollar en we kwamen met ons kleine briefgeld niet verder dan 12 dollar. Om nu 50 dollar in de enveloppe te doen was ons toch een beetje te gortig, dus we hebben maar 12 dollar betaald en zijn opnieuw (een klein beetje) illegaal Olympic National Park in gegaan. Op naar de Hall of Mosses Trail, die ik al jarenlang hoog op mijn verlanglijstje had staan.

Waren mijn verwachtingen misschien te hoog geweest? Lag het aan het te zonnige weer? Of kwam het doordat Hoh Rain Forest gewoon wat kleiner is dan Quinault Rain Forest? Waarschijnlijk was het vooral een combinatie van die drie….. Hoe dan ook, Hoh Rain Forest maakte veel minder indruk op ons dan dat andere regenwoud, Quinault. De Hall of Mosses Trail is maar kort, en eigenlijk is er maar één plek die echt heel indrukwekkend is. Daar staan diverse bomen met werkelijk schitterende hangende mossen dicht bij elkaar, en dat is ongelooflijk mooi. Maar ik had verwacht in Hoh Rain Forest veel meer van dit soort plekken te zien, het viel ons gewoon wat tegen dat het moois zo snel alweer voorbij was. En ja, die zon…… het was simpelweg onmogelijk om juist die mooiste plek te fotograferen, het tegenlicht was veel te fel. We moesten ons dan ook beperken tot het fotograferen van details, het was echt heel jammer dat we net datgene waarvoor we waren gekomen niet op de foto konden zetten. We waren niet de enigen die er zo over dachten, we hebben tijdens de trail nog een tijdje staan praten met een druk fotograferende man die al net zo gefrustreerd was als wij.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlEr was maar één pad waarover we terug konden naar de parkeerplaats, en dat pad liep door een wat moerassig stukje. Direct naast het pad stond een grote elk (een soort eland) vredig te grazen. We hadden geen keuze, we moesten dicht langs die elk aflopen om verder te kunnen komen. Natuurlijk mét onze foto-toestellen in de aanslag, want zo’n beest is uiteraard wel een mooi foto-object. Onze elk dacht daar anders over, hij keek zeer verstoord op toen Hans met z’n fototoestel dichterbij kwam. En die laatste close-up foto, dát was er dus net een te veel…… de elk keek Hans zeer boos aan en begon toen dreigend in onze richting te lopen…… En geloof me, ik kon toen zomaar ineens heel hard rennen….. Ik was doodsbang, voor mezelf uiteraard maar meer nog voor Hans die nog ergens tussen mij en dat beest in liep….

Pas in tweede instantie drong het tot me door dat Hans me toeriep dat ik gerust kon stoppen met rennen…. hij lachte me nog uit ook!! De elk was niet meer dan een paar passen achter hem aan gegaan; blijkbaar was het beest van mening dat we nu ver genoeg uit zijn territorium vandaan waren, hij stond alweer rustig te grazen. De man met wie we eerder hadden staan praten had alles zien gebeuren, hij was best wel verbaasd dat de elk zo agressief had gereageerd. Zoiets had hij nog nooit meegemaakt, en hij kwam toch best wel vaak in natuurgebieden.

En daar stonden we dan, met ons drieën. De elk bleef op dezelfde plek staan, en voor geen goud durfde ik een nieuwe poging te doen om er langs af te lopen. We zaten vast, en we hadden geen idee hoe lang dit zou gaan duren. Heel langzaam ging het beest iets verder van het pad vandaan. Onze mede-fotograaf was het wachten beu, hij liep verder. En daar was meneer elk het dus niet mee eens, hij zette opnieuw een achtervolging in en nu was het de beurt aan de man om te gaan rennen. Hij had 2x geluk, allereerst omdat de elk ook nu na een paar passen alweer inhield, en ook omdat hij de goede kant op was gerend…. hij zat niet langer meer ‘gevangen’. Uiteraard was dit nieuwe incident niet echt bevorderlijk voor mijn gemoedsrust, het zag er naar uit dat we hier nog wel even vast zouden zitten. Aan de overkant van het moerasje zagen we mensen die aan de Hall of Mosses Trail wilden beginnen, maar ja, ook zij konden er niet langs.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe hebben daar zowat twintig minuten stil gestaan. We zagen de elk nog steeds, maar hij was nu wel een flink stuk van het pad vandaan gelopen. Even al mijn moed bij elkaar verzamelen, en daarna in een snel wandeltempo de gevaarlijke plek voorbij lopen. Bij het begin van het pad kwamen we een gezin met twee kleine kinderen tegen, de oudste was een jaar of drie, de jongste zat bij papa in een rugdrager. Die mensen hadden niet gezien dat die elk gevaarlijk was, en stonden klaar met hun fototoestel om er dichter naar toe te lopen. Uiteraard hebben wij ze gewaarschuwd, ik moet er echt niet aan denken dat dat beest hen achterna zou gaan….. Ik denk dat het geen Amerikanen waren, ze reageerden vrijwel niet toen we hen vertelden dat het beest erg agressief was. Ik hoopte maar dat ze ons hadden begrepen….. ze zeiden niets maar liepen gelukkig wel verder.

Zo, weer een ervaring rijker. Mijn hartslag daalde weer naar een normaal peil, en ik zag het nu wel weer zitten om nog een korte trail te gaan lopen. De Spruce Nature Trail. Ook hier zagen we een paar hele mooie plekken, zoals de vijf aan elkaar gegroeide bomen die samen We Stand Together worden genoemd. Ook de zogenaamde nurse logs vond ik mooi om te zien, dat zijn omgevallen bomen waar nieuwe bomen bovenop groeien. Maar in z’n geheel was het geen trail die veel indruk op ons heeft gemaakt, de Maple Glade Rain Forest Trail in Quinault is toch echt onbetwist onze favoriet, als het om regenwoudwandelingen gaat.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlHet werd nu tijd om aan onze lange rit naar Oregon te beginnen. Eigenlijk zou het slim zijn geweest als we in Hoh Rain Forest nog even wat hadden gegeten, maar daar hadden we op dat moment niet aan gedacht. We moesten nu dus onderweg een picknickplaats zoeken, en helemaal spontaan besloten we om de Queets River Road een stukje in te rijden. Ik wist al dat dit gedeelte van Olympic National Park niet toegankelijk was, sinds een landverschuiving een aantal jaar geleden. Maar het was ons ook niet om dit stukje rainforest te doen, maar om een picknickplek. We vonden al snel een mooie open plek, mét pit-toilet zowaar, waar we even lekker rustig konden zitten. Terwijl we daar zaten te eten kwam er een klein autootje aanrijden; de chauffeur (en tegelijkertijd ook de enige inzittende) stopte en vroeg ons wat er in Queets Rain Forest te zien was. Waarop wij hem dus uitlegden dat de weg verderop afgesloten zou zijn. De man vroeg of we hem nog iets aan konden raden, en ja hoor, dat konden we. We zaten hier immers dicht bij het prachtige Quinault Rain Forest, dat vonden wij een prima tip. Tot onze verbazing vroeg de man daarna of we uit Nederland kwamen. Hij was veertig jaar geleden ooit in Nederland geweest, hij herkende het accent! Dat hij dat na zo lange tijd nog kon horen, zeg!

De man draaide zijn auto en reed weg. Wij pakten ons boeltje in en gingen ook weer op pad. Alleen waren we best wel nieuwsgierig of de Queets River Road nog wat te bieden had, we besloten dan ook nog een stukje verder te rijden. Heel veel veranderde er niet meer aan de omgeving, dus wat dat betreft hadden we het niet hoeven te doen. Maar toch waren we blij dat we nog even voor dit extraatje hadden gekozen, anders hadden we die grote kudde herten gemist die we daar op een open plek in het bos zagen lopen. Op veilige afstand, we hoefden deze keer niet te rennen…….

Copyright © www.ontdek-amerika.nlLange autoritten in Utah en Arizona vervelen ons nooit…. de uitgestrekte landschappen, de rotsen, we krijgen er echt geen genoeg van. Maar de lange autorit in de staat Washington was minder boeiend. Bomen, bomen, bomen…….. heel veel bomen……. we vonden het op gegeven moment best wel wat saai worden. Eenmaal in Oregon reden we via de snelweg naar de grote stad Portland toe, het was er druk maar gelukkig bleef het verkeer wel heel goed doorstromen. Om eerlijk te zijn, tijdens deze lange rit voelden we allebei wel een beetje heimwee naar de eindeloze vlaktes van Arizona en Utah….. We lieten Portland rechts liggen, en gingen meteen door naar de nabijgelegen plaats Gresham waar onze motelkamer al op ons wachtte. We hadden nog een paar uurtjes daglicht over, tijd genoeg dus om na het eten nog wat leuks te gaan ondernemen. En dat leuks, dat was dus: watervallen gaan bekijken in de Columbia River Gorge. Dat gebied is één en al waterval, en super toeristisch. Maar op dit tijdstip, op een donderdagavond, zou het vast wel meevallen met de drukte, zo vermoedden we.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe reden naar de Historic Columbia River Highway, waar we wel heel onaangenaam werden verrast door een wegafsluiting. Uit de tekst op het bord konden we niet opmaken of de hele route was afgesloten, of slechts een gedeelte ervan. Het zou echt een grote streep door onze planning zijn als deze oude route niet toegankelijk zou zijn, want het was toch echt onze bedoeling om hier 2 of 3 dagen lang op watervallenjacht te gaan!! Parallel aan de Historic Columbia River Highway loopt een snelweg, Interstate 84. Vanaf die snelweg zijn er diverse afritten die toegang geven tot de oude weg, op die manier zouden we hopelijk toch bij de watervallen kunnen komen. Zo gezegd, zo gedaan. Via Interstate 84 reden we een stuk naar het oosten, namen een afrit, en ja hoor, we konden nu vanuit de andere kant wél de Historic Columbia River Highway op. Waar we meteen een bord tegenkwamen waarop stond vermeld dat we verderop een afsluiting tegen zouden komen. Logisch, natuurlijk. Maar we waren al lang blij dat we toch in elk geval wel het grootste deel van de oude weg zouden kunnen rijden, het was alleen nog even spannend of ons doel van deze avond, Latourell Falls, bereikbaar zou zijn.

We zagen de afsluiting voor ons opdoemen. Jammer, géén Latourell Falls dus. Maar nog diezelfde seconde zagen we net vóór de afsluiting ook de parkeerplaats, we konden gewoon naar deze waterval toe. En daar waren we heel blij mee, want juist Latourell Falls leek ons – afgaande op de foto’s die we op internet hadden gezocht – een van de mooiste watervallen in dit gebied te zijn. En dat hadden we heel goed ingeschat, Latourell Falls is inderdaad helemaal geweldig. De waterval is heel hoog en heel smal, en het water valt naar beneden vanaf een met geel mos begroeide rotsklif. Het licht was op dit tijdstip helemaal perfect, Hans was dan ook helemaal in z’n element tijdens het fotograferen. Terwijl we daar bezig waren, kwam er nog twee keer een ander stel mensen vanaf het wandelpad naar beneden lopen. Beide stellen bleven hooguit één minuut stilstaan om naar de waterval te kijken, en gingen toen alweer weg. Waardoor wij weer even heel goed beseften hoe fijn het is om fotografie als hobby te hebben, doordat we zo druk bezig zijn met het zoeken naar de mooiste compositie en het beste licht, beleven de schoonheid van zo’n waterval veel intenser.

We hadden nog genoeg tijd over om een tweede waterval te bezoeken, Shepperd’s Dell genaamd. Daar ging het ons vooral om een kleine historische brug en een fotogeniek stenen muurtje naast het wandelpad, de waterval zelf was niet echt bijzonder. Het begon nu langzaam aan donker te worden, tijd dus om terug te gaan naar het hotel. Eerst nog even tanken, zo besliste Hans. Een tankstation was snel gevonden, en Hans wilde al ijverig aan de gang om onze Jeep weer van de nodige brandstof te voorzien. Meteen werd hij door een pompbediende aangesproken, of hij dat a.u.b. niet wilde doen! O ja, natuurlijk, dat wist ik toch…… in de staat Oregon is zelf tanken wettelijk verboden! De pompbediende nam het karweitje van Hans over, en even later reden we met een goed gevulde tank het plaatsje Gresham weer in.
 
Dag 7 : vrijdag 3 mei : gresham - columbia river gorge - silver falls state park - woodburn

Gereden:  148 mijl

Copyright © www.ontdek-amerika.nlMultnomah Falls is met afstand de meest bekende waterval in de Columbia River Gorge. De waterval bestaat uit twee trappen, de onderste is 21 meter hoog, en de bovenste maar liefst 165 meter; het is daarmee de hoogste waterval van de staat Oregon. Tussen de beide delen van de waterval in zie je een oude brug liggen, de Multnomah Creek Bridge. En dat alles samen vormt een schitterend plaatje, geen wonder dus dat deze waterval een echte toeristische trekpleister is. Bovendien ligt ie ook nog eens direct langs de Historic Columbia River Highway, dus je hoeft er niet eens moeite voor te doen om de waterval te kunnen zien. Nou ja, misschien toch ook weer wel: het bemachtigen van een plekje op de parkeerplaats zal vaak een lastige opgave blijken te zijn!

Copyright © www.ontdek-amerika.nlMaar wij zijn vroege vogels. We waren weliswaar niet de eerste bezoekers van deze dag, maar voor onze auto was er nog ruimte zat. Het was fijn dat het zo rustig was, we nemen nu eenmaal graag de tijd voor het maken van onze foto’s en dat gaat veel makkelijker als je daarbij niet voortdurend rekening hoeft te houden met andere mensen. We hadden het viewpoint op gegeven moment zelfs helemaal voor ons zelf, ideaal! Ook de volgende waterval, Horsetail Falls, lag direct langs de weg. Echte kenners vinden dat de vorm van deze waterval ‘a perfect horsetail’ is, en dat verklaart uiteraard de naam van dit exemplaar. Het kleine broertje van deze waterval heeft maar liefst twee namen, soms wordt hij Little Horsetail Falls genoemd, en soms Ponytail Falls. We moesten wel even flink klimmen voordat we ook deze waterval aan onze fotocollectie toe konden voegen, het pad was slechts een dikke 500 meter lang maar het eindpunt lag wel bijna 80 meter hoger dan het beginpunt. Maar de beloning was groot, want Ponytail Falls bleek dus weer een topper te zijn. Het wandelpad loopt achter de waterval door, we konden Ponytail Falls dan ook van alle kanten uit bekijken, zelfs vanuit de achterzijde.

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe hadden nog veel meer Columbia River Gorge watervallen op onze planning staan, maar toch besloten we dit gebied nu te verlaten. Want het werd weekend, het zou de komende dagen ongetwijfeld ontzettend druk zijn en daar hadden we dus helemaal geen zin in. We besloten een rondje binnenland te gaan doen, en dan over een paar dagen hier terug te komen. Toen we Multnomah Falls weer voorbij reden zagen we dat we een hele goede beslissing hadden genomen, de parkeerplaats daar begon al helemaal vol te stromen.

We reden naar de plaats Silverton. Het viel op dat op veel plekken muurschilderingen waren aangebracht, we hebben zelfs een paar extra rondjes door het plaatsje heen gereden in de hoop een paar fotogenieke exemplaren te vinden. De oogst was wat mager, we vonden slechts één mural die we echt de moeite waard vonden. Maar dat was dan ook echt wel een hele mooie! Het is wel leuk om hier even wat achtergrondinformatie te geven. Op 6 januari 1941 hield president Franklin Delano Roosevelt zijn beroemde Four Freedoms Speech. Geïnspireerd door deze toespraak maakte de Amerikaanse kunstschilder Norman Rockwell vier schilderijen over de door Roosevelt genoemde fundamentele rechten van de mens: Freedom of Want, Freedom of Fear, Freedom of Worship en Freedom of Speech. Die vier schilderijen zijn nu in Silverton dus ook als muurschildering te zien, en vooral Freedom of Worship vonden wij bijzonder mooi. 

Copyright © www.ontdek-amerika.nlWe dachten in Silverton makkelijk een slaapplaats te kunnen vinden, maar dat viel tegen. Het enige hotel dat we tegenkwamen bleek te zijn volgeboekt, en het hotel waar ze ons vervolgens naar toe stuurden, net buiten het stadje, zag er zo verschrikkelijk duur uit dat we er niet eens naar binnen zijn gegaan. Nee, dit zeg ik niet goed. We hebben dat hele hotel niet eens gezien…… we zijn niet verder gekomen dan een soort van oprijlaan waar het etiket ‘duur’ al ruimschoots van af straalde. In plaats van in Silverton zouden we nu in Woodburn moeten gaan overnachten, ik wist dat ze in die stad diverse ketenmotels hadden en we vertrouwden er op dat we daar vast nog wel een plekkie zouden kunnen vinden. Dat slapen was dus geen probleem. Maar onze tijdsindeling wel, we hadden eigenlijk even pauze willen houden op een motelkamer om vervolgens pas wat later op de dag naar Silver Falls State Park te rijden. Maar die pauze, dat ging nu dus niet door.

En zo arriveerden we dus vroeger dan verwacht in Silver Falls State Park. Voor het eerst tijdens deze vakantie konden de korte broeken aan en de warme jassen uit, hoe warm het precies was weet ik niet maar ik schat dat we toch wel zo’n beetje rond de 25° Celcius zaten. Er liggen minstens tien watervallen in dit park, gek genoeg is er niet één bij die Silver Falls heet. We hadden er drie uitgezocht, de Upper North Falls was de eerste die we gingen bekijken. We hadden inmiddels al best veel watervallen gezien tijdens deze reis, en Upper North Falls slaagde er niet in om een onuitwisbare indruk op ons achter te laten. Een beetje gewoontjes…. niets aparts…. We hebben er dan ook niet al te veel tijd aan besteed, en zijn meteen verder gegaan naar North Falls. Kijk, die zag er al heel wat mooier uit! Net als bij de Ponytail Falls, deze ochtend, konden we helemaal achter de waterval doorlopen. Als de zon niet nét voluit midden op het vallende water zou hebben geschenen, dan hadden we hier vast wel wat mooie foto’s kunnen maken. Copyright © www.ontdek-amerika.nlMaar nu niet dus! Bij de belangrijkste waterval van het park, South Falls genaamd, waren de omstandigheden gelukkig wat beter. Ook hier ging het wandelpad achter de waterval door, en opnieuw waren we bijzonder blij met de hydrofieldoek die we van Melanie hadden gekregen. We hadden die doek héél hard nodig om de lens steeds droog te wrijven, met al dat stuifwater dat daar over het pad heen waaide.

Vanuit het park was het nog zo’n drie kwartier rijden naar Woodburn, onze tweede-keus-overnachtingsplaats. Zoals we al hadden verwacht vonden we hier zonder probleem een motel, het werd de Super 8. Dicht bij het motel lag een Chinees restaurant, en aangezien wij allebei graag Chinees eten was de keuze snel gemaakt. Meestal belanden onze restaurant-ervaringen niet in onze reisverslagen, zo heel boeiend zijn onze culinaire uitstapjes niet. Maar deze keer kan ik het toch niet laten om iets te schrijven over de bediening. De vrouw die onze bestelling opnam – ik schat dat ze ongeveer van onze leeftijd was – was namelijk wel heel opvallend ‘aanwezig’. Ze deed ons denken een strenge schooljuf, maar tegelijkertijd was ze ook op een ontspannen manier heel familiair. Vreemde combinatie….. vandaar dat ze zo goed in onze herinnering is blijven hangen. Toen ze ons drinken bracht – Diet Coke, please hold the ice – was haar commentaar dat dit toch wel erg veel cola was! Ik twijfelde welk gerecht ik zou bestellen, ze had op dat moment zo’n vergoeilijkend “ach gut, meissie, weet je het nog niet zo goed”-lachje. Maar gelukkig kreeg ik wel weer een zeer goedkeurende blik toen ze later zag dat ik mijn bordje (bijna) helemaal had leeggegeten! Toen we weer buiten stonden hebben we er echt nog smakelijk om kunnen lachen, wat een aparte vrouw was dat. En, minstens zo belangrijk, we hadden heerlijk gegeten. Dus voor alle Amerika-reizigers die ooit in Woodburn willen gaan eten: loop gerust binnen bij Yun Wah Chinese Restaurant and Lounge.
 
Copyright © www.ontdek-amerika.nl
 

 
Week 1 Week 2 Week 3 Foto's PicturEyes.com All pictures and text © copyright hans & henriëtte meulenbroeks
 
Links Contact Disclaimer