 |
|
 |
Reisverslag 2015 ~ week 2 |
|
Dag 7 : vrijdag 6 maart : kanab - natural bridges national monument - moab |
|
Gereden: 392 mijl
In de inleiding schreef ik het al: tijdens de voorbereidingen van deze reis was het vooral het gebied rondom Escalante dat een prominente plaats in ons roadbook had gekregen. Maar toen kort voor ons vertrek de weersvoorspellingen steeds slechter werden, beseften we dat de dirtroads daar zeer waarschijnlijk onbegaanbaar zouden zijn. En als we überhaupt nog enige twijfel zouden hebben gehad, dan was die na de avontuurlijke rit van gisteren toch echt definitief weggenomen: het had geen enkele zin om naar het hoog gelegen Escalante te rijden. We moesten dus een andere route kiezen. We hoefden niet heel lang te overleggen, we waren het al snel met elkaar eens dat we naar Moab zouden gaan. Omdat het daar vrijwel niet had gesneeuwd, en omdat we toch wel heel erg graag de zware trails wilden gaan lopen die wat later in het jaar vanwege de hitte voor ons niet te doen zijn.
De afstand van Kanab naar Moab is een kleine 350 mijl, we hadden dus een flinke rit voor de boeg. We hadden geen overnachting geboekt, het maakte ons dan ook niet uit of we het plaatsje vandaag al zouden bereiken. We hadden dan ook alle tijd om – tegen beter weten in – tóch nog een dirtroad in te rijden. Die dirtroad begon in Churchwells, een gehucht dat aan State Route 89 ligt, tussen Kanab en Page. En ja hoor, net zoals eergisteren toen we ook al tegen beter weten in de dirtroad naar Yant Flat hadden genomen, viel de conditie van het wegoppervlak ons reuze mee. De sneeuw was hier al helemaal weggesmolten, en de weg was prima begaanbaar. Tot het moment dat die wat omlaag liep, en een bocht naar links maakte. In die laag gelegen bocht had de zon duidelijk nog geen straaltje binnen kunnen krijgen, het was daar één grote modderboel. We besloten meteen om weer om te draaien, we hadden echt geen zin in een nieuw modder-avontuur.
Niet veel later kwamen we aan in Page. Waar we zowaar nog even hebben overwogen om naar Antelope Canyon te gaan, het was immers al heel wat jaren geleden dat we die prachtige slot canyon hadden gezien en Hans z’n foto-apparatuur had inmiddels enkele upgrades gehad. Hij wilde zijn Canon 5D daar best wel eens gaan uitproberen. Maar toen we zagen hoe druk het al was bij het beginpunt, was onze inspiratie meteen over. Nee, we hadden echt geen zin om in een mensen-file door de canyon te lopen….. Dus werd het toch nog Moab, vandaag.
Uiteraard wilden we niet alleen maar in de auto te zitten, we zochten daarom nog een leuke kleine hike uit die we onderweg zouden kunnen doen. Vorig jaar waren we in het prachtige Natural Bridges National Monument per ongeluk de trailhead voor de Owachomo Bridge voorbij gereden, die fout konden we vandaag mooi gaan herstellen. Maar hoe verder we naar het oosten reden, hoe dikker de pakken sneeuw langs de weg werden. En langzaam aan begonnen we te vrezen dat we een verkeerde keuze hadden gemaakt, misschien zouden we in deze omgeving veel minder kunnen doen dan we vanmorgen nog dachten.
In het Visitor Center vroegen we aan een Ranger wat de conditie van de trails was. Hij vertelde dat er inderdaad nog flink wat sneeuw lag, her en der. Maar juist de door ons geplande trail naar de Owachomo Bridge zou de beste keuze zijn: het pad lag grotendeels naar het zuiden toe gericht, en de sneeuw was daar al grotendeels gesmolten. Super, we waren erg blij met deze informatie. De goeie man had helemaal gelijk, het korte wandelpad naar de natuurlijke brug was prima begaanbaar. Tijdens de zeer eenvoudige hike van pak ‘m beet 650 meter kwamen we maar op een paar plekken nog wat sneeuwresten tegen. En daar was ie dan, met een klein jaartje vertraging, de Owachomo Bridge! De fragiele natuurlijke brug die een spanwijdte heeft van 55 meter, en waarvan de bovenzijde maar zo’n 3 meter dik is. En, om de cijfertjes compleet te maken, de opening is zo’n 32 meter hoog. We vonden het geweldig dat we nu ook deze Owachomo Bridge van dichtbij konden bekijken, dat maakte onze Natural Bridges-ervaring helemaal compleet. Net als bij de twee bruggen die we vorig jaar al hadden gezien, konden we ook hier er onderdoor lopen. Altijd leuk natuurlijk om het van alle kanten uit te bekijken.
Aan de andere zijde van de brug stroomde een ondiepe rivier door een canyon, de trail ging hier nog verder. Natuurlijk hadden we nog lang geen zin om alweer naar de auto terug te gaan, we zijn daarom nog een stuk aan de bovenzijde langs die canyon afgelopen. Bij de natuurlijke brug zelf was het al heel rustig geweest, er liep maar een enkele andere toerist rond. Maar hier was verder geen levende ziel meer te bekennen, we genoten van de rust, van de mooie omgeving, van het even lekker de benen strekken na de lange autorit. Geheel tegen onze gewoonte in hebben we helemaal geen foto’s gemaakt; de canyon was hartstikke mooi maar niet op een fotogenieke manier. Na zo’n 500 meter lopen zijn we weer omgedraaid, op de terugweg zagen we aan de overzijde van de canyon een aangelegd pad omhoog lopen. Waardoor Hans werd getriggerd om ook daar eens een kijkje te gaan nemen, hij liep over een stel stenen door het laag staande water naar de overkant en klom via dat pad een flink stuk omhoog. Ik zat ondertussen aan de onderzijde van Owachomo Bridge precies dat te doen wat ik gisteren in de Coyote Buttes South toch wel had gemist: namelijk lekker niks! Na een tijdje kwam Hans weer terug, hij vertelde dat hij een granary had gezien, dat is een opslagruimte die honderden jaren geleden door de Native Americans is gebouwd. Maar die lag op een lastige plek, hij was er niet in geslaagd om tot op een fotografabele afstand te komen. Vanaf het pad had hij wel vaak een goed zicht op Owachomo Bridge, maar voor het maken van foto’s had deze tocht geen meerwaarde gehad. Vandaar dus dat onze foto’s van dit park beperkt zijn gebleven tot alleen de standaard plaatjes van deze natuurlijke brug. Waarmee we overigens ook al dik tevreden waren.
Op de route van Natural Bridges National Monument naar Blanding lag nog veel sneeuw. Balen….. dit betekende immers dat we ook de dirtroads die we in dit gebied hadden gepland uit ons roadbook moesten schrappen…. Dat boek werd zo wel in een heel snel tempo uitgedund. Toen we voorbij Blanding nog steeds door een wit landschap bleven rijden, begonnen we zelfs ongerust te worden over onze Moab-bestemmingen. Het zou toch niet zo zijn dat we ook daar veel over zouden moeten gaan slaan…. Eerlijk gezegd werden we best wel chagrijnig, we dachten dat we met deze oostelijke route een verkeerde keuze hadden gemaakt. Had het hier rondom Moab tóch gesneeuwd, ook al hadden we uit de weerberichten anders begrepen? Pas tijdens het allerlaatste stukje van onze lange autorit werd de omgeving minder wit, alleen tegen de schaduwzijde van de rotsen waren nog wat restjes sneeuw te bekennen. Het was duidelijk dat we morgen allereerst maar eens een kijkje moesten gaan nemen in het Visitor Center van Arches National Park, we hoopten maar dat we daar net zo’n goed nieuws zouden krijgen over de conditie van de trails als vandaag in Natural Bridges National Monument. |
|
Dag 8 : zaterdag 7 maart : moab - arches national park - moab |
|
Gereden: 53 mijl
En dus stonden wij om klokslag 8.00 uur (iets eerder zelfs nog) al voor de deur van het Visitor Center. Waardoor we meteen als eersten aan de beurt waren, toen die deur door de Ranger werd geopend. “Het had wel een beetje gesneeuwd, een aantal dagen geleden”, zo vertelde ze, “maar vrijwel alle sneeuw was al weggesmolten en de wandelpaden waren dan ook goed begaanbaar. En de dirtroad naar de Klondike Bluffs Section lag er ook prima bij!” Dit was natuurlijk precies wat we graag wilden horen, dus om vijf over acht liepen we opgewekt het Visitor Center alweer uit. We reden meteen via de 18 mijl lange parkweg naar de parkeerplaats vanwaar de Devils Garden Primitive Loop Trail begint.
We hadden bij de weergoden lekker fris wandelweer besteld, en die wens werd netjes verhoord. Nét 1 graad boven het vriespunt was het…… We stonden dan ook met enige verbazing te kijken naar de vrouw die gekleed in een korte broek en t-shirt aan de hike begon, wij deden toch maar liever wat extra’s aan. Al zorgden we er wel voor dat er wat plek overbleef in onze rugzakken, we verwachtten niet dat we onze jassen en handschoenen de hele dag nodig zouden hebben. |
|

Landscape Arch |
|
Het was ideaal weer om te lopen. Al snel bereikten we de eerste van de zeven arches die langs de Devils Garden Primitive Loop Trail te vinden zijn. Dat was meteen ook de bekendste van het stel, de 93 meter lange en 32 meter hoge Landscape Arch. De overspanning is slechts 1,8 meter dik, en sinds 1991 is het al drie keer gebeurd dat er een stuk is afgebroken. Je mag dan ook uit veiligheidsoverwegingen niet meer onder de arch doorlopen. We maakten de nodige foto’s van de mooie arch, en gingen vervolgens op zoek naar het zijpad waaraan de volgende twee exemplaren lagen. We kregen wel wat meer begrip voor de vrouw die zomers gekleed aan de hike was begonnen, zij had het in het begin misschien wel koud gehad, maar ze hoefde nu niet net zoals wij met een volgepropte rugzak te lopen….. we hadden niet verwacht dat onze jassen zo snel al uit zouden kunnen!
Partition Arch, dat was de naam van de tweede natuurlijke boog die we tegenkwamen. Bijna vierkant was die, met een breedte en ook een hoogte van ongeveer 9 meter. Met direct daarnaast, beneden aan de linkerkant, nog een kleinere opening. We konden door de arch heen kijken, dat leverde een weidse blik over het landschap van Arches National Park op. Nummer drie, Navajo Arch, was weer heel anders. Want hier zat direct achter de arch een dikke rotswand. Wat we overigens ook bijzonder mooi vonden, de kleuren van de rotswand en de kleine boompjes die hier stonden zorgden samen voor een zeer fotogeniek plaatje.
We liepen terug naar het hoofdpad. Tot nu toe vonden we het al een prima wandeling, maar de omgeving werd nu zelfs nóg mooier. Om te kunnen beschrijven wat voor een landschap we hier zagen, wil ik eerst even een stukje geologie-les geven. Zo’n 300 miljoen jaar geleden bevond zich in het gebied waar nu Arches National Park ligt een zee. Het water droogde op en er bleef een dikke laag zout over, dit zout werd later bedekt door diverse lagen zand die hier door de wind naartoe werden gebracht. De onderste lagen zand versteenden; we kennen de op deze manier gevormde rotslaag nu onder de naam Entrada Sandstone. De zoutlagen konden het gewicht niet langer aan, en werden van onder de rotslaag vandaan geperst. Door de krachten die hiermee gepaard gingen, ontstonden lange parallel aan elkaar gelegen barsten in het Entrada Sandstone. Allerlei eroderende krachten kregen nu vrij spel: water, ijs, wind, kou en hitte slepen de barsten steeds verder uit, hier en daar ontstonden uithollingen in de steeds dunner wordende richels. De uithollingen werden steeds verder uitgeslepen, waardoor er op veel plaatsen openingen ontstonden. Op deze manier hebben zich in dit gebied meer dan 2000 natuurlijke bogen gevormd.
Tot zover de les. Terug naar onze eigen beleving van dit prachtige park. We liepen nu in een gebied waar we een werkelijk adembenemend mooi zicht hadden over de richels die ik hierboven beschrijf, ‘fins’ worden die genoemd. Het pad liep op gegeven moment midden over zo’n fin heen, aan het einde daarvan konden we omlaag klimmen. En niet veel verder bereikten we arch nummer 4: Double O Arch. Het absolute hoogtepunt van deze wandeling! Zoals de naam al doet vermoeden bestaat Double O Arch uit twee openingen. Twee mooie ronde openingen, onderaan zit de kleinste “O”, met een spanwijdte van ruim 6 meter, en daar recht boven de andere “O” die een spanwijdte van ruim 21 meter heeft. We konden door de onderste opening heen klimmen, zodat we de arch ook van de andere zijde konden bekijken. Aan de linkerzijde konden we een stukje doorlopen, van een kleine afstand was de arch veel beter in z’n geheel te zien dan van zo dichtbij. Dwars door de bovenste opening heen zagen we de fins liggen, dit was echt Arches National Park op z’n best. Er waren best veel andere wandelaars hier, iedereen nam uitgebreid te tijd om van deze mooie plek te genieten. Een van hen, een jonge vrouw, sprak ons aan. Natuurlijk allereerst met de onvermijdelijke vraag waar we vandaan kwamen. En vervolgens wilde ze ook heel graag weten waarom wij zo’n lange reis hadden gemaakt, wat bracht ons hier naar dit land? Nou, daar konden we natuurlijk wel heel eenvoudig een antwoord op geven. “This…”, antwoordde Hans, tegelijkertijd gebarend naar Double O Arch. De vrouw snapte ons helemaal. Zelf kwam ze uit de omgeving van Salt Lake City, ze had gisterenavond spontaan beslist om ‘even’ naar Arches te rijden. Gewoon omdat ze, net zoals wij, geen genoeg kan krijgen van deze omgeving.
Na de uitgebreide pauze was het tijd om weer te gaan lopen, verder het gebied met de fins in. Een tweede zijpad bracht ons naar de vijfde natuurlijke boog, Private Arch genaamd. Die was qua vorm en achtergrond vergelijkbaar met Navajo Arch, ook hier hadden we geen vrij doorzicht en was er onder de rotsboog een boompje zichtbaar. Een mooie arch (lelijke arches bestaan volgens mij niet), maar ’t totaalplaatje was toch net wat minder indrukwekkend. We wisten dat we nu voorlopig geen arches meer zouden zien, de laatste twee kwamen we pas helemaal tegen het einde van de wandeling tegen. Maar ook zonder arches bleef het een geweldig mooie hike. Met wel een paar lastige obstakels, hier en daar. Ik had best wat moeite om van een steile fin af te glijden, gelukkig kreeg ik hulp van Hans en van een vriendelijke man die er samen voor zorgden dat ik niet al te snel naar beneden schoof. En even verder vond ik een rotsrichel waarover we omlaag moesten schuifelen toch wel heel erg smal……
Obstakel nummer 3 was weer van een heel andere soort. Tussen twee dicht opeenstaande lage rotsen in had zich een enorme plas smeltwater verzameld. Er stonden al diverse wandelaars te kijken hoe ze aan de andere kant van het water moesten komen: over de rots heen, via een richel langs de rots af, of gewoon dwars door het water heen….. Ik zag al direct dat die twee eerste opties voor mij ondoenlijk waren, die rots was veel te glad en steil, en die richel was nog smaller dan die van daarnet. Gelukkig was ik niet de enige die er zo over dacht, enkele mensen besloten om door het water heen te lopen. Mooi, zo konden wij mooi even afkijken hoe dat verliep. Toen we zagen dat bij de andere wandelaars het water tot iets boven de knieën kwam, was mijn keuze duidelijk. Schoenen uit, sokken uit, broekspijpen opstropen, en dwars door het koude water heen! En zo stonden we even later dus met natte voeten en benen aan de overkant. En ook met natte broekspijpen, dat hadden we niet kunnen voorkomen.
Hans heeft altijd een hydrofieldoek in zijn rugzak zitten. Om – als dat nodig is – de lens van zijn fotocamera schoon te kunnen maken. Die doek kreeg nu een ander doel, we droogden er onze voeten en benen mee af. Handig! Het was ondertussen ook tijd geworden om even een banaan te eten, en dit was daarvoor natuurlijk een perfecte plek. Want we kregen er tijdens deze pauze een gratis show bij. Het was echt heel grappig om te zien hoe steeds weer nieuwe wandelaars reageerden als ze de plas water zagen. Een enkeling slaagde er in om de gladde rotswand te bedwingen. Maar de meeste mensen kozen toch maar voor de natte voeten. Zoals de man die resoluut zijn spijkerbroek uittrok, en in z’n onderbroek door het water heen liep. Eén vrouw wist zelfs de natte voeten te voorkomen, zij liet zich door een sterke man over het water heen dragen…. |
|
 |
 |
 |
|
Na dit leuke intermezzo kwamen we geen moeilijke obstakels meer tegen. Maar nog wel een prachtig landschap, we hadden tijdens het laatste stuk van de trail een geweldig zicht op de besneeuwde La Sal Mountains, met de rotsen van het park op de voorgrond. Als allerlaatste hadden we nog twee arches op de planning staan, waarvoor we opnieuw een kleine omweg moesten maken. Tunnel Arch bleek volkomen verkeerd in het licht te staan, het zou erg lastig zijn om die nu goed op de foto te zetten. We hadden die arch overigens een jaar of twaalf geleden ook al eens gezien (en er uiteraard ook al foto’s van gemaakt), dus we hebben er nu geen moeite meer voor gedaan. We zijn nog wel even doorgelopen naar Pine Tree Arch. Die een spanwijdte heeft van 13,7 meter, en een hoogte van 13,4 meter. Het is een leuke arch in een gebied met diverse Pine Pinyons (vandaar de naam) en waar doorheen je een mooi uitzicht hebt over de omgeving. In eerste instantie leek de arch ook helemaal verkeerd in het licht te staan, maar Hans liep er doorheen en zag toen dat vanaf de andere zijde wel goede foto’s gemaakt konden worden. Toen wij weer terug wilden gaan naar het hoofdpad kwam er net een gezin aanlopen, ze vroegen of Hans een foto van hen wilde maken met de arch op de achtergrond. Natuurlijk wilde hij dat wel, hij nam hun fototoestel aan, knipte het plaatje, en zag direct dat de foto hartstikke mislukt was. Veel meer dan een zwart vlak was er niet te zien, de mensen waren totaal niet herkenbaar. Hij stelde voor om even door de arch heen te lopen, en vanaf de andere zijde opnieuw een foto te maken. Maar de mensen keken op het schermpje, toonden zich dik tevreden met het donkere resultaat, een nieuwe foto hoefde voor hen niet. Hans was helemaal verbouwereerd…..
Zes-en-een-half uur nadat we waren vertrokken, stonden we weer bij de auto. Behoorlijk moe, het was best wel een pittige wandeling geweest. Maar tegelijkertijd ook, om het bekende cliché maar weer eens van stal te halen, zéér voldaan. De Delicate Arch Primitive Loop Trail was voor ons een absolute topper. |
|
 |
|
Dag 9 : zondag 8 maart: moab - arches national park - moab
|
|
Gereden: 99 mijl
Ook deze dag stond helemaal in het teken van Arches National Park. We hadden daarvoor wel 1 uurtje minder de tijd dan gisteren, want afgelopen nacht was de klok verzet. Verliezen wij dit jaar verdorie twee keer ‘n uur, want in april mogen we in Nederland ook nog een keer overschakelen van winter- naar zomertijd.
De Ranger had ons gisteren laten weten dat de onverharde weg naar de Klondike Bluffs Section, in het westen van het park, prima begaanbaar was. En dat klopte helemaal, zelfs met een gewone personenauto zouden we deze rit makkelijk hebben kunnen doen. De zijweg naar de trailhead was weliswaar iets hobbeliger, maar voor onze high clearance auto was het nog steeds een zeer eenvoudige route. Op de parkeerplaats stond een toilethokje. ’t Was wel een pit toilet, uiteraard, maar inmiddels heb ik mijn afkeer daarvoor toch wel overwonnen. Die toilethokjes zien er meestal hartstikke netjes uit, zelfs op de meest afgelegen plekken. Complimenten aan de medewerkers van de National Park Service!
Direct vanaf de parkeerplaats moesten we via een pad over een rotswand omhoog klimmen. Dat zou best wel zwaar zijn, zo had ik gelezen. We moesten inderdaad flink aan het werk hier, maar toch, het viel me reuze mee. De ondergrond was best stevig, we kwamen hier geen gladde stukken met van die lekker verraderlijke losse steentjes tegen. Fijn vond ik dat, op deze manier is klimmen veel minder lastig. We gingen verder via een vlak pad, deels over het zand en deels over een rotsbodem. ’t Was een komvormig plateau waar we over liepen, met rechts van ons een grillig gevormde rotswand, bestaande uit donkerbruine rotspilaren met steeds bovenaan een punt bestaande uit een veel lichter gekleurd gesteente. Op gegeven moment kwam aan de linkerzijde de rotsformatie “Marching Men” in beeld, een lage richel met daarop – netjes op een rij – diverse rotspilaren. Ik kende die Marching Men al heel goed van de foto’s die we thuis hadden bekeken. Wat zouden we graag zelf daar net zo’n mooi plaatje van hebben gemaakt, maar helaas, de zon stond hartstikke verkeerd. Met dank aan Photoshop is er toch nog het onderstaande resultaat uitgekomen. |
|
 |
|
We moesten weer gaan klimmen. Niet via een rotswand deze keer, maar via een steil en zanderig pad. Niet moeilijk, wel zwaar! Het laatste stuk van de trail ging door een gebied waar we veel dichter tussen de rotsen door liepen, net zoals gisteren zagen we weer die schitterende fins om ons heen. Ons doel was een natuurlijke boog die in een van die fins was uitgeslepen, Tower Arch genaamd. Schuin boven de arch stond een robuuste rotstoren. Waarmee direct werd verklaard hoe deze boog aan zijn naam was gekomen. De man die de naam in de jaren ’30 van de vorige eeuw had bedacht was Frank Beckwith, de leider van de Arches National Monument Scientific Expedition. Maar uit een inscriptie in een van de naastgelegen rotswanden blijkt dat iemand een aantal jaren eerder de arch al een andere naam had gegeven. De tekst van die inscriptie luidt: “Minaret Bridge, H.S. Bell 1927”. Of Frank Beckwith die inscriptie helemaal niet heeft gezien, of dat hij die naam bewust niet heeft overgenomen, dat zullen we nooit meer te weten komen. Er staat overigens een nog oudere inscriptie op een andere wand: “Discov’d by M. and Mrs. Alex Ringhoeffer and Sons 1922-23”. Het is zeer onwaarschijnlijk dat deze familie die inscriptie zelf heeft gemaakt, want hun achternaam is fout gespeld. De juiste schrijfwijze is namelijk Ringhoffer.
Tijdens de wandeling naar de arch toe waren we geen andere mensen tegengekomen. Maar nu we ons doel hadden bereikt zagen we dat we toch niet de eerste bezoekers waren, er stonden twee mensen – een man en een vrouw – net voor de arch. Ze gingen net weg toen wij eraan kwamen, en eerlijk gezegd vonden we dat best wel fijn. Wij vinden het immers heerlijk om zo’n schitterende plek helemaal voor onszelf te hebben. Eerst hebben we de arch van een afstandje bekeken, daarna onderzochten we of we er ook dichterbij zouden kunnen komen. En ja hoor, aan de rechterzijde konden we een stukje omhoog klimmen, en door een smalle opening tussen de rotswanden door naar de onderzijde van de arch lopen. Vanuit de achterzijde hadden we, met de arch als omlijsting, een weidse blik over het rotslandschap. Wat een prachtig plaatje was dat.
Ik hoorde stemmen. Hans keek me een beetje ongelovig aan, hij had helemaal niets gehoord. Maar echt, ergens vaag, vanuit een onbestemde richting, hoorde ik mensenstemmen. We zagen helemaal niemand, maar ik wist wel zeker dat ik het me niet had verbeeld. Minuten later zagen we vanuit de verte dan toch een groepje van drie wandelaars aankomen. Ze arriveerden bij Tower Arch net toen wij daar weer weggingen. Kijk, dat hadden we perfect uitgekiend, we hadden gewoon precies lang genoeg de mooie plek voor onszelf gehad. De terugweg verliep voorspoedig, vooral dat steile zandpad was nu heel wat makkelijker begaanbaar dan op de heenweg. Sneller dan verwacht waren we bij de auto terug, we hadden nog een flink stuk van de dag over. We besloten om terug te gaan naar Moab, en daar lekker vroeg te gaan eten. Zo hadden we mooi nog een stuk van de namiddag en de avond over voor het park.
Een echt inspannende trail wilden we niet meer gaan doen. Dus kozen we voor de lekker makkelijke Windows Section, daar liggen diverse mooie arches vlak bij elkaar. We waren best tevreden over de door ons gemaakte foto-van-veraf, met de La Sal Mountains op de achtergrond. Maar daarop zagen we ook dat de mooie Turret Arch al in de schaduw begon te komen, en daar waren we dan weer wat minder blij mee. En inderdaad, voor fotografie bleek het niet echt het goede moment te zijn, felle zon en diepe schaduwen gaan nu eenmaal niet goed samen. Natuurlijk hebben we nog wel geprobeerd wat foto’s te maken, terwijl Hans aan de slag ging bij Turret Arch liep ik naar de gebroederlijk naast elkaar gelegen North Window en South Window.
Even later zochten we elkaar weer op, ik zag meteen aan Hans z’n gezicht dat er iets gebeurd was. Hij was verontwaardigd, en niet zo’n beetje ook. Bij Turret Arch had hij een gezin met twee kinderen gezien, de jongste zat nog in de luiers en kon nog maar amper lopen. Het andere kind was niet veel ouder. De moeder klom samen met het oudste kind via de rotswand naar boven, op een plek die daarvoor helemaal niet bedoeld was. Eerst werkte het kind nog wel mee, maar het was al snel duidelijk dat de klim veel te lastig was voor haar. Hoewel het meisje echt niet meer wilde, bleef haar moeder haar pushen om nog verder omhoog te gaan. Ze manoeuvreerde zichzelf daarbij in een moeilijke positie, het lukte haar niet om met het meisje – dat nu helemaal overstuur was – nog maar één stap naar boven of naar beneden te zetten. De vader klom naar hen toe, hij liet het kleinste kind zomaar alleen op de rotswand achter. Dat kind zat weliswaar niet erg hoog op de rotswand, maar toch….. ze begon wel vrolijk achter pa, ma en grote zus aan te klauteren zonder dat er nog iemand op haar lette. Ze verloor zelfs een van haar schoentjes, tijdens haar poging om tegen de wand omhoog te kruipen. Ondertussen wist pa zijn oudste dochter onder z’n arm te nemen, en gelukkig kwamen ze samen, gevolgd door ma, veilig weer beneden. Hans had dit hele schouwspel van een afstand met steeds toenemende verbazing staan te bekijken, het was echt méér dan onverantwoord zoals die ouders bezig waren geweest. Hij kon het niet laten, hij heeft de vader er even later nog op aangesproken. Maar dat werd niet op prijs gesteld, het gezin liep hem zonder te reageren stug voorbij. Zo, Hans had z’n hart bij mij gelucht en ik – via dit reisverslag - nu ook het mijne. |
|

Turret Arch |
|
Over de rest van deze avond in Arches valt verder niet veel meer te melden. We hebben op ons dooie gemak nog wat door de Windows Section geslenterd, veel foto’s hebben we niet meer gemaakt. Toen we naar Moab terugreden was het al donker, we zijn dan ook rechtstreeks naar het motel gegaan waar we – zoals gebruikelijk – nog wat aan ons live reisverslag hebben gewerkt. En natuurlijk keken we ook even vooruit naar de komende dagen, hoe zouden we die in gaan delen? Allebei wilden we héél erg graag Druid Arch zien, in de Needles Section van Canyonlands National Park. Maar we vroegen ons wel af hoe de trail erbij zou liggen, we wisten immers dat er ten zuiden van Moab veel sneeuw was gevallen. We stuurden een email naar het park, waarin we informeerden naar de conditie van de trail. En nu maar hopen dat we daarop een heel positief antwoord zouden krijgen! |
|
Dag 10 : maandag 9 maart
: moab - diverse petroglyphs - arches national park - moab |
|
Gereden: 56 mijl
Tijdens onze eerste reizen hebben we nooit echt aandacht besteed aan de petroglyphs die op veel plaatsen in het zuidwesten op de rotswanden te vinden zijn. Maar op gegeven moment hebben we toch belangstelling gekregen voor die oude rotstekeningen, we vinden het nu zelfs bijzonder leuk om er naar op zoek te gaan. ’t Is ook weer even wat anders dan arches, hoodoos en slotcanyons. Vandaar dus dat er diverse petroglyph-panels in ons roadbook waren opgenomen, enkele daarvan lagen hier vlak bij Moab.
We reden de Kane Creek Road op, dat is de weg die vlak bij de McDonalds in Moab begint en naar het westen toe gaat. Op een bordje stond te lezen dat de weg op 10 en 11 maart in verband met wegwerkzaamheden gesloten zou zijn, morgen en overmorgen dus. Hadden wij geluk zeg, dat we vandaag nog wel hier terecht konden. We hadden nog geen 4 mijl gereden toen we de trailhead voor onze eerste wandeling al bereikten. Ook de loopafstand stelde niets voor, na zo’n 600 meter lopen via een niet bijster interessant pad zagen we rechts van ons de rotswand waarop de eerste twee petroglyphs van vandaag te vinden zouden zijn. Nummer 1 hadden we al heel snel gevonden, op deze Four Toed Petroglyph Panel is een beest te zien met aan elk van z’n poten vier mooie ronde tenen. Nummer 2, de Moab Mammoth, zou hier heel dicht bij moeten zitten. We speurden de rotswand van boven tot onder toe af, maar we kregen dat beest maar niet gevonden. Tot we op het idee kwamen om het ook eens aan de andere kant te proberen, en ja hoor, dat zat ie! Het waren twee leuke aanwinsten voor onze petroglyphs-verzameling.
Voor petroglyph nummer 3 zouden we meer moeite moeten doen. We parkeerden de auto op een zeer grote parkeerplaats direct naast het stroompje Kane Creek. Via een aantal gladde stenen staken we het kreekje over, we slaagden er in om zonder natte voeten de overkant te bereiken. Het pad ging heel even verder door de dichte begroeiïng langs de oever, al snel kwamen we bij een splitsing waar we linksaf moesten. We klommen omhoog over een heel smal, rotsachtig pad. Niet echt geschikt voor iemand met hoogtevrees. Daarna liepen we een stuk over een slickrockplateau, en mochten we via een stel rotsblokken nog een stuk verder omhoog klimmen, naar een tweede plateau. En hoe hoger we kwamen, hoe mooier het uitzicht over de omgeving werd. Dit was veel leuker dan die eerste wandeling van vandaag!
We liepen het plateau op, en gingen daar op zoek naar de petroglyph. Die zou ergens aan de achterzijde van een grote rots zitten. We hebben elke rotsblok op het (gelukkig kleine) plateau van alle kanten bekeken, maar nergens was een petroglyph te zien. We snapten er niets van, het was toch wel zeker dat we op de juiste plek zaten, waarom konden we de rotstekening dan niet vinden? Uiteindelijk bleek dat we één rotsblok nog niet hadden bekeken, die stond direct aan de rand van het plateau op de plek waar we boven waren gekomen. En ja hoor, daar, aan de achterzijde, zat onze Moab Maiden. Also known as The Moab Princess. Breedgeschouderd, leuke haardracht…. 90 centimeter groot van kop tot teen…. we vonden dat ze er prachtig uitzag! En dat met het mooie rotslandschap van Moab op de achtergrond. Deze dame krijgt absoluut een eervolle vermelding op onze Petroglyphs and Pictographs pagina.
Precies anderhalf uur nadat we vanaf de parkeerplaats waren vertrokken, waren we weer terug bij de auto. We hoefden opnieuw maar een klein stukje te rijden voordat we alweer een trailhead bereikten. Ons doel was deze keer geen rotstekening, maar een arch. Funnel Arch, om precies te zijn. Drie jaar geleden hadden we al eens een poging gedaan om daar naartoe te lopen, maar die poging hadden we toen al heel snel opgegeven. Het was ontzettend warm destijds, ik had simpelweg niet de moed om met die hitte aan een best wel zware klim te beginnen. Maar nu was de temperatuur perfect, en wat er in 2012 als een onoverkomelijke hindernis had uitgezien viel nu best wel mee. Zonder problemen klommen we tegen een rotswand omhoog, het eerste deel van de korte hike zat er al op. Via een dryfall zouden we verder omhoog moeten klimmen, Hans ging alvast vooruit om te kijken of het haalbaar was. Al snel riep hij dat ik niet moest proberen om hem achterna te komen, het zou mij zeker niet gaan lukken. Hij ging ervan uit dat hij zelf wel boven zou kunnen komen, maar of hij daarna ook weer via die smalle pijp zou kunnen afdalen, dat was echt heel twijfelachtig. Zeker omdat zijn rugzak, met daarin de fotocamera en diverse lenzen, hem daarbij behoorlijk in de weg zou zitten. Hij kon dan ook maar één ding besluiten, omdraaien en terug naar beneden. En zelfs dat bleek al behoorlijk lastig te zijn!
We hadden nu nog één petroglyph panel in de planning staan, daarvoor moesten we naar het noorden van Moab. Terwijl we via de Kane Creek Road terugreden zagen we dat de rotswand direct langs van de weg met een houten omheining was afgezet. En er stond ook een informatiebord met daarop het embleem van de BLM, daar moest dus iets te zien zijn. En ja, we kregen er zomaar zonder er ook maar enige moeite voor te hoeven doen nóg een petroglyph panel bij. Dat was de Moonflower Canyon Petroglyph Panel, zo stond er op het bord vermeld. Op de rotswand zagen een groot, driehoekig figuur in de Barrier Canyon Style, met daaronder diverse dicht bij elkaar getekende herten, bighorn schapen en abstracte figuren. Om eerlijk te zijn, we hebben wel ooit mooiere panels in deze stijl gezien.
Wat zijn we de Courthouse Wash Rock Art Site al vaak voorbij gereden, zonder dat we ook maar enig idee hadden van het bestaan ervan. En het ligt zó dicht bij Moab, net voorbij de Colorado River. We parkeerden de auto op het parkeerterrein bij milemarker 129, vanaf daar hoefden we slechts een paar honderd meter te lopen en een stukje via de rotswand omhoog te klimmen. Het panel was bijna 6 meter hoog en zo’n 16 meter lang, veel groter dus dan de andere panels die we vandaag hadden gezien. En ongetwijfeld is het ooit nóg groter geweest, er waren diverse stukken steen uit de rotswand gevallen waardoor sommige figuren er nog maar gedeeltelijk op stonden. Het ging hier niet om petroglyphs (figuren die in de rotswand zijn gekrast) maar om pictographs (die zijn getekend of geschilderd). Net zoals de petroglyphs van vanmorgen, van de Moonflower Canyon panel, vertegenwoordigden de pictographs die hier op de Courthouse Wash Rock Art Site te zien waren de voor ons inmiddels goed herkenbare Barrier Canyon Style. Behalve de typerende driehoekige menselijke figuren zagen we ook weer allerlei dieren en abstracte figuren. Niet alles was nog duidelijk zichtbaar, doordat het panel vaak in de felle zon staat zijn veel van de figuren erg vervaagd. Bovendien hebben vandalen het panel in 1980 deels vernield, de beschadigingen zijn daarna overigens wel gerestaureerd. Ondanks deze twee minpuntjes vonden wij nog steeds dat dit panel dik de moeite waard was, we waren blij dat we er even wat tijd voor hadden vrijgemaakt.
Negen jaar geleden waren Hans en ik, samen met onze zoon Rob, in de brandende zon naar Delicate Arch gelopen. Wat had ik het toen zwaar gehad….. We wilden deze hike heel graag eens overdoen, de temperatuur was nu heel wat aangenamer dan destijds dus dat was een belangrijk pluspunt. Op de parkeerplaats bij de trailhead was het, zoals we al hadden verwacht, behoorlijk druk. Maar gelukkig waren er nog een paar plekken vrij en konden we onze auto parkeren. Een paar minuten later al begonnen we aan de wandeling: we zouden een kleine 2,5 kilometer moeten gaan lopen en daarbij een hoogteverschil van 146 meter moeten overwinnen. Het viel me op hoe weinig ik had onthouden van negen jaar eerder, in mijn herinnering bestond de hike voor het grootste deel uit een steil slickrockplateau en een brede rotsrichel, net vóór Delicate Arch. Het pad vóór het slickrockplateau en het zanderige gedeelte daarna waren helemaal uit mijn geheugen verdwenen. En die brede rotsrichel, die was veel korter dan dat mijn geheugen mij had wijsgemaakt. Maar wat ik wel goed had onthouden, dat was de aanblik van Delicate Arch op het moment dat je het einde van die richel bereikt, de impact van zo’n bijzonder moment vergeet je echt niet!! |
|
 |
|
Te midden van de vele andere toeristen zochten we een plekje om even lekker te gaan zitten en van de mooie arch te genieten. Vrijwel voortdurend stonden er wel een of meer mensen voor de arch te poseren, wat op zich best een vermakelijk schouwspel was. Zelf hoefden we niet zo nodig, we maken liever foto’s van de natuur dan van onszelf. ’t Was niet erg dat er steeds mensen voor Delicate Arch stonden, op die manier zie je immers het beste hoe groot die is. Maar we wilden toch ook wel graag eens een foto met alleen de arch maken, en dat bleek nog niet zo makkelijk te zijn. Maar ja hoor, ineens was er toch éven dat moment waarop er niemand in beeld stond….. heel snel afdrukken dus! Onze andere wens, een mooie zonsondergang, werd niet vervuld. Maar dat wisten we vooraf al, een wolkenloze hemel levert nu eenmaal geen mooie kleuren op.
In 2001 bezochten we Arches National Park voor het eerst. Sindsdien zijn we er – deze vakantie meegerekend – nog vier maal teruggeweest. The Windows Section, Fiery Furnace, Balanced Rock, the Garden of Eden, Park Avenue, en Delicate Arch natuurlijk, we hebben er ontzettend veel gezien …. En nu hebben we dan ook de Devils Garden Trail en de Klondike Bluffs Section aan dat mooie rijtje toe kunnen voegen. We kunnen dan ook met volle overtuiging zeggen dat we dit schitterende park héél goed hebben bekeken. Toen we het park uitreden was net Adèle op de radio te horen, met het prachtige en enigszins weemoedige “Someone like you”. En dat paste helemaal bij ons “We nemen afscheid van Arches National Park”-gevoel. We verwachten immers dat we hier in elk geval tijdens de komende jaren niet meer terug zullen komen. |
|

Sunset Delicate Arch, Arches National Park |
|
Dag 11 : dinsdag 10 maart
: moab - needles overlook - anticline overlook - monticello |
|
Gereden: 167 mijl
We hadden een rustdag vandaag. Of, beter gezegd, onze voeten hadden een rustdag. Er stonden geen hikes op het programma, alleen een lange autorit, twee arches en een paar mooie viewpoints. Vanuit Moab reden we via Highway 191 naar het zuiden, na dik 20 mijl draaiden we de onverharde Looking Glass Road in. Vanaf de afslag was het nog maar een klein stukje, 2 mijl om precies te zijn, voordat we ons eerste doel bereikten: Looking Glass Arch. Wandelschoenen waren niet nodig, de arch lag direct naast de weg, een stukje boven ons in een rotswand. Even een korte klimpartij was natuurlijk geen probleem, we wilden de arch graag van wat dichterbij bekijken. ’t Zou zelfs mogelijk zijn om tot helemaal in de rotsboog omhoog te klimmen, maar dat laatste stukje was wel wat tricky…. ‘t was daar vrij steil. En dat gingen we dus niet doen, we hadden immers een rustdag vandaag, toch! Dat betekende wel dat we vanuit slechts één hoek een foto konden maken, maar daar waren we zeker al tevreden mee.
Thuis hadden we uit zitten puzzelen hoe de Looking Glass Road voorbij de arch verder ging, we wisten dan ook dat die 17 mijl verderop uit zou komen op de Needles Overlook Road. Dat was een heel stuk korter dan wanneer we via de verharde weg zouden rijden. Niet dat dat ook betekende dat het een snellere route zou zijn, maar dat maakte ons niet uit. Via een onbekende, onverharde weg door de backcountry rijden is immers veel leuker dan opnieuw een rit via Highway 191. Al snel bereikten we een splitsing die we tijdens onze voorbereidingen niet hadden gezien, dus we moesten gokken welke kant we op moesten rijden. Met behulp van de GPS besloten we dat rechtsaf waarschijnlijk de beste keuze zou zijn. Een stukje voorbij de splitsing zagen we een opmerkelijk verschijnsel. Het leek wel of er in de verte rechts van ons, direct bij een flinke rotswand, een hele groep huizen stond. Maar er was iets vreemds mee, we moesten echt nog eens een keer extra kijken om te zien wat er nu eigenlijk aan de hand was. Wat bleek, we zagen alleen de voorzijde van de huizen. Een wand met daarin ramen en een deur, geschilderd in opvallende kleuren zoals blauw en geel. Blijkbaar waren er aan de onderzijde gaten in de rots gemaakt, de huizen bevonden zich dus letterlijk IN de rots. Voor stroomvoorziening was ook gezorgd, zagen we, er stonden diverse zonnepanelen. Heel apart hoor, om zoiets in the middle of nowhere aan te treffen. Natuurlijk waren we best nieuwsgierig, wie zou er nu voor kiezen om op een dergelijke locatie zo’n aparte huizen te bouwen? Het antwoord op die vraag vonden een paar weken later, thuis achter onze computer. De plek die we hadden gezien heette Rockland Ranch. Begin jaren ’80 van de vorige eeuw werd ene Bob Foster door de mormonen uit de geloofsgemeenschap verstoten, hij stichtte toen langs de Looking Glass Road zijn eigen sekte. Hij woonde er met zijn drie vrouwen en een heel stel van zijn tientallen kinderen en vele kleinkinderen. Foster is inmiddels overleden, zijn zoon Enoch is nu de leider van de Rockland Ranch. Volgens het artikel gaat het hier (gelukkig!) niet om zo’n akelige, wereldvreemde sekte als die in Hilldale en Colorado City, waarover ik in twee eerder reisverslagen heb geschreven.
Voorbij de Rockland Ranch kwamen nog enkele keren een splitsing tegen. Lastig, want méér dan alleen het waypoint op onze GPS dat aangaf waar we uiteindelijk op de Needles Overlook Road uit zouden moeten komen hadden we niet. Steeds opnieuw moesten we gokken, gaan we links of rechts, draaien we af of gaan we rechtdoor? En tegelijkertijd werd de weg smaller, hobbeliger en hier en daar ook wat zanderig. Hemelsbreed gezien waren we niet heel ver meer van het GPS-punt vandaan, maar toch, de twijfel werd steeds groter. We konden er niet zonder meer vanuit gaan dat we nog op de goede route zaten, en de kans was aanwezig dat we ergens op een nóg smaller weggetje terecht zouden komen waar keren niet meer mogelijk zou zijn….. We besloten om het zekere voor het onzekere te nemen, we draaiden om en gingen dat hele eind terug, helemaal tot aan Highway 191.
En zo reden we even later weer als brave nette toeristen via de Highway naar het zuiden. Daarna gingen we verder in noordwestelijke richting, via de Needles Overlook Road. Heel in de verte zagen we zowaar die rots met de ingebouwde woningen nog liggen, als we ons dirtroad-avontuur van zojuist hadden doorgezet waren we zeer waarschijnlijk al lang op dit punt geweest. Ach, niet getreurd, we hadden tijd genoeg vandaag, dus zoveel maakte het niet uit.
De Needles Overlook Road eindigt op het uiterste puntje van een hoge rotspunt die diep in het landschap uitsteekt. ’t Zag er keurig netjes uit, er was een ruime parkeerplaats, we zagen een pit-toilet en overal stonden picknicktafels. En dat kwam goed uit, want het was net etenstijd toen we daar aankwamen. Al kozen we er bij nader inzien voor om niet aan zo’n picknicktafel te gaan zitten, we vonden het veel aantrekkelijker om onze eigen stoelen uit de achterbak van de auto te pakken en die naar het dichtstbijzijnde uitkijkpunt te dragen. Van daaruit hadden we een veel beter zicht over de omgeving dan vanaf de picknickplaats. Dat was dubbel genieten, zowel van het ongelooflijk weidse uitzicht als van een overheerlijke boterham met aardbeien! Na het eten werd alles weer ingepakt, en pakten we onze fotospullen bij elkaar met de bedoeling om een stukje langs de rim af te gaan lopen. We wilden de auto op slot doen, maar ja, dan moet je wel weten waar de sleutels zijn natuurlijk. En, dat moge duidelijk zijn, dat wisten we dus niet! We hebben écht lang gezocht, in alle broekzakken, in de auto, onder de auto, op het uitkijkpunt waar we net hadden gegeten….. zonder resultaat. Op gegeven moment zijn we systematisch alle spullen uit de auto gaan halen om te kijken of de sleutels ergens tussen waren geraakt. En ja hoor, daar vonden we ze. In het netje in de armleuning van een van onze picknickstoelen, dat netje waar je een blikje drinken in kan zetten bedoel ik. Pffff, opluchting!
We konden een heel stuk langs de rim lopen, en naar alle kanten toe – zuid, west en noord – konden we enorm ver wegkijken. Op zo’n 450 meter beneden ons lag een ruig rotslandschap zonder speciale blikvangers daarin, het was één onafgebroken vlakte met donkerbruin gekleurde rotskloven en rotsrichels. Heel in de verte waren er meer hoogteverschillen, zo zagen we in het westen het gebied waar ergens – niet zichtbaar voor ons – de Colorado River en de Green River bij elkaar komen. En in het zuidwesten lag de Needles Section van Canyonlands National Park, waar we voor morgen de zware hike naar Druid Arch hadden gepland. ’t Was een machtig mooi uitkijkpunt, en natuurlijk hebben we er veel foto’s gemaakt. Maar ter plekke zagen we al dat het eigenlijk niet mogelijk was om de enorme weidsheid goed op de foto over te laten komen, daarvoor hadden er op de voorgrond meer opvallende details moeten staan. De foto’s die we hier hebben geplaatst geven dus slechts een zeer beperkt beeld van wat je ter plekke met eigen ogen kunt zien.
De Needles Overlook is onderdeel van Canyons Rim Recreation Area. Tot het recreatiegebied behoort nog een tweede uitkijkpunt, Anticline Overlook genaamd. Daarvoor moesten we nog ruim 15 mijl via een onverharde weg naar het noorden rijden. De route was niet echt boeiend, maar omdat de weg goed begaanbaar was schoot het wel lekker op. Vanaf de parkeerplaats moesten we een klein stukje lopen, en toen zagen we dus voor de tweede keer vandaag een prachtig rotslandschap aan onze voeten liggen. Geen ongerept rotslandschap deze keer….. want recht voor ons lagen de gebouwen en de helderblauwe basins van de Potash Site, een bedrijf dat zich bezighoudt met zoutwinning. Op zich levert dat natuurlijk een mooi contrast op, die donkerbruine rotsen en die blauwe basins. Maar toch…. het zou nog veel meer indrukwekkend zijn geweest als die er niet hadden gelegen. Anticline Overlook gaf weer een heel ander beeld dan Needles Overlook, vooral naar het noordoosten toe vond ik het uitzicht werkelijk fantastisch. Mooie rotsen op de voorgrond, diverse rotslagen daarachter, en vervolgens ook nog de besneeuwde toppen van de La Sal Mountains om het plaatje helemaal compleet te maken. Wel grappig trouwens, we hadden vandaag al enorm veel mijlen gereden en toch bevonden we ons hemelsbreed nog heel dicht bij Moab. We herkenden zelfs de Kane Creek Road, aan het noordelijke uiteinde daarvan hadden we gisteren nog de petroglyphs gezien. We konden goed zien hoe de Kane Creek Road door het rotslandlandschap kringelde, we zagen dat er direct naast de weg stukken waren vlakgemaakt. Duidelijk met het oog op toekomstige bebouwing. Jammer eigenlijk, we vragen ons af hoe het er hier over een aantal jaren uit zal zien.
In het begin van het verslag van deze dag schreef ik dat we voor vandaag twee arches en twee uitkijkpunten op de planning hadden staan. Eén arch hadden we dus nog tegoed. Zoals zo vaak was ook dit weer een arch waarvan de naam perfect was gekozen, er zat namelijk een leuk stenen wijnglas vast aan de zijwand van een rots. We moesten er zowaar een paar minuten voor lopen om dicht bij Wine Glass Arch te kunnen komen, dwars door het open veld. We hadden de afgelopen dagen zeker méér indrukwekkende arches gezien, maar toch vonden we dat ook deze leuke arch absoluut een plekje in ons reisverslag verdiende.
Dat Monticello geen wereldstad is, dat wisten we natuurlijk wel. Maar het plaatsje was nog onooglijker (raar woord, maar hier wel op z’n plaats) dan we hadden beseft. Gelukkig vonden we nog wel een acceptabel motel, maar we slaagden er niet in een fatsoenlijk restaurant te vinden. De Subway bleek onze redding, we hebben daar twee foot long sandwiches gehaald en die lekker op onze motelkamer opgegeten. Inmiddels hadden we een goed bericht gekregen van Canyonlands National Park. Er lag op de naar het noorden toe gerichte plekken nog wel wat sneeuw op de trail naar Druid Arch, maar niemand had melding gemaakt van onoverkomelijke hindernissen. Je snapt ‘t , we waren heel blij met dit nieuws.
We spraken af om morgen vroeg op te staan, zodat we goed op tijd aan de wandeling zouden kunnen beginnen. We gebruiken altijd onze mobiele telefoon als wekker en als horloge. Maar waar was die eigenlijk? Dat was nu al de tweede keer vandaag dat we niet wisten waar we iets hadden opgeborgen. Ik besefte al vrij snel dat ik de telefoon niet was tegengekomen toen we bij de Needles Overlook naar de autosleutels hadden gezocht, ik vreesde dan ook dat we ‘m echt kwijt waren. We haalden nu onze satelliettelefoon erbij, daarmee belden we naar het nummer van de mobiele telefoon. Zonder resultaat, we hoorden ‘m niet overgaan. Waarna we dus alleen maar tot de pijnlijke conclusie konden komen dat we (opnieuw) niet zorgvuldig genoeg met onze spullen waren omgegaan, we slagen er bijna elke reis wel in om iets kwijt te raken! Gelukkig stond op de motelkamer een klokje waarop we de wektijd in konden stellen. Eén ding viel trouwens wel reuze mee, het was een stuk vroeger dan we hadden verwacht. Lekker, zo lagen we mooi op tijd in bed en konden we nog heel wat uurtjes slapen voordat we morgenvroeg gewekt zouden worden. |
|
Dag 12 : woensdag 11 maart
: monticello - canyonlands national park - blanding |
|
Gereden: 128 mijl
De wekker begon te zoemen precies op het moment dat in de display de cijfers 06.00 verschenen. We waren meteen klaarwakker, ’t was best wel spannend dat we vandaag dan toch eindelijk de Druid Arch Trail zouden kunnen gaan lopen. ’t Viel Hans op dat er al zoveel licht door het raam naar binnen toe viel…. en dat om 6 uur ’s ochtends. Ik besefte meteen wat er aan de hand was, het klokje hier op de motelkamer was het afgelopen weekend – toen de zomertijd was ingegaan – niet verzet. Het was geen 6, maar al 7 uur! Daar ging ons mooie plan om al lekker vroeg aan de wandeling te beginnen.
Wassen, aankleden, lunchpakketjes maken, tassen inpakken en de auto inruimen….. en daarna nog de lange rit naar Canyonlands National Park…. Op het moment dat we helemaal startklaar bij de trailhead stonden waren we alweer 2 uur verder, het was precies 9 uur toen we aan de 18 kilometer lange wandeling begonnen. Het eerste deel van de hike kenden we al, we liepen namelijk dezelfde route als in 2009, toen we naar Chesler Park waren geweest. We wisten dus al dat we eerst een stevig stuk moesten klimmen, en dat direct daarna een vrij eenvoudig gedeelte kwam, lekker vlak via slickrock en via zandpaadjes. Zo, de eerste 2,5 kilometer hadden we achter de rug. Nu begon het serieuze werk: de afdaling in Elephant Canyon. Die hadden we zes jaar geleden ook al gedaan, ik wist nog dat het enigszins inspannend was, maar nergens echt moeilijk. We zagen nu wat sneeuwresten hier en daar, op plekken waar de zon niet door kan dringen, maar het pad was overal goed begaanbaar. Eenmaal beneden in de canyon zagen we het bord staan waar we de vorige keer nog smachtend naar hadden gekeken: rechtdoor = Chesler Park, linksaf = Druid Arch. De mensen die rechtdoor liepen mochten meteen weer aan de andere zijde van Elephant Canyon naar boven klimmen. Wij konden echter beneden in de canyon blijven.
In diverse reisverslagen had ik gelezen dat op de bodem van Elephant Canyon veel los zand ligt, en dat het daardoor best zwaar lopen is. ’t Viel ons mee, doordat het zand nog maar pas nat was geweest was het veel steviger en dus makkelijker begaanbaar. Nu hep elk voordeel ook z’n nadeel, om maar eens een Bekende Nederlander te citeren. En dat nadeel, dat waren de plassen water die ons op sommige plekken nog canyonbreed de weg versperden. Gelukkig konden we die via wat hoger gelegen paadjes omzeilen, zo konden we onze voeten droog houden. ’t Ging allemaal prima, al was het natuurlijk wel wat vermoeiender en kostte het net wat meer tijd op deze manier.
We waren al een paar uur onderweg toen we een dryfall bereikten, een schuine, gladde rotswand waar we tegenop moesten klimmen. Ik had daar al wat verontrustende ‘dit is moeilijk’-verhalen over gelezen, dus ik hoopte maar dat het mij zou lukken om boven te komen. Het zou immers wel erg zuur zijn als ik dat hele eind voor niets zou hebben gelopen. De eerste driekwart van de klim vielen nog wel mee, het was wat glibberig maar ik had toch net voldoende grip om me staande te houden. ’t Venijn zat ‘m in het laatste stuk, het ging daar nóg wat steiler omhoog en ik kon me nergens aan vasthouden; ik was bang dat ik zou gaan glijden en ergens beneden aan de helling terecht zou komen, met armen en benen in de kreukels. Zoals meestal in dit soort situaties is ’t Hans die als eerste naar boven gaat, het kostte hem behoorlijk wat moeite maar ’t lukte hem wel! Vervolgens bleken mijn Nordic wandelstokken voor de perfecte oplossing te zorgen: hij hield van bovenuit het ene uiteinde vast en ik pakte de andere kant stevig vast, die extra steun was net voldoende om ervoor te zorgen dat ik ook boven kon komen. Pfffff…… dat ging echt maar net!
Ik wist dat er nu vrijwel direct een tweede obstakel zou volgen, een metalen ladder met slechts vier treden. Die ladder was niet het probleem. Het was de rots waar die tegenaan stond, vanaf de bovenste tree konden we niet zomaar bovenop die rots stappen. Nee, we moesten over de schuine bovenzijde van de rots een klein stukje naar links schuifelen, en pas daar kregen we weer een mooie rechte stevige ondergrond onder onze voeten. Maar ook dit lukte, en dat gaf natuurlijk wel echt een kick. Yes, nu moest het vast gaan lukken om Druid Arch te bereiken!!
We keken al heel verwachtingsvol om ons heen, maar de arch was nog nergens te zien. Terwijl die toch echt heel dichtbij moest zijn. Tja, de wandeltocht had nog één laatste verrassing voor ons in petto, we kwamen er nu pas achter dat we via een steile rotswand nog een flink stuk omhoog moesten klimmen. Gelukkig bleek dat voor mij veel minder problemen op te leveren dat de dryfall en de ladder. De helling waar we tegenop moesten was ruig en steil, maar er was wel voldoende houvast overal. En zolang ik maar voldoende grip heb en niet bang hoef te zijn dat ik ga glijden, durf ik zo’n klim prima aan. Ik was helemaal buiten adem toen ik de rand bereikte. In eerste instantie door de inspannende klim. En in tweede instantie door de aanblik van Druid Arch. Daar was ie dan, wat een ongelooflijk mooi moment was dit!
Zo’n 140 meter hoog stond ie boven ons uit te torenen. Bijna rechthoekig, en met twee hoge lange openingen erin. Totaal anders dan de vele arches die we al ooit eerder hebben gezien. Zes jaar lang hadden we naar dit moment uitgekeken, lange tijd hebben we gedacht dat deze hike voor ons niet haalbaar zou zijn. Maar nu stonden we hier dan toch, wat een prachtige beloning voor de zware inspanning die we hiervoor hadden moeten verrichten.
Natuurlijk was ik flink moe. Ik heb een goede zitplek gezocht en mijn schoenen uitgedaan, en daar uitgebreid gepauzeerd. Laat Hans de foto’s maar maken, ik wil rusten! Behalve wij tweeën was er helemaal niemand hierboven, dat verbaasde ons wel want Druid Arch is toch best wel een populaire bestemming. Pas na een half uur hoorden we voetstappen, even later verscheen er een jonge kerel die de wandeling in z’n eentje had gemaakt. We hebben nog even met hem staan kletsen, hij was net afgestudeerd en hij had nu een jaar vrij genomen om door de USA rond te kunnen trekken. Nee hoor, we zijn helemaal niet jaloers…… ’t Laatste stuk van de wandeling had hij als erg zwaar ervaren, tijdens de laatste mijl was de gedachte “It better be worth it!!” nadrukkelijk bij hem opgekomen. Hoe herkenbaar! Gelukkig was hij het wel helemaal met ons eens dat de aanblik van Druid Arch alle moeite méér dan waard was. Kort na de man kwam er ook nog een jong stel naar boven, die waren niet zo spraakzaam dus met hen hadden we geen contact.
Uiteraard moesten we nu dat hele eind nog terug. Eerst via de schuine helling omlaag, dat ging prima. Maar toen die ladder…… ik vond het doodeng om over die rots naar de bovenste tree te schuifelen. Ook het jonge stel, dat dus veel minder lang boven was gebleven dan wij, arriveerde nu op dit punt. We besloten om hen maar even voor te laten gaan, zodat ik niet nog zenuwachtiger zou worden met twee extra paar ogen die mijn gestuntel zouden kunnen aanschouwen. Het meisje vond het al net zo eng als ik, maar ze zette door en bereikte veilig de ladder. De jongen bood mij zijn hulp aan, heel lief van hem natuurlijk. Maar ik moest het toch echt zelf doen, het was niet echt een plek waar je iemand kon ondersteunen of iemands hand vast kon houden. Ach, wie regelmatig onze reisverslagen leest weet dat ik me altijd druk maak om dit soort dingen, maar uiteindelijk lukt het toch altijd weer. Dus op een of andere manier slaagde ik er toch in om – met heel veel schrik – de ladder te bereiken. Nu alleen die dryfall nog! Hier kon ik gelukkig wel de hulp van een andere wandelaar aannemen, Hans en die man stonden allebei op zo’n driekwart hoogte terwijl ik me al zittend omlaag liet glijden, met mijn voeten tegen hun uitgestoken handen aan. We schuifelden vervolgens nog wat verder omlaag, op dat moment komt er dus een man – precies zoals ik het in mijn gedachten al met mezelf had zien gebeuren – zonder controle al glijdend naar beneden. Gelukkig kon Hans hem bij z’n arm vastgrijpen en zo z’n snelheid afremmen. Ik voelde me meteen wat minder aanstellerig, blijkbaar had ik toch niet al te veel fantasie gehad.
Ik wist nu dat er geen lastige dingen meer zouden komen. En daardoor kon ik nu weer al mijn aandacht op de omgeving richten. Want natuurlijk ging het ons vandaag niet alleen om de arch, maar ook om het prachtige gebied waar we nu al urenlang doorheen liepen. Helaas hebben we er vrijwel geen foto’s van gemaakt. Dat was een bewuste keuze, als je eenmaal begint met fotograferen dan blijf je vaak aan de gang, en dat zou veel te veel tijd hebben gekost. Vandaar dus dat de fototoestellen tijdens de wandeling vrijwel voortdurend in de rugzak hebben gezeten. Om 5 uur ’s middags, precies acht uur nadat we aan de hike waren begonnen, stonden we weer naast de auto. Behoorlijk kapot, maar wel ontzettend trots en tevreden. Dit hadden we toch maar mooi voor elkaar gekregen! |
|
Dag 13 : donderdag 12 maart
: blanding - new wave - horseshoe bend - page |
|
Gereden: 270 mijl
Het was weer tijd om onze planning eens goed onder de loep te nemen. Eigenlijk hadden we rondom Blanding diverse Anasazi Ruïns en Rock Art Panels willen gaan bekijken, maar dat ging niet lukken. De sneeuw was hier nog lang niet weggesmolten, en de onverharde wegen lagen er abominabel slecht bij. Rondom Flagstaff was het de afgelopen dagen warmer geweest, we hadden goede hoop dat de plekken die we daar een kleine twee weken geleden hadden overgeslagen, nu wel bereikbaar zouden zijn. En bij Page lagen nog steeds de White Cliffs op ons te wachten……
Het was al 10 voor 9 toen we uit ons motel vertrokken. Meestal gaan we vroeger op pad, maar omdat we voor vandaag geen druk programma hadden was het niet erg dat we nu pas zo laat op gang kwamen. Zo’n drie-en-een-half uur nadat we Blanding verlieten, arriveerden we in Page. Waar we dus nog een hele middag tot onze beschikking hadden. We besloten om allereerst te gaan checken of de route naar de White Cliffs Area, die zes dagen geleden nog te modderig was, nu wel begaanbaar zou zijn. En inderdaad, zoals we al hoopten was de modder inmiddels opgedroogd, de weg lag er prima bij. Tenminste…… voor zover die weg nog aanwezig was! Het laatste stuk bleek compleet verdwenen te zijn, weggespoeld in een flash flood. Het goede nieuws was dat we tot op zo’n 500 meter van de trailhead konden komen, niets stond ons dus nog in de weg om alsnog naar de White Cliffs te gaan. Maar niet vandaag, daarvoor was de geplande hike veel te lang. |
|
 |
 |
 |
|
Via Highway 89 reden we terug naar Page. Aan de rechterkant van de weg zagen we een gebied met interessante rotsformaties, zo van een afstand leek het erop dat we daar wel naartoe zouden kunnen lopen. Maar vrijwel direct werd de weg al versperd door een hek, waarschijnlijk lag het mooie gebied op privéterrein. We zijn dus maar niet verder gegaan. Maar nu we hier toch langs de kant van de weg stonden, konden we wel even de lage rots bekijken die nog vóór het hek lag. Dat ding stond helemaal vol gekrast met namen. En met helemaal vol bedoel ik dus echt dat van boven tot beneden en van links tot rechts elke centimeter was gebruikt. We zagen kleine oppervlakkige krabbels, maar ook diep ingekraste letters waar men duidelijk een hele tijd mee bezig moet zijn geweest. Jammer dat ze voor ons niet een plekje hadden overgelaten, anders hadden wij ook nog wel even een boodschap kunnen achterlaten.
Ik heb het al vaker geschreven, het weerbericht was voor ons een belangrijk hulpmiddel om tijdens deze reis de route te bepalen. Tja, wat doe je dan als je het volgende bericht op de autoradio hoort: “It could be rain, it could be snow, it could be a sandstorm. Good luck with this weather report. Have a nice day!” We zouden vandaag zelf maar weerman en weervrouw moeten spelen, regelmatig eens een blik naar boven werpen en kijken of er regenwolken in de buurt zaten. Kort voordat we Page bereikten zag het er gelukkig nog prima uit, vandaar dus dat we het gerust aandurfden om een kijkje te gaan nemen in twee direct naast elkaar gelegen gebieden waarover we op een Duits USA-forum hadden gelezen. The New Wave en The Wrong New Wave, zo werden deze gebieden door de Duitsers genoemd. We begrijpen heel goed hoe ze aan die namen zijn gekomen, de vorm van de rotsen en de mooie lijnen daarin doen inderdaad wel denken aan die van de échte Wave, die enkele tientallen mijlen verderop ligt. Al moet ik daar eerlijkheidshalve wel aan toevoegen dat deze twee nieuwe ‘Wave-jes’ zich qua schoonheid absoluut niet kunnen meten met hun meer bekende evenknie. Maar toch, voor vandaag was het een prima manier om de middag op een nuttige manier vol te maken. Je kan immers niet drie weken lang alleen maar top-ervaringen hebben.
In Page boekten we een kamer in de Travelodge. Dat is geen geweldig motel, maar wij zijn niet veeleisend dus voor ons voldeed het prima. We besloten om lekker vroeg te gaan eten, zodat we daarna nog genoeg tijd zouden hebben om nog even op pad te gaan. Ons doel was Horseshoe Bend, een prachtige plek die we ook in 2006 en 2008 al eens hadden bezocht. Het leek ons wel mooi om daar nu ook eens een zonsondergang mee te maken. Op het moment dat we bij het restaurant naar buiten stapten regende het. Maar gelukkig, tegen de tijd dat we de parkeerplaats bij Horseshoe Bend opreden was het alweer droog. Toen we hier negen jaar geleden waren, was het nog een vrij onbekende bestemming. Twee jaar en veel publicaties op internet later bleken al veel meer mensen op de hoogte te zijn van het bestaan van dit uitkijkpunt, het was toen al beduidend drukker. Maar nu…. het leek de Efteling wel! De flink uitgebreide parkeerplaats stond bijna helemaal vol, het was een komen en gaan van toeristen die Horseshoe Bend allemaal met eigen ogen wilden zien. Langs de rim stond één onafgebroken rij van mensen, een heel stel van hen met statief. Hans heeft gauw zijn eigen plekje veroverd, en daar ook zijn statief opgesteld. En daar hebben we het dus langzaam aan donker zien worden, Hans heeft heel wat plaatjes kunnen schieten in allerlei verschillende licht-condities. ’t Enige nadeel was dat hij het daarna, toen hij op de motelkamer bezig was met het live reisverslag, wel heel moeilijk vond om maar één foto uit te kiezen. Met andere woorden: het was een zeer geslaagde fotosessie die veel mooie foto’s heeft opgeleverd. Ook al was dit dan niet echt een van de meest enerverende dagen van onze vakantie, we hebben ons toch prima vermaakt. |
|

Horseshoe Bend, Page, Arizona |
|
|
 |
|
|
|