 |
|
 |
West Amerika 2001 "The Ride" |
|
In de zomer van het jaar
2001 hebben wij een rondreis gemaakt door het zuidwesten
van Amerika. Het vooraf samenstellen van de route was
nog een hele puzzel, we hadden natuurlijk allemaal zo
onze wensen en die bleken, letterlijk, nogal ver uit
elkaar te liggen. Om precies te zijn: van het pretpark
Six Flags Magic Mountain bij Los Angeles, tot
Mesa Verde National Park in
Colorado. We kozen ervoor om zoveel mogelijk te zien in
een vrij korte tijd, en we slaagden erin om de
belangrijkste punten in een route van twee weken op te
nemen. En op 23 juli was het dan zover: we gingen naar
Amerika! |
|
Print PDF Document |
|
Dag 1 : Gerwen - Eindhoven - Amsterdam -
Chicago - Las Vegas
Dag 2 : Las Vegas - Grand Canyon
Dag 3 : Grand Canyon - Monument Valley - Kayenta
Dag 4 : Kayenta - Mesa Verde
Dag 5 : Mesa Verde - Canyonlands - Arches - Moab
Dag 6 : Moab - Capitol Reef - Bryce Canyon
Dag 7 : Bryce Canyon - Zion - Las Vegas
Dag 8 : Las Vegas
Dag 9 : Las Vegas - Death Valley - Mammoth Lakes
Dag 10 : Mammoth Lakes - Yosemite - El Portal
Dag 11 : El Portal - Los Angeles
Dag 12 : Los Angeles
Dag 13 : Six Flags Magic Mountain
Dag 14 : Universal Studio's
Dag 15 en 16 : Los Angeles-Londen-Amsterdam-Eindhoven-Gerwen |
|
Dag 1: maandag 23 juli 2001 - de heenreis |
|
Zenuwslopend! Dat is het beste woord om het begin van onze
heenreis te beschrijven. We hadden een vlucht geboekt van
Eindhoven Airport naar Amsterdam, vanwaar we verder zouden
vliegen naar Chicago en Las Vegas. We waren ruim op tijd in
Eindhoven aanwezig, onze vlucht stond netjes op de borden
aangegeven als "op tijd". Maar helaas, onze vlucht wás
helemaal niet op tijd, zelfs niet te laat.... de vlucht was
geannuleerd! En de KLM was vergeten deze informatie op de
borden aan te passen, én had er ook even niet aan gedacht om
de wijziging om te roepen.
Met een taxi zijn we - vliegensvlug, dat wel - op kosten
van de KLM naar Schiphol gereden. Rond elf uur kwamen we
aan, terwijl onze vlucht om half twaalf zou vertrekken. Een
beveilingsman hield ons nog even op. Hij wilde weten wat al
die kleine, ronde dingen in onze bagage waren?? Batterijen,
meneer, stapels batterijen. Onze kids willen hun walkman
gebruiken, in het vliegtuig! Gelukkig had het personeel van Eindhoven Airport hun
collega's in Amsterdam al gewaarschuwd, ze wisten dat wij
eraan kwamen. Van Schiphol heb ik niets meer gezien, we zijn
gewoon blindelings achter een KLM-dame aan gerend die ons
naar onze gate bracht. We hadden geen vijf minuten later
moeten komen....... het vliegtuig vertrok vrijwel meteen
nadat we ons doodmoe in onze stoelen hadden laten
zakken......
De vlucht naar Chicago verliep heel rustig. Dat hadden
we nodig, even bijkomen van de schrik. En natuurlijk was
het opnieuw erg mooi om de uitgestrekte ijsvlaktes van
Groenland en Canada onder ons voorbij te zien trekken.
Vooral voor Melanie en Rob, die dit voor de eerste keer
zagen. Voor de overstap in Chicago hadden we ruim de
tijd, zodat we op ons gemak deze mooie, grote luchthaven
konden bekijken. Buiten zag het er minder mooi uit: net
als in Nederland regende het flink!
Maar dat was in Las Vegas wel anders! Toen we de
bekende skyline van deze wonderlijke stad vanuit de
lucht steeds dichterbij zagen komen, was het vooral het
nieuwe Bellagio-hotel dat onze aandacht trok, zo fel
stond het in de zon te schitteren. Die zon brandde nog
steeds onbarmhartig, toen we even later met het busje
van Hertz naar het parkeerterrein werden gebracht, waar
de huurauto's staan. De chauffeur van het busje dropte
ons nogal abrupt, wees een auto aan, en was alweer weg
voordat we het goed en wel beseften. Okay, hij had die
mooie witte Buick aangewezen, dus dat zou toch vast wel
gedurende de komende twee weken onze auto zijn! De
mannen bekeken 'm even, zeer goedkeurend. Vooral Rob was
erg tevreden, deze auto was toch wel even heel wat beter
dan dat vehikel waar we thuis mee rondrijden. Ik geloof
dat hij ter plekke al een emigratie naar Amerika stond
te overwegen.
De koffers de auto in, even kijken hoe alles werkt, een
rondje over het parkeerterrein... en dan.. Las Vegas in.
Het grootste probleem was de laag staande, felle zon. We
zagen maar nauwelijks hoe we reden. Gelukkig vonden we
al snel de juiste weg, en ons hotel, waar onze bedden op
ons stonden te wachten. De eerste indruk van het hotel - het Best Western
McCarran Inn aan de Paradise Road - was niet al te best.
Het zag er een beetje achterbuurtachtig uit. Lang niet
zo mooi als de hotels die we van onze vorige reis gewend
waren. Maar de bedden waren goed, het sanitair was
schoon. En de airco deed het... ook erg belangrijk. Want
het was wel even wennen hoor, het was behoorlijk warm in
Las Vegas, ook al was het al avond.
Ondanks dat we erg moe waren, zijn we toch nog even op
pad gegaan. We wilden wat eten en drinken hebben, dus we
gingen nog met z'n vieren op zoek naar een supermarkt.
We moesten nog best ver lopen, langs het Excalibur
hotel, voor we een klein winkeltje vonden. En toen weer
snel terug naar het hotel, douchen, en slapen. We hadden
het nodig. |
|
Dag 2: dinsdag 24 juli 2001 - de Grand Canyon |
|
Ons interne klokje had nog niet door dat we niet meer in
Nederland waren. Vandaar dat we op een onmogelijk vroeg
tijdstip wakker werden, en al in de auto zaten op het moment
dat de meeste mensen in Las Vegas nog niet eens beseften dat
er alweer een nieuwe dag was begonnen. Zo'n 30 mijl ten
zuid-oosten van Las Vegas reden we via de US Highway 93 over
de imposante Hooverdam de staat Arizona binnen. Even wat
cijfertjes, voor de liefhebbers:
De Hooverdam is gebouwd in vijf jaar tijd (van 1931 tot en
met 1935); er hebben meer dan 5.000 mensen aan gewerkt, de
dam is zo'n 220 meter hoog en weegt 6,6 miljoen ton. Met de
bijna 5 miljoen kubieke meter beton die tijdens de bouw zijn
gebruikt had men een snelweg aan kunnen leggen van San
Francisco tot aan New York City! Je kan een begeleide rondleiding maken in het binnenste
van de dam, maar wij gaven de voorkeur aan een korte
wandeling buiten. Dankzij het vroege tijdstip konden we
makkelijk een parkeerplaats vinden, en op ons gemak even
over de dam heen lopen. Als je later komt, schijnt het hier
vaak erg druk te zijn. Soms lopen de wachttijden om de dam
te passeren op tot meer dan een uur! Onze tweede stop was in de stad Kingman, waar we inkopen
deden bij een grote supermarkt. In Nederland hadden we al
een goede, opvouwbare koeltas gekocht, en die namen we hier
in gebruik. Koude blikjes drinken, als koelelement. Kaas,
brood, fruit, melk, sinaasappelsap, sla.... Een lekkere
gezonde hap, voor onderweg. Alleen jammer dat we geen
vlokken of hagelslag konden vinden, voor Rob.
Toch makkelijk, twee kids achterin. We hebben hen aan het
werk gezet, maak voor ons maar eens een broodje kaas.
Melanie nam meteen het heft in handen, en zorgde dat
iedereen van eten en drinken werd voorzien. Pa bestelde
cola. En dat had ie niet moeten doen! We hebben toch melk,
klonk het verontwaardigd van de achterbank. Cola bij het
ontbijt, we zijn dan wel halve Amerikanen, maar we hebben
toch zo onze grenzen... "Ja mam", zei pa heel gehoorzaam. Sindsdien zijn we
Melanie 'mam' blijven noemen, elke keer als ze voor het eten
zorgde. Vond ze niet leuk.

Wat
is het toch een genot, autorijden in Amerika. Lange rechte
wegen, ruimte in overvloed. Het "Amerika-gevoel" noemen we
het, en dat gevoel kwam weer helemaal naar boven toen we via
de I-40 en AZ-64 naar de South Rim van de
Grand Canyon reden. We verwachtten
grote drukte bij de ingang van het park, maar dat viel heel
erg mee. We hoefden maar heel kort te wachten, voordat we
voor $ 50,- een
National Parks Pass konden
aanschaffen. Daarmee heb je gedurende één jaar toegang tot
de Nationale Parken in Amerika, voor een auto met
inzittenden. We reden meteen door naar het eerste
uitkijkpunt, Yavapai Point, waar we al snel een
parkeerplaats vonden.
En daar stonden we dan, oog in oog met dit onbeschrijflijk
mooie wereldwonder. En dat woord - onbeschrijflijk - bedoel
ik dus letterlijk. Je zou zo graag willen proberen om dit
uitzicht vast te leggen, op foto's, met je videocamera, of -
hier in dit verslag - met woorden. Maar tegelijk weet je dat
elke beschrijving en elke foto te kort schiet, je moet hier
gewoon zelf staan, het met eigen ogen zien. Er zijn niet
genoeg superlatieven om de fascinerende weidsheid van dit
uitzicht te omschrijven.
Vanuit Grand Canyon Village kan je kiezen voor de route
linksaf (de West Rim Drive) of de route rechtsaf (de East
Rim Drive). We besloten de West Rim Drive te nemen, de 12
kilometer lange weg die eindigt bij Hermit's Rest. Deze
route is (behalve in de winter) niet toegankelijk voor
personenauto's, je moet dus gebruik maken van de gratis
bussen die elke 10 minuten vertrekken. Okay, de bussen zijn
niet echt comfortabel, maar het zijn maar korte stukjes, dus
dat geeft niet. De bus stopt op acht verschillende
uitkijkplaatsen, en je kan zo vaak in- en uitstappen als je
maar wilt. Alleen moet je wel opletten dat de bus op de
terugweg maar op twee plaatsen stopt. Van de verschillende uitkijkpunten waar we uitgestapt
zijn, vonden we Hopi Point het mooiste. De Colorado-rivier
was daar erg mooi te zien, en bovendien had je naar beide
kanten toe een heel mooi uitzicht. The Abyss was het minst
mooie punt, je kon daar wel een heel eind in de diepte
kijken, maar niet echt goed in de verte.
Het was zo langzamerhand tijd om naar ons hotel te gaan.
The Best Western Squire Inn, vlakbij de ingang van het park.
We hadden in een reisverslag op Internet al eens gelezen dat
dit een erg mooi hotel was, en ze hadden echt niets te veel
gezegd! Een schitterende lobby, mooie hotelkamers, alles
prima verzorgd. Een heel verschil met het wat armoedige
hotel waar we 's ochtends wakker geworden waren.
Schuin tegenover ons hotel stond een McDonalds.
Een dure
McDonalds, zo bleek al snel! Er lagen folders waarin
werd uitgelegd dat ze een toeslag hanteerden, omdat ze
maar gedurende een beperkt deel van het jaar open konden
zijn, en omdat de kosten voor met name water en
personeel hoger waren dan die van de gemiddelde
vestigingen. Maar we hadden honger, dus we lieten het
ons toch goed smaken. Wel jammer dat ze in Amerika geen
groenteburgers hebben, onze 'vegaburger' Melanie moest
het dus doen met een salade en met frietjes. |
Dag 3: woensdag 25 juli 2001 - Monument Valley |
|
Die nacht regende het flink! Toch een wat onaangename
verrassing, na het mooie weer van de afgelopen dag. Toen we
opstonden was de echte buiïgheid gelukkig voorbij, maar het
miezerde nog wel wat. We reden opnieuw naar de
Grand Canyon, deze keer was het de
beurt aan de East Rim Drive. De uitkijkpunten daar liggen
wat verder uit elkaar dan aan de West Rim Drive, en je mag
hier ook van je eigen auto gebruik maken. Ondanks dat we de
kloof de dag ervoor al zo goed hadden bekeken, maakte het nu
opnieuw veel indruk. De uitkijkpunten zijn hier nog mooier
dan aan de westelijke route, weidser vooral. Ze geven nog
veel meer het échte Grand Canyon gevoel. Bij Grand View zijn
we een stuk naar beneden gelopen. Er waren daar nog vrijwel
geen andere toeristen, het was heerlijk om de Grand Canyon
zo even helemaal alleen voor ons vieren te 'hebben'. Via
Desert View, ook al zo'n indrukwekkend mooi punt - met de
nagebouwde Indianen uitkijktoren - verlieten we de Grand
Canyon. Richting Kayenta.
Onderweg werd het landschap minder mooi, ook het weer
werkte niet helemaal mee. Het landschap was kaal en
grijs, het weer ook. De weinige huizen die we zagen
waren armoedig, het was duidelijk dat we hier in heel
ander gebied terecht kwamen. Ik had al wel gelezen dat
de Indianen, die hier voornamelijk wonen, erg arm zijn.
Er is veel werkloosheid, en ook veel alcoholisme. We reden ons hotel, de Holiday Inn in Kayenta,
voorbij, het was toch nog te vroeg om in te checken. We
kwamen nu echt in de buurt van Monument Valley, en we begonnen
ons toch wel zorgen te maken over het weer. Het zou erg
jammer zijn als het zou regenen tijdens ons bezoek. We
kregen onderweg zelfs nog een flinke bui regen op ons
dak. Het landschap werd wel veel mooier. Onderweg zagen
we al verschillende mooie rotspartijen. En we hadden
geluk! Net voordat we de ingang van het park bereikten,
werd het weer droog. Het was nog wel flink bewolkt, maar
we besloten het er toch maar op te wagen.
Je kan in Monument Valley een toer maken in een door
een Indiaan bestuurde jeep, of in je eigen auto. Hoewel
het in reisinformatie vaak wordt afgeraden om de eigen
auto te gebruiken, hebben wij het toch geprobeerd. En
het viel alleszins mee! Okay, de weg is zanderig en -
ondanks de buien - enorm stoffig. Maar in je eigen auto
heb je in elk geval wél een dak boven je hoofd - de zon
stond inmiddels al weer flink te branden - én de airco
kan aan! En je kan stoppen zo lang en zo veel als je
wilt.
Meteen al, bij de eerste bocht, waren we diep onder de
indruk. Daar waren ze, de wereldberoemde "Left Hand" en
"Right Hand" (de Mittens) met rechts daarvan Merrick
Butte. Het was oneindig veel mooier dan op tv, het geeft
zo'n aparte sfeer om daar te staan en naar die drie
schitterende rotsen te kijken. En ook de rest van onze
rit (in totaal zo'n 27 kilometer) door dit
rotslandschap; alle vier waren we het er roerend over
eens, dit is nog veel mooier, veel indrukwekkender dan
de Grand Canyon.
Je bent er echt midden in. Bij de Grand Canyon keken we
vanaf de rand, maar bij Monument Valley zaten we midden
tussen het natuurschoon. Als je aan de voet van zo'n
gigantische mesa staat, voel je nog veel meer hoe groots
dit alles is. Natuurlijk hebben we volop gefilmd en foto's gemaakt.
Alleen, waarom wilde Rob nou niet met mij en Melanie
gefotografeerd worden bij de rotsformatie "The Three
Sisters"!?
Zorg wel voor een goede zonnebril. Niet om je ogen tegen
de zon te beschermen, maar tegen het stof! Het zand
vloog met grote wolken in ons gezicht, de auto zat
helemaal onder het rode stof. Als ik nog ooit terug ga
naar Amerika, dan hoop ik dat ik Monument Valley weer in
de route kan inplannen. Voor ons alle vier was dit hét
hoogtepunt van de reis. |
|
Dag 4: donderdag 26 juli 2001 - Mesa Verde |
|
Vandaag stonden de oude Indianenwoningen in het park
Mesa Verde op
het programma, in de staat
Colorado. Onderweg daar naar toe passeerden we "Four
Corners", het enige punt in Amerika waar vier staten elkaar
raken (Arizona, New Mexico, Colorado en Utah). We moesten
daarvoor wel even een zijweggetje nemen, maar ach, tijd
genoeg, dat doen we wel even. Achteraf gezien hadden we dit toch maar beter kunnen
overslaan. Want dat hele "Four Corners" is niets anders dan
een klein commercieel circus. Je moet betalen om bij het
punt te komen, er staan lange rijen met kraampjes, waar je
kraaltjes, schilderijtjes en nog meer prullaria kan kopen.
Op het vier-statenpunt zelf kan je foto's maken, met één
been en één hand in elk van de vier staten, bijvoorbeeld.
Maar verder is er echt niets te zien. Overslaan, dus.
Zeker in het Arizona-gedeelte van onze trip was de armoede
nog steeds duidelijk zichtbaar. Wat vooral opviel was, dat
langs de kant van de weg honderden en honderden lege flessen
lagen. Heel on-Amerikaans. We passeerden een tijdgrens, deze dag had daarom voor ons
maar 23 uur. De rit naar Mesa Verde duurde wat langer dan we
verwachtten, en het was in het park zelf ook nog eens
behoorlijk druk. Dat was de eerste keer dat we dat
meemaakten, tijdens deze reis. Via een lange, bochtige weg
reden we het park in, waarbij we een flink stuk omhoog
moesten. De omgeving was heel anders dan die van de vorige
dagen: geen kale rotsen, maar bossen, deze keer. Een
belangrijk deel van het bos lag er troosteloos bij, ten
gevolge van een grote bosbrand.
Ongeveer halverwege zetten we de auto op een
parkeerplaats, en we maakten een korte wandeling naar een
uitkijktoren van de Rangers. We zaten nu middenin het
gedeelte waar de bosbrand had gewoed, op het pad dat ons
naar de uitkijktoren voerde liepen we tussen de
zwartgeblakerde bomen. Het leek nog het meest op een set van
een horrorachtige fantasy film. Spookachtig....
De uitkijktoren was bemand, en blijkbaar kreeg de Ranger
vaak (errug vaak!) dezelfde vragen van de vele toeristen
die een kijkje bij hem kwamen nemen. Vandaar het bord
bij de ingang: "Answers to Frequently Asked Questions".
Geen vragen, alleen antwoorden! De vragen waren er wel
heel eenvoudig bij te verzinnen. De datum waarop de
brand was ontstaan (bijna precies een jaar geleden), hoe
lang de brand had gewoed, hoe groot het verwoeste gebied
was, hoe lang het herstel duurt, hoeveel brandweermannen
erbij betrokken waren....
Onze tweede stop in Mesa Verde was bij het Park
Headquarters. De belangrijkste Indianen-woningen (Cliff
Dwellings) kunnen alleen onder begeleiding van een
Ranger worden bezocht, en we wilden twee tours boeken.
Maar dat lukte dus niet meer! Het was zo druk in het
park, dat je maar één begeleide toer mocht boeken. We
kozen voor de Balcony House Tour, wat later die middag.
Dit betekende dat we de Cliff Palace Tour, die we ook
gepland hadden, moesten laten schieten. Het was wel
mogelijk om deze Cliff Dwellings van een afstand te
bekijken, een korte autorit en een korte wandeling
brachten ons naar het uitkijkpunt. Cliff Palace is wel
de bekendste Cliff Dwelling, op foto's van het park zie
je meestal deze ruïnes. Daarom zag het plaatje er op
afstand wel heel bekend uit.
We hadden nog genoeg tijd om een andere ruïne van
dichterbij te gaan bekijken. Het Spruce Tree House mag
zonder Ranger worden bezocht. We verkeken ons er wel op
hoe zwaar de tocht er naar toe was, het was een flinke
wandeling omlaag, behoorlijk steil. De ruïne is minder
groot dan de bekendere Cliff Palace en Balcony House. En
er werd nog op diverse plaatsen aan de restauratie
gewerkt. Het nadeel van een lange wandeling omlaag is meestal,
dat de wandeling omhoog nog veel langer lijkt. Zeker als
het warm is. En het was - tot dan toe - veruit de
warmste dag die we hadden meegemaakt.
Maar we hadden nog een tocht te gaan, de begeleide tour
naar Balcony House. Een opgewekte Ranger - hoe vaak zal
hij diezelfde grappen al hebben verteld? - keek eens
kritisch naar Melanies korte rokje. Had ze misschien
ook een broek bij? Dan was het misschien wel verstandig
om die even aan te doen! Dat werd dus nog even een
verkleedpartij op de achterbank van de auto.
Om Balcony House te bereiken moesten we wel heel wat
moeite doen.... touwladders beklimmen; door tunneltjes
kruipen (niet al te breed, dus niet geschikt voor de
dikkerds onder ons). Maar toch, het viel mee. Het was
niet zo zwaar als in sommige folders enigszins dreigend
wordt aangekondigd. Toch vraag je je wel af waarom de
Indianen vroeger zo'n moeilijk bereikbare plek hebben
uitgezocht om hun woningen te bouwen. De veiligheid
heeft natuurlijk een rol gespeeld, het zal moeilijk
geweest zijn voor vijanden om hen daar te bedreigen. En
de beschutting die de rotsen boden tegen de
weersomstandigheden. Al waren die, zo vertelde de
Ranger, verre van ideaal. Vooral de warmte moet een
probleem geweest zijn. De Ranger liet ons de verschillende ruimtes zien, en
legde uit waar ze vroeger voor gebruikt werden. Zoals de
kiva, een gebedsruimte. En we zagen ook hoe de Indianen
aan water kwamen: dat sijpelde - heel langzaam - door de
rots heen, waarbij het gezuiverd werd. Dankzij zo'n
uitleg komt alles wel meer tot leven, dan wanneer je
alleen maar de ruïnes bekijkt.
De terugtocht viel mee, we hoefden namelijk niet
dezelfde weg terug, maar bleken al vrij dicht bij het
eindpunt te zijn. Onze auto stond vlakbij, en al snel
waren we bij ons hotel de Far View Lodge, midden in het
park. Waar de naam vandaan komt is duidelijk, het hotel
ligt op een plek van waaruit je een enorm weids uitzicht
hebt op de naastgelegen vallei. Helaas niet vanuit onze
kamer, dat was jammer. Het was - gedurende de hele trip - het enige hotel
zonder tv. Maar die hebben we niet echt gemist. We namen
de tijd om even lekker uitgebreid in bad te gaan, en
voordat we gingen slapen speelden we een spelletje
kaart. Poker, we zijn tenslotte in Amerika, niet waar!
De dames wonnen glorieus, alleen jammer dat onze winst
alleen uit propjes papier bestond, bij gebrek aan
fiches.
|
Dag 5: vrijdag 27 juli 2001 - Canyonlands NP en
Arches NP |
|
Deze dag verlieten we Colorado alweer. Het plaatsje Moab, in
de staat Utah, was ons volgende reisdoel. De rit ernaar toe
was erg mooi, vooral het laatste gedeelte. Er zijn onderweg
veel mooie rotsformaties te zien. Vlakbij Moab liggen twee parken, Canyonlands en Arches. Eigenlijk wilde ik maar één
park (Arches) bekijken, omdat ik dacht dat het te veel tijd
in beslag zou nemen om er twee te doen. Maar de meningen
waren verdeeld, Canyonlands stond ook hoog op het
verlanglijstje, vooral bij Hans. Dus besloten we toch om
eerst naar Canyonlands te gaan, en Arches iets minder
uitgebreid te bekijken.
Canyonlands is een van de meest onherbergzame gebieden in
Amerika. Het is het grootste park in Utah, en het wordt door
de Green River en de Colorado River verdeeld in drie
gebieden. Het meest bezochte gedeelte is het
Island-in-the-Sky district, waarvan de ingang ongeveer 50
kilometer ten noordwesten van Moab ligt. Vanaf Grand View Point vergaapten wij ons aan het doolhof
van kloven en ravijnen, en het werd ons duidelijk waarom dit
gebied een van de ruigste, meest onherbergzame gebieden van
Amerika wordt genoemd. De indruk die dit alles op ons maakte
was verschillend, ik vond het wel heel mooi om dit gezien te
hebben, maar ik vind het toch echt minder indrukwekkend dan
de Grand Canyon
en Monument Valley.
Maar Hans vond het ronduit schitterend, vooral de rauwe
onherbergzaamheid sprak hem erg aan. Als we nog ooit in dit
gebied terugkomen, dan willen we graag een Four-Wheel Drive
rit maken, het lijkt me een hele ervaring om dit gebied eens
op die manier mee te maken. |
|

Canyonlands “Grand View”
|
|
Natuurlijk wisten we vooraf al dat het erg warm zou zijn in
dit gebied, zeker in de zomer. Maar dat we zó grondig
'geroosterd' zouden worden hadden we nu ook weer niet
voorzien. De hitte van de vorige dag, in Mesa Verde, bleek
alleen nog maar een voorproefje te zijn geweest van de
verzengende temperaturen waar we in Arches mee te maken
kregen. Onze eerste stop daar was helemaal vooraan in het park,
bij de Courthouse Towers. Het miniatuur Monument Valley, zo
wordt het ook wel ooit genoemd. Links en rechts zie je hoge
zandsteenformaties in grillige vormen. Daar tussendoor loopt
een pad met een lengte van 1600 meter, de Park Avenue Trail.
We zouden deze trail erg graag gelopen hebben, de omgeving
was zo fascinerend mooi dat het absoluut de moeite waard zou
zijn. Maar - heen en terug - 3200 meter in de brandende zon,
we zagen het toch even niet zitten! We liepen wel even een hele korte trail rondom Balanced
Rock, tijdens onze tweede stop. Dik ingesmeerd met
zonnebrandolie, en met t-shirts in onze nek om ons nog wat
meer tegen de zon te beschermen. Balanced Rock is een groot
rotsblok dat bovenop een smalle rotspunt staat, je hebt het
gevoel dat dat ding er elk ogenblik af kan vallen.
Het park Arches is natuurlijk vooral bekend om de vele
natuurlijke bogen. Een van de beroemdste is Delicate
Arch, maar we hadden al begrepen dat het een lange,
zware trail zou zijn als je deze boog van dichtbij zou
willen bekijken. Maar er was nog een tweede
mogelijkheid: een korte trail naar Delicate Arch
Viewpoint zou ons weliswaar niet dichtbij brengen, maar
je kan de boog vandaar uit wel goed zien. Dus vol goede
moed begonnen we aan onze korte trail, met opnieuw
t-shirts in onze nek om ons tegen de onbarmhartig
brandende zon te beschermen. We volgden een pad, en
dachten aan het eind daarvan beloond te worden met het
uitzicht op Delicate Arch. Niet dus, we moesten nog een
stuk omhoog lopen. En nog een stuk. En nog een stuk. Er
kwam maar geen eind aan de 'korte' trail. En dat in die
ongelooflijke hitte. Maar we hielden vol, en
uiteindelijk hebben we 'm dan toch gezien. Al was het
dan wel héél erg vanuit de verte. We zijn nog naar het uiterste einde van het park
gereden. Maar we hadden het té warm, en we waren té moe,
om nog een van de bekende punten te gaan bezoeken. Het
verlangen naar een verfrissende douche was groter dan
het verlangen om nog meer arches te zien. Dus:
rechtsomkeer en naar het hotel.
|
|

Arches National Park "Park Avenue" |
|
Onze conclusie: Arches is een schitterend park, maar
bezoek het niet in hoog zomer. Ik wil er erg graag nog
een keer naar toe als het minder warm is, om alsnog te
gaan bekijken wat wij deze keer gemist hebben.
We overnachtten in de Moab Valley Inn, waar het
opvallend rustig was. Zou het hier drukker zijn als het
minder warm is? Nadat we ons hadden opgefrist gingen we
buiten de deur eten, en vervolgens wandelden we nog even
door het stadje. Al snel stuitten we op een
Internet-café; handig, zo konden we het thuisfront even
laten weten hoeveel moois we in de paar dagen dat we in
de States waren, al hadden gezien. Ook nog even wat
rondsnuffelen in de plaatselijke winkeltjes. Eén daarvan
vonden we echt heel apart, de Hogan Trading Company is
een galerij waar Indiaanse kunstwerken worden verkocht.
Potjes in allerlei kleuren, pijlen, tafeltjes,
wandkleden, alles was even mooi. We zouden met gemak
onze hele woonkamer hebben kunnen inrichten. Al hadden
we dan wel een iets dikkere portemonnee nodig gehad!! |
|
Dag 6: zaterdag 28 juli 2001 - Capitol Reef en
Bryce Canyon |
|
We hadden een lange trip voor de boeg, deze dag. Helemaal
van Moab, via
Capitol Reef National Park, naar Bryce
Canyon. Dat werd dus een lange zit in de auto. Maar gelukkig
is in Amerika het autorijden zelf ook al een attractie, het
is gewoonweg heerlijk die eindeloos lange wegen in het mooie
landschap voor je te zien. We zouden een scenic route rijden, zo hadden de folders
ons beloofd. In het begin had ik even m'n twijfels, het was
wel mooi, maar om dit nu een scenic route te noemen? Wat
meer opviel dan het landschap was het verkeer op de U-95. We
zagen - midden in de woestijn - diverse auto's met een
trailer en een grote boot! Toch raar hoor, om die in zo'n
gebied te zien. Maar een blik op de kaart leerde ons dat we,
als we rechtdoor zouden rijden, bij Lake Powell uit zouden
komen. Vandaar! Maar wij gingen niet rechtdoor, wij gingen
rechtsaf, naar het gehucht Hanksville. Waar we zowaar een
supermarktje vonden, om onze voorraad aan te vullen. Terug
in de auto vond Hans het nodig om een blikje cola om te
stoten, midden over mijn broek! Daar zat ik dus, doorweekt
van de cola, in het kleinste gehucht dat we tot dan toe
gezien hadden. Gelukkig hadden we een stel hele grote
handdoeken bij, zodat ik me nog enigszins beschaafd om kon
kleden! Vanuit Hanksville ging onze trip verder, richting Capitol
Reef. En nu werd pas echt duidelijk waarom deze route
'scenic' wordt genoemd. Hoe dichter we bij Capitol Reef
kwamen, hoe mooier de omgeving werd. Het was ook erg
afwisselend, de ene keer zanderige heuvels, dan weer mooie
rotsen, maar ook veel groen. Als we via de highway naar
Bryce Canyon zouden zijn gereden waren we misschien wel
sneller geweest. Maar dit was zeker veel mooier.
Capitol Reef zelf is - tenminste het gedeelte dat je per
auto kunt bezoeken - maar klein. De scenic route is - heen
en terug - ongeveer 40 kilometer. Vooral het laatste
gedeelte was heel apart, de harde weg gaat daar over in een
(goed begaanbare) dirt road, tussen hoge rotswanden in, de
Capitol Gorge Spur Road genaamd. Die dirt road vormt een
lus, je komt uiteindelijk weer op hetzelfde punt uit waar je
bent begonnen. Op het verste punt hebben we nog een korte
wandeling gemaakt, midden door een kloof. Eigenlijk jammer dat we maar zo weinig informatie over dit
park hadden, het is echt heel erg de moeite waard. Maar,
zoals gezegd, deze dag moesten we echt erg ver rijden. Dus
na ons korte bezoek aan Capitol Reef ging het weer verder,
via het Dixieland Forest.
Onderweg hebben we verschillende
korte stops gemaakt, vanwaar we enorm ver weg konden kijken.
Zelfs de La Sal Mountains bij Arches NP waren nog te zien.
Ook na het Dixieland Forest bleef de route erg mooi. We
kregen soms te maken met flinke hoogteverschillen, en
smalle, bochtige wegen. Op gegeven moment reden we zelfs
boven op een bergrug met zowel links als rechts van ons
alleen maar diepte.... Maar uiteindelijk kwamen we dan toch bij
Bryce Canyon aan. Omdat de route
onderweg zo ontzettend mooi was geweest, was het ons
helemaal niet lang gevallen. En eigenlijk hadden we, ook al
liep het tegen het einde van de middag, best nog wel zin om
even een stukje Bryce te gaan bekijken. Net voor de ingang
van het park werd de weg plotseling versperd door een stel
heuse cowboys! Een groep mannen te paard dreef, net toen wij
eraan kwamen, een kudde koeien van de ene naar de ander kant
van de weg. Ze hadden geen beter moment uit kunnen kiezen,
we zaten echt even midden in The Wild West!
We gingen ons eerst even opfrissen op onze hotelkamer,
in de Best Western Ruby's Inn, vlak bij de ingang van
het park. Een mooi hotel, waar Hans en ik zes jaar
eerder ook al eens waren geweest. De drukte in het park
viel ontzettend mee. De site op Internet had ons ervoor
gewaarschuwd, dat voor elke zes auto's die Bryce
inreden, er maar één parkeerplaats beschikbaar was. Maar
het was eerder andersom. Voor elke auto in het park
waren minstens zes parkeerplaatsen vrij! Ruimte genoeg
dus. Er loopt één weg van 29 km lengte door het park, en
aan die weg bevinden zich diverse uitkijkpunten. Omdat
die allemaal aan dezelfde kant liggen is het het
makkelijkst om eerst helemaal door te rijden naar het
einde van het park, en pas op de terugweg bij de
uitkijkpunten te stoppen. Achterin het park hebben we een flinke wandeling (the
Bristlecone Loop Trail) tussen de bomen gemaakt. We
hebben daar oa. de vreemde, dood uitziende bomen gezien
die parasiteren op levende bomen. Op de terugweg maakten
we een paar korte stops, om de grillige
kalksteenformaties (de hoodoos) in het park vanaf de weg
te kunnen bewonderen.

Het mooiste gedeelte van het park,
het Bryce Amphitheatre, ligt dicht bij de ingang. Je
hebt hier een schitterend uitzicht op vele duizenden
grillig gevormde torens, zuilen en muren in allerlei
rode, gele en witte tinten. Het resultaat van duizenden
jaren erosie door regen, sneeuw en ijs. Een absolute must in Bryce Canyon is het lopen van een trail
door dit Amphitheater. Wij kozen voor de populaire Navajo
Loop Trail, 2,5 kilometer lang, met een hoogteverschil van
159 meter. Deze trail start bij Sunset Point. Een geweldige
keuze! Hadden we zes jaar geleden Bryce Canyon alleen vanaf
de uitkijkpunten gezien, nu maakten we pas écht mee hoe mooi
dit park is. Over een smal pad daalden we meteen al een
flink stuk naar beneden, het was daar overigens wel drukker
dan in de verder naar achteren gelegen gedeeltes van het
park. Zeker in het begin liepen we echt in een onafgebroken
rij van mensen over een zigzaggend pad naar beneden. Maar
naarmate we verder kwamen, werd het steeds rustiger. We
liepen door Wall Street, de smalle kloof met steile wanden,
waar aan het eind een dode en een levende Douglas spar in
elkaar verstrengeld zijn, we volgden een klein stroompje,
liepen tussen schitterende hoodoos, zagen de bekende Thor's
Hammer.... kortom, het was een onvergetelijk mooie
wandeling. Ondanks dat het al wat later was, was het nog steeds
behoorlijk warm. Het was dan ook behoorlijk inspannend,
vooral toen we tegen het einde weer omhoog moesten. Maar in
vergelijking met de hitte in Arches viel het toch wel mee.
Alleen het laatste stukje voelden we goed in onze benen.
Bij
Ruby's Inn is een goed restaurant, waar ze gelukkig ook een
vegetarische schotel hebben. Het was er wel druk, dus we
moesten wel een tijdje wachten op onze tafel. Na afloop
hebben we nog even gewinkeld in de souvenirshop, en een stel
erg sfeervolle kaarten gekocht met Indianenfoto's.
|
|
Dag 7: zondag 29 juli 2001 - Zion National Park
en Las Vegas |
|
Vandaag hoefden we niet zo ver te rijden als op zaterdag. Al
is 400 km natuurlijk nog steeds een behoorlijke afstand.
Maar we hadden een uurtje extra, omdat we weer een tijdgrens
passeerden. Een mooie weg van rood asfalt, die gedeeltelijk door een
in de rots uitgehouwen tunnel gaat, bracht ons tot in
Zion National Park.
Bij het Visitor
Center moesten we onze auto laten staan, je mag sinds enkele
jaren alleen nog met (gratis) bussen het park in. Net als
bij de Grand Canyon kan je onderweg op diverse punten in- en
uitstappen, zo vaak je maar wilt. Van ons bezoek aan Zion hebben we een echt rustpunt in ons
drukke reisschema gemaakt. Na een rit van zo'n 10 kilometer
stopt de bus bij het eindpunt. Je kan daar de trail naar The
Temple of Sinawava lopen, een plek waar de Virgin River
tussen twee heel dicht op elkaar staande rotswanden
doorstroomt. Daar, op die plek, is een klein strandje waar
we een paar uurtjes heerlijk hebben liggen niksen. Je kan er
ook het water in, veel mensen hadden zelfs zwemkleding bij.
Wij niet, we moesten ons dus beperken tot pootje baden. Het
is een mooie, rustgevende plek. Toen we weer waren uitgerust zijn we teruggelopen, en zijn
met de bus weer teruggegaan. Onze auto stond in de brandende zon op ons te wachten. Met
o.a. de bananen die we die ochtend hadden gekocht. Moet je
dus niet doen, bananen in een hete auto laten liggen. Het
zag er niet echt smakelijk meer uit.
In het begin was het of we in een oven stapten. De airco
was echt onmisbaar, op onze verdere trip naar Las Vegas.
Via de Interstate 15 reden we Nevada binnen, en naarmate
we dichter bij Las Vegas kwamen werd het steeds drukker.
Toch is en blijft autorijden in Amerika een zaligheid,
vergeleken bij autorijden in Europa. Het verkeersbeeld
is veel rustiger, iedereen houdt zich aan de maximum
snelheid een ook blijft iedereen netjes op de eigen
rijstrook. Waarom mag je in Nederland eigenlijk niet
rechts inhalen?? Dit is voor iedereen toch veel
duidelijker! Op onze hele rit zagen we eigenlijk maar
één chauffeur die hard reed, en zo nodig overal
tussendoor moest wringen. Vast een Nederlander of een
Duitser, zo concludeerden we! Ondanks de airco moesten Rob en ik ons met handdoeken
tegen de via de rechterzijde van de auto binnenvallende
zon beschermen. Ons dagje Las Vegas, morgen, zou 'very
hot' worden, dat was wel duidelijk. Het laatste stuk
zetten we de airco vast uit, om de overgang naar buiten
toe niet al te groot te maken.
We reden nu al bijna een week in Amerika rond, en
nergens hadden we noemenswaardige problemen om de weg te
vinden. Maar, kort voordat we Paradise Road, waar ons
hotel lag, dachten te bereiken, ging het mis. De kaart
bleek niet gedetailleerd genoeg te zijn voor dat
allerlaatste stukje, en we belandden in het verkeerde
gedeelte van Las Vegas. Het duurde best nog even voor we
weer op de goede weg zaten. Bleek een gedeelte van
Paradise Road, wegens wegwerkzaamheden, afgesloten te
zijn! Maar uiteindelijk bereikten we dan toch, moe en
erg warm, ons hotel. Rob en ik gingen weer naar de
receptie, het hoesje met al onze belangrijke papieren -
hotelvouchers, paspoorten, vliegtickets, internationaal
rijbewijs - namen we zoals inmiddels gebruikelijk mee
naar binnen. De mensen achter de balie waren niet erg vriendelijk.
Voor het eerst, eigenlijk. Normaal gesproken is dat toch
wel anders. Maar ach, meer dan een paar minuten heb je
toch niet met hen te maken, dus wat maakt het uit. We
hadden een kamernummer en een sleutel, en daar ging het
tenslotte om, niet waar. In eerste instantie kregen we een verkeerde kamer
toegewezen, er bleken al andere mensen hun intrek te
hebben genomen. Nederlanders! Maar bij een tweede poging
kregen we dan toch een kamer die vrij was, en konden we
onze koffers naar binnen sjouwen.
De kids wilden niets liever dan een duik in het
zwembad nemen. Daarna nog even wat boodschappen doen, en
lekker op de kamer eten. Niemand had nog genoeg energie
om de Strip op te gaan, we hielden het bij een spelletje
Poker en gingen naar bed. Morgen weer een dag. |
|
Dag 8: maandag 30 juli - Las Vegas |
|
De
Shuttlebus van het hotel zou ons naar de Strip brengen.
Dachten we! Totdat we te horen kregen dat ie kapot was. Dat
werd dus of een taxi, of lopen. We kozen voor het laatste,
overigens niet de meest slimme beslissing met deze
temperaturen. De afstand naar de Strip viel wel mee, de
hitte viel niet mee. We waren dan ook blij toen we bij de
grote, beroemde hotels op de Strip aankwamen. Daar was het
tenminste lekker koel.
Als eerste gingen we naar Ceasar's Palace, met de beroemde
Forum Shops. Ongelooflijk wat die Amerikanen hier midden in
de woestijn hebben neergezet, het is echt imposant allemaal.
De plafonds die steeds de indruk geven dat je buiten loopt,
soms overdag, soms 's nachts. De gigantische fonteinen. Het
mooie aqarium vol met exotische vissen. En natuurlijk de
vele winkels. Je moet er wel van houden, en, om eerlijk te
zijn, doe mij maar de natuur van Utah. Al is het - na een
week lang rotsen en lange wegen - natuurlijk wel een goede
afwisseling.
Het hotel Venetian, met z'n grachten en gondels, was ook erg
mooi. En je kunt er erg lekker eten! Eigenlijk wilden we ook
nog naar de Stratosphere Tower, misschien wel om daar een
'ritje' te maken in de Space Shot. Maar vanaf een afstand
was duidelijk te zien dat die niet werkte. We hebben 'm niet
één keer zien vallen. We zijn nog wel een heel eind die
richting in gelopen, maar het was gewoonweg te warm om
buiten te zijn. We besloten terug te gaan naar het hotel
(met een taxi, deze keer!), en 's avonds terug te gaan. Geen
zon, wel lichtjes.
Voor het hotel Treasure Island wordt een aantal keren per
dag een show gegeven met twee piratenboten. Het mooist is
het om het in het donker te bekijken. We zorgden dat we goed
op tijd waren - het was er errug druk - en we konden het
inderdaad goed zien. De schepen, de kanonnen, het vuur, het
is gewoon leuk om het eens mee te maken. Aan de overkant van
de weg was een Internetcafé. Dus weer even tijd genomen om
een mailtje naar huis te sturen.
Vervolgens schuifelden we met de enorme mensenmassa mee
naar hotel Bellagio. Voor dat hotel is een grote
waterpartij, waar fonteinen in liggen. Ooit in de Efteling
geweest? Dan ken je vast wel het waterballet. Nou, zoiets
heeft Bellagio dus ook. Alleen een béétje groter......
Pas toen we verder liepen zagen we hoe enorm, gigantisch,
ongelooflijk groot het Bellagio hotel is. De oprit aan de
achterzijde alleen was al groot genoeg om een hele
hotelketen op te bouwen!
Het Excalibur hotel, dat zes jaar eerder nog best indruk
op ons had gemaakt, zag er verwaarloosd uit. Op een
televisiedocumentaire had ik gezien dat diverse hotels
moeite hebben het financiële hoofd boven water te houden, en
het is duidelijk dat Excalibur er daar een van is.De security guards waren nog wel alert. Hans probeerde
een stukje van het casino te filmen, maar hij had
vrijwel meteen een waarschuwing te pakken! Vanuit Excalibur gingen we naar Luxor, waar we
verwachtten een stel reality games aan te treffen. Die
waren er wel, maar ze waren gesloten. Okay, het was
inmiddels bijna middernacht, maar we zaten toch in Las
Vegas! We hadden toch echt verwacht dat alles daar 24
uur per dag open zou zijn. Sorry Rob, geen attracties in
Vegas voor jou...
Met een taxi gingen we terug naar het hotel. De
taxichauffeur was heel spraakzaam, hij vertelde dat
mensen in Las Vegas niet oud worden. De hitte was funest
voor hun gezondheid, zo zei hij. Daar konden we ons
inmiddels iets bij voorstellen. Tijdens al het kletsen
en praten kregen we wel de indruk dat hij stiekem een
heel eind verder reed dan noodzakelijk was, om zo de
rekening op te voeren. Maar wat doe je daartegen? We
hadden echt geen zin om midden in de nacht een discussie
over een paar dollar aan te gaan, dus we hebben maar
betaald. |
Dag 9: dinsdag 31 juli - Death Valley - Mammoth
Lake |
|
De
koffers werden weer ingepakt, het was tijd om weer op pad te
gaan. Zoals gebruikelijk controleerden we even of we alle
belangrijke spullen hadden, portemonnee, rijbewijs, het
hoesje met belangrijke papieren.... Jongens, waar is het
hoesje met belangrijke papieren, het zit niet in het zijvak
van de koffer, waar het al ruim een week heeft gezeten..... Eerst denk je nog, ach, dat komt zo te voorschijn. Het zit
vast in een van de andere koffers, of het ligt ergens in een
la. Maar als je de ene na de andere plek hebt doorzocht,
zonder resultaat, dan begint het toch langzaam tot je door
te dringen dat het echt weg is!! Vliegtickets... hotelvouchers.... paspoorten.... routebeschrijvingen.... het internationale rijbewijs.....
Alles was weg, onvindbaar! Nog eens alle koffers leeggemaakt, alle laden doorzocht,
onder de bedden gekeken, het beddegoed ondersteboven. Maar
het mocht niet baten. Ik had het mapje voor het laatst gezien - zo herinnerde ik
me nu - tijdens het inchecken twee dagen eerder. Was ik het
al bij de balie kwijtgeraakt? Of had ik het nog mee de auto
ingenomen, en was het ergens uit de auto gevallen toen we
aan het modderen waren met de verkeerde kamersleutel, en het
parkeren... We zullen het nooit meer weten.
De receptionist reageerde erg onverschillig. Hij keek eens
in een la, trok nog een andere la open. Nee hoor, geen
gevonden voorwerpen. Hij was duidelijk niet van plan er meer
moeite voor te doen. We gaven het adres van ons volgende
hotel nog aan de receptie op, voor het geval dat ze nog iets
zouden vinden nadat we weer weg waren. Volgens mij heeft die
kerel aan de balie mijn briefje meteen weggegooid, vreselijk
wat een onsympathieke vent. Melanie heeft nog een
kamermeisje aangesproken, zij was wel heel vriendelijk, maar
kon ons niet helpen. Niemand had iets gevonden.
We begrepen dat we aangifte zouden moeten doen bij de
politie. Van de receptie kregen we het telefoonnummer. De
vrouw die ik aan de lijn kreeg was erg vriendelijk, en legde
me zeer duidelijk uit hoe we moesten rijden om bij het
politiebureau te komen. En zo zaten we dus op dinsdagochtend op een politiebureau
in Las Vegas, in plaats van op de weg naar Death Valley! Ook een ervaring, hoor! We moesten een tijdje wachten,
en toen riep agent Mike ons bij zich. Een heel
vriendelijke man, hij was nog ooit in Nederland geweest.
Hij zocht ook nog het nummer van de Nederlandse
Ambassade voor ons op.
We besloten om de SOS Alarmcentrale te bellen, om te
vragen wat we nog meer konden doen. Maar op een of
andere manier zagen we nergens een telefooncel. En de
tijd begon te dringen, we waren uren later weg dan
gepland, en we hadden net vandaag een van de langste
autoritten voor de boeg. We besloten daarom maar te gaan
rijden, en onderweg te bellen. De grote vraag was, durven
we met deze temperaturen door Death Valley heen te rijden, of
gaan we er omheen? Net bij de afslag ontdekten we een
telefooncel, en we namen contact op met de SOS
Alarmcentrale. Tot onze grote verbazing zei de dame aan
de andere kant van de lijn dat ze ons niet kon helpen!
We moesten maar contact opnemen met Jan Doets. Dit hadden we echt niet verwacht, we stonden helemaal
perplex. Hoezo konden zij ons niet helpen, daar zijn ze
toch voor! Jan Doets nam niet op, in Nederland lag iedereen te
slapen. Dan maar de ambassade, het nummer dat agent Mike
ons had gegeven. Dat bleek het verkeerde nummer te
zijn, maar ze konden ons wel het nummer geven van het
consulaat in Los Angeles. Een vierde telefoontje dus: het consulaat in Los
Angeles. Een onvriendelijke vrouw vertelde dat wij ons
uiterlijk op vrijdagochtend bij hen moesten melden, dan
konden wij tijdelijke paspoorten krijgen. Dat was wel
een afknapper, dit betekende dat we onze geplande route
zouden moeten wijzigen. Ze gaf ons een adres en een
routebeschrijving, en daar konden we het mee doen.We
hadden geen keus, we moesten verder. Op een of andere
manier vonden we het toch ook wel spannend om dit mee te
maken. We vonden dat we in geen geval onze vakantie
hierdoor mochten laten bederven. Niemand was ziek,
niemand was gewond, er waren geen brokken gemaakt. Er
zijn heus wel ergere dingen in het leven dan verloren
geraakte vliegtickets en paspoorten....
Opnieuw diende de vraag zich aan: door Death Valley
heen, of niet? Vooral Hans wilde erg graag, en hij is de
chauffeur.... Het was een heel goede beslissing. Want het is echt
een ervaring die we niet hadden willen missen. De
uitgestrektheid, de onherbergzaamheid, de zandduinen....
en natuurlijk: de hitte! We stopten bij een winkeltje, waar we zagen dat het om
en nabij de 49 graden Celcius was!! Hans wilde zo graag een t-shirt van Death Valley. Hij
vond er een met een hele mooie opdruk, maar eigenlijk
net niet de goede kleur. Kan die kleur wel, kan die
kleur niet? Twijfelen, nog eens kijken, en toen
uiteindelijk: toch maar kopen. (Hij heeft 'm nooit
aangehad!)

|
We maakten een tweede stop bij zandduinen, waar het flink
waaide. Op het moment dat we de autodeuren open deden, pakte
een windvlaag de papieren die in de auto lagen op. En daar
vloog alles de woestijn in! Melanie stond al buiten de auto,
zag het gebeuren, en dacht natuurlijk meteen aan alle
belangrijke papieren die we die ochtend waren kwijtgeraakt.
Niet weer!! Ze rende de papieren achterna, probeerde ze te pakken te
krijgen. En dat bij 49 graden. We riepen haar na dat het
geen belangrijke spullen waren, maar ze hoorde het niet.
Gelukkig voor haar stond er een stel mensen, net op de plek
waar alles naar toe waaide. En kreeg ze hulp bij het bij
elkaar garen van de papieren.
We bleven maar kort buiten de auto, in verband met de
hitte. Al vond ik die beter te verdragen dan in Arches en Las Vegas. De harde wind maakte dat de
hitte niet zo drukkend was. Aan de westkant reden we Death Valley weer uit. Toch nog
een vrij lange rit, waarbij we flink in hoogte stegen. Langs
de weg stonden op diverse plaatsen tanks met water, voor als
je motor oververhit zou raken. Maar daar hadden we gelukkig
geen last van, alles verliep zonder problemen.
Via Highway 395 reden we, nadat we Death Valley verlieten,
in noordelijke richting. Links van ons zagen we de Sierra
Nevada Mountains, met op sommige bergtoppen de sneeuw nog
duidelijk zichtbaar. En dat terwijl we een paar uurtjes
eerder nog op de warmste plek van Amerika stonden. Omdat we 's ochtends zoveel tijd hadden verloren, hebben
we van het plaatsje Mammoth Lake niet veel meer gezien,
behalve dan het hotel en de McDonalds. Gelukkig hadden we
thuis van alle belangrijke papieren kopieën gemaakt, die in
een andere koffer zaten opgeborgen. Zodoende hadden we ook
een kopie van ons hotelvoucher, en het was geen enkel
probleem om onze kamer te krijgen. We informeerden - tegen
beter weten in - of het hotel in Las Vegas misschien nog had
gebeld. Niet, dus. In onze hotelkamer namen we even de tijd om te
beraadslagen hoe we nu verder moesten, zonder onze papieren.
We hadden nog wel onze wegenkaart van Los Angeles, en daar
zochten we het adres van het consulaat op. Het viel niet mee
om precies te bepalen waar we moesten zijn, maar toch kregen
we het idee dat het consulaat zich wel heel dicht bevond bij
ons hotel, dat we voor de laatste drie nachten hadden
geboekt. En als je nagaat hoe immens groot Los Angeles is,
dan konden we toch wel zeggen dat dit een geluk bij een
ongeluk was.
We wilden ook nog - zoals de SOS Alarmcentrale ons had
geadviseerd - contact opnemen met Jan Doets. Maar dan
moesten we wel wachten tot 12 uur middernacht (9 uur 's
ochtends Nederlandse tijd). Zo stonden we dus om middernacht in Mammoth Lake bij een
openbare telefoon, om de mensen bij Jan Doets op de vroege
ochtend aan het werk te zetten. We kregen een onervaren
jongeman aan de lijn, die zich duidelijk geen raad met de
situatie wist. Hij ging regelmatig dingen navragen, en
uiteindelijk luidde zijn advies: Breek je reis af. Ga
onmiddellijk naar Los Angeles. Neem daar een hotel (de
kosten worden vergoed door de verzekering), en regel nieuwe
paspoorten en nieuwe vliegtickets. Natuurlijk vroegen wij of
Jan Doets vanuit Nederland niets voor ons kon doen, contact
opnemen met United Airlines bijvoorbeeld, of navragen welk
hotel plaats had. En omdat we nog onzeker waren over het
adres van het consulaat, vroegen we of hij daar nauwkeuriger
gegevens over had. Nee, hij kon geen contact opnemen met
United Airlines. Nee, hij kon geen hotel voor ons zoeken. En
het adres van het consulaat konden we wel uitzoeken via
Internet, bij ons huidige hotel. Helemaal niets deed Jan
Doets voor ons. Echt helemaal niets. Een behoorlijke
teleurstelling.
We besloten zelf alvast telefonisch contact
op te nemen met United Airlines. Omdat we nog wel kopieën
van onze tickets hadden, konden we alle gegevens goed
doorgeven. We kregen het advies om op maandagochtend extra
vroeg naar de luchthaven te komen, we zouden dan tegen
betaling van een boete vervangende tickets krijgen. Het was
dus helemaal niet nodig om nog deze week naar de luchthaven
te gaan. Toch moesten we wel een dag eerder naar LA, vanwege de
paspoorten. Balen, want dat betekende dat ons dagje langs de
kust niet door zou kunnen gaan. Maar ja, het was niet
anders. Morgen, op woensdag, zouden we nog onze planning aan
kunnen houden. Maar daarna niet meer...
|
|
Dag 10: woensdag 1 augustus - Yosemite National
Park |
|
Voor vandaag stond
Yosemite National Park op het
programma. En dat hielden we zo, ook al had Jan Doets gezegd
dat we meteen naar Los Angeles moesten rijden. Via de hoog
gelegen Tioga Pas reden we het park binnen, en als snel
kwamen we schitterende bergmeren tegen. Ook maakten we een
stop bij een uitkijkpunt vanwaar je een goed uitzicht had op
het bekende rotsblok Half Dome. Yosemite is niet vergelijkbaar met de natuurparken die we
in Utah en Arizona hadden gezien. Waren het daar de kale
rotsen en onherbergzame gebieden die de boventoon voerden,
hier had je ook veel bomen, en natuurlijk de Merced River en
de watervallen. Eén van de plekken die we zeker wilden gaan
bekijken was de concentratie van Sequoiabomen. Er zijn drie
van die plekken in het park, wij kwamen het dichtst bij de
Tuolumne Grove, dus besloten we daar heen te gaan.
Het begin van de wandelroute was al snel gevonden, alleen
jammer dat er geen duidelijke beschrijving op het bord
stond. Was het een 'loop', of moesten we via dezelfde weg
heen en terug. Hoe ver was het? Ach, we zouden het vanzelf
wel merken. Het pad liep behoorlijk steil naar beneden. We kwamen
groepjes mensen tegen die in tegengestelde richting liepen,
omhoog dus. Echt makkelijk hadden ze het niet, we zagen ze
echt zwoegen en steunen. Dat beloofde wat, voor als wij
straks terug moesten. Na een tijdje begonnen we te begrijpen waarom onze
'tegenliggers' zo'n rooie koppies hadden. Er kwam maar geen
einde aan de pad, en nog steeds waren de eerste sequoia's
niet in zicht. Maar uiteindelijk werden we dan toch
beloond.... Eén imposante grote boom stond te midden van de
andere - ook niet echt kleine - bomen. Echt gigantisch! En
dan te bedenken dat deze boom alweer aan het kleiner worden
is, na een bepaalde leeftijd neemt de lengte van de bomen
weer af. Natuurlijk hebben we met ons drieën een 'ketting'
aan de stam van de boom gevormd, zodat pa ons kon
fotograferen en filmen. Dat is nu eenmaal de beste manier om
aan het thuisfront te kunnen laten zien hoe groot zo'n boom
wel niet is.
Een stukje verder stond een sequoia waar een tunnel
doorheen was gehakt. De boom heeft dit geweld niet
overleefd, alleen het onderste deel van de stam stond er
nog. Deze boom moet nog veel groter zijn geweest dan de
eerste! Nog wat verder stonden meerdere sequoia's tussen de andere
bomen. Omdat ze veel te lijden hebben van het toerisme,
worden deze bomen beschermd.. Je kon er niet zo dicht bij
komen als bij die eerste boom. Helemaal mee eens,
natuurlijk, dat de bomen worden beschermd. Al moet ik
toegeven dat het toch mooier is als je echt bij de boom kan
gaan staan, 'm aan kan raken. Gelukkig stonden er wat bankjes, even uitpuffen, de weg
naar beneden was al behoorlijk vermoeiend. Maar nu nog
omhoog... Een beetje een stevig tempo erin houden bleek het
beste te werken, al moesten we wel twee keer een korte stop
houden, onderweg. Rob en Melanie liepen ondertussen gewoon
door, die vonden het maar zwak dat wij even moesten stoppen.
Toen we Yosemite Valley inreden, begon het behoorlijk
druk te worden. We hadden even geen zin om in de drukte
om een parkeerplaats te vechten, en wel zin om even
lekker te niksen, en zijn daarom gestopt in de bossen
langs de Merced River, waar een klein strandje is. Onze
badhanddoeken uit de auto gehaald, op het zand
uitgespreid, en even lekker lui liggen wezen. En pootje
baaien, natuurlijk, het water was heerlijk! Ondanks dat
we in een druk bezocht park zaten, was het daar een oase
van rust. We zijn veel langer blijven zitten dan de bedoeling
was. Daarna zijn we nog wel even verder Yosemite Valley
ingereden, maar op een of andere manier was de stemming
om het park nog te gaan bekijken er niet. Volgens mij
een reactie op ons toch wel erg drukke programma van de
laatste week, gecombineerd met de problemen rondom de
gestolen papieren. We besloten dan ook om rechtsomkeer
te maken, het park uit te rijden, en vroeger dan normaal
ons hotel op te gaan zoeken. We sliepen die nacht in El
Portal. |
|
Dag 11: donderdag 2 augustus - Los Angeles |
|
Eigenlijk zouden we vandaag naar Carmel rijden (onder San
Francisco), waar we de 17 miles Drive wilden gaan rijden.
Maar dan zouden we nooit op tijd bij het Nederlandse
consulaat in Los Angeles kunnen zijn, waar we uiterlijk op
vrijdagochtend werden verwacht. Helaas moesten we onze
plannen dus wijzigen, we reden vanuit El Portal rechtstreeks
naar Los Angeles! De lange rit naar LA verliep voorspoedig, en nog voor drie
uur 's middags reden we de stad binnen. En terwijl we in
Nederland nog niet naar onze eigen familie kunnen gaan
zonder een keer verkeerd te rijden, hier in deze drukke
wereldstad reden we in één keer naar het goede adres, aan de
Wilshire Boulevard. Daar, in één van de flatgebouwen, is het
Nederlandse consulaat gevestigd. En vlak erbij een
fotograaf. Slim, volgens mij krijgt hij wel vaker van die
toeristen op bezoek die zo stom zijn hun paspoorten te
verliezen. Wij met z'n allen netjes op de foto (we schrokken
ons helemaal wild van de prijs!), en toen naar het
consulaat. En dat was dus gesloten!! Dat hadden ze dus wel
even mogen vertellen, toen we ze twee dagen eerder aan de
lijn hadden. We hebben toch maar aangebeld, je kan nooit weten of er
misschien niet toch iemand is. Gelukkig was dat inderdaad
het geval, we mochten toch naar binnen. Terwijl onze
Koningin vanaf een foto aan de muur op ons neerkeek, vulden
we de benodigde papieren in. De volgende ochtend konden we
terugkomen, om onze tijdelijke paspoorten in ontvangst te
nemen.
Wat een geluk dat ons hotel, dat we voor de laatste drie
nachten hadden gereserveerd, zo dichtbij was. Echt
ongelooflijk, als je bedenkt hoe groot Los Angeles is. Nog
geen half uurtje later meldden we ons bij de balie van het
hotel Marina del Rey Hotel en Suites. Of ze ons al een dagje
eerder konden gebruiken. Dat was geen probleem, we konden
zelfs dezelfde kamer krijgen die we ook voor de laatste drie
nachten hadden geboekt. We aten bij McDonalds, en gingen vervolgens naar het
vlakbij Marina del Rey gelegen Santa Monica. Een beroemd
strand, met een beroemde pier, dus we hadden daar best wel
hoge verwachtingen van. Maar, om eerlijk te zijn, het viel
tegen. Ach, het was wel leuk om even langs alle winkeltjes
te wandelen die langs het strand zijn gevestigd. Maar het
was allemaal niets bijzonders, in Frankrijk hebben we wel
mooiere boulevards gezien. En wat ook opviel, het was daar
zo koud... Na al die hitte van de afgelopen week was dit wel
een groot verschil, voor het eerst liepen we met lange
broeken en zelfs met een jas aan. Al snel nadat het donker werd, sloten de winkeltjes. En
zagen we steeds meer ongure types rondlopen, die
rechtstreeks uit de 'gangs' leken te komen zoals ons die
door Hollywood worden voorgespiegeld. We zijn daarom maar
naar het hotel teruggegaan, even wat tv kijken en een
kaartje leggen. |
|
Dag 12: vrijdag 3 augustus - Los Angeles |
|
Terwijl de kids nog lagen te slapen zijn Hans en ik
teruggereden naar het consulaat. Binnen een paar minuten was
daar alles geregeld, en halverwege de ochtend waren we
alweer terug in het hotel.
Eigenlijk zouden we hier pas op deze avond laat zijn
aangekomen. We hadden nu plotseling een hele dag extra. Even
familie-overleg: wat gaan we doen met deze dag. We besloten
er een dagje strand en 'mall' van te maken. Net als de dag ervoor was het niet al te warm, niet echt
geschikt strandweer, dus. Het winkelcentrum in Santa Monica
was minder indrukwekkend dan de winkelcentra die we eerder
in de Verenigde Staten hadden gezien. We zijn nog een stukje
langs de kust gaan rijden, maar verder hebben we deze dag
niet veel gedaan. |
|
Dag 13: zaterdag 4 augustus - Six Flags Magic
Mountain |
|
Zo,
we zaten weer terug op schema. Vandaag was het de grote dag
voor Rob: het was al lang een grote wens van hem om het
pretpark Six Flags Magic Mountain te bezoeken, onder andere
voor de spectaculaire ride "Superman the Escape".
Op Internet hadden we alle rides die het park biedt al
uitvoerig bekeken, en we waren vooral benieuwd naar "X", de
achtbaan die in het voorjaar geopend zou zijn. Maar al
tijdens onze voorbereiding viel het op dat op de site van
Six Flags maar steeds geen exacte openingsdatum verscheen.
Inderdaad bleek deze nieuwe attractie nog niet geopend te
zijn. Volgens Rob zullen we daarvoor dus nog eens terug
moeten. Voor wie het graag weten wil: "X" is een achtbaan waarbij de
karretjes naast de rails hangen. De karretjes zitten maar op
één punt vast, en kunnen tijdens de rit zelfstandig over de
kop gaan! Dat is dus dubbelop, de baan maakt een looping, en
behalve dat kan je karretje dan ook nog eens 360 graden
ronddraaien. 't Is maar voor wie er zin in heeft....
"X" was dus niet open, maar er bleven nog genoeg andere
achtbanen over. Het was wel gigantisch druk in het park, en
dat betekende lange, lange wachtrijen voor de attracties.
Twee uur wachten, soms in de brandende zon, was geen
uitzondering. Uiteindelijk hebben we dus maar een beperkt
aantal achtbanen kunnen uitproberen. "Superman the Escape" was overigens zeker de moeite van het
lange wachten waard. Je wordt met een spectaculaire snelheid
van 160 km per uur gekatapulteerd over een baan die steil
naar boven gaat. Op het hoogste punt blijf je even hangen,
je ervaart daar zelfs enkele seconden gewichtloosheid.
Daarna ga je met een flinke snelheid - achteruit - weer
terug. 25 seconden duurt de hele ride, en daar sta je dan
wel twee uur voor in de rij!
Van de andere achtbanen die we hebben uitgeprobeerd vond ik
Goliath de leukste. Een snelle achtbaan met een hele steile
drop van 61º. |
|
Dag 14: zondag 5 augustus - Universal Studio's |
|
Ons laatste reisdoel tijdens deze vakantie was Universal
Studio's. Het was opnieuw erg warm, achteraf gezien hadden
we het dagje s trand
van afgelopen vrijdag en deze dag beter om kunnen ruilen. Maar gelukkig hebben ze in Universal Studio's de attractie
Jurassic Park. Terwijl je in een bootje wordt rondgevaren
tussen de mooi gemaakte dinosaurussen, word je hier en daar
al een beetje natgespetterd. Maar dat is alleen nog maar een
voorproefje voor de laatste enorme 'splash'..... We waren
helemaal doorweekt toen we uit het bootje stapten, niet echt
erg met deze temperaturen, overigens! Zoals je al begrijpt
is deze attractie niet echt geschikt om foto- of
filmapparatuur mee te nemen, laat dus wel minstens één
vrijwilliger aan de kant staan. Kan die ook mooi nog even
vastleggen hoe nat iedereen uit het bootje stapt.
Ook leuk was de attractie Backdraft. In de wachtruimte krijg
je op een beeldscherm alvast wat scenes uit de film te zien,
en ook wat gesprekken met regisseur Ron Howard en enkele van
de hoofdrolspelers. Daarna is het tijd voor het echte werk,
je komt als bezoeker bijna letterlijk midden tussen een
aantal spectaculaire branden terecht. Alleen jammer dat ze
zoveel bezoekers tegelijk binnenlaten, we stonden nogal
achteraan en konden niet veel zien. Probeer dus wel een
beetje vooraan te gaan staan, als dat mogelijk is.
Er zijn twee stuntshows. De eerste die we bezochten,
een western stuntshow, is vreselijk oubollig. Kleine
kinderen vinden 't misschien nog wel grappig, maar
aan ons was dit toch echt niet besteed. De stuntshow
Waterworld mikte op een heel ander publiek. Veel
ontploffingen, snelle waterscooters, een
rondborstige dame.... en als klap op de vuurpijl een
verrassend moment met een vliegtuig. Als je een
plaatsje op de tribune zoekt, zie je dat vooraan de
zogenaamde splash-zone is. En dat staat daar niet
voor niets!
Na afloop kan je foto's laten nemen met de leden van het
stuntteam. Waarbij overigens wel opviel dat de jongedame
plotseling heel wat minder rondborstig was geworden!
Als je van films houdt, is de Studiotour een van de
leukste dingen die het park te bieden heeft. In een
treintje word je rondgereden op de ‘back lots', de
plaatsen waar heel wat scenes van bekende films zijn
opgenomen. Zoals Psycho, Jaws of the Truman Show.
Tussendoor krijg je nog de nodige gevaren te trotseren,
zoals een aardbeving en een overstroming. Soms leuk,
soms wat minder. Al met al vond ik dit toch een hele
leuke ervaring.
Moe van het rondslenteren in het drukke,
warme park, besloten we tegen het eind van de middag
terug te gaan naar Marina del Rey. Nog even bij
McDonalds langs, voor de laatste keer, en terug naar het
hotel. |
|
Dag 15: maandag 6 augustus - Los Angeles -
Londen |
|
Vroeg uit bed, koffers inpakken, nog één keer heel goed
controleren of we de tijdelijke paspoorten wel bij ons
hebben. En dan, op weg naar het vliegveld LAX, op zo'n 10
minuten rijden van het hotel. Het inleveren van de auto geeft geen problemen, het
huurcontract (ook dat zijn we kwijt) wordt niet gemist. Met
de bus van Hertz gaan we naar de vertrekhallen. Het is maar
goed dat we vroeg vertrokken zijn, want het is vreselijk
druk op de weg bij het vliegveld.
Ruim op tijd melden we ons bij een van de dames van United
Airlines. We leggen uit wat er gebeurd is: tickets kwijt –
gebeld – we kunnen nieuwe tickets krijgen als we een boete
betalen van US$ 50,- per persoon. “Nee”, zegt de dame in
kwestie, “zo gaat dat niet”. Haar verhaal komt er op neer
dat we nieuwe tickets moeten kopen. En of dat voor deze
vlucht nog kan, dat is niet zeker. Misschien kunnen we pas
over enkele dagen vertrekken!! We hebben flink aan moeten dringen. Flink de nadruk gelegd
op het feit dat we enkele dagen eerder andere informatie
hebben gekregen. En de stoelen zijn er toch, ze staan op
onze naam gereserveerd én we hebben kopie ë n van de tickets
als bewijs. Het grootste struikelblok blijkt de betaling te zijn. De
dame wil weten hoe en wanneer wij onze tickets hebben
betaald. Maar onze uitleg dat we aan “the Dutch Travel
Agency” hebben betaald, lijkt ze niet te snappen. Er wordt
iemand bijgehaald. Er wordt gebeld. En we moeten wachten, en
wachten... En dan, ineens, zonder verdere uitleg, heeft ze
opeens toch tickets voor ons geprint. De boete bedraagt niet
US$ 50,- per persoon, maar het dubbele! Maar daar zijn we
verder maar niet over in discussie gegaan.
Met nieuwe tickets en opstapkaarten konden we uiteindelijk
de balie verlaten. Even zitten (we hadden nog tijd genoeg),
en even rustig de papieren doornemen om alles te
controleren. De tickets klopten. De opstapkaarten ook. Tenminste, de
drie opstapkaarten die we hadden gekregen. Rob vond het
overigens helemaal niet erg dat er voor hem geen opstapkaart
bij zat. “Dan blijf ik toch hier!” was zijn commentaar. Ach,
we zijn toch maar even naar de balie gegaan en hebben voor
hem ook nog een opstapkaart geregeld.
Onze vlucht vertrok mooi op tijd. We hadden raamplaatsen,
en zo konden we nog een laatste blik werpen op het
schitterende gebied waar we de eerste week hadden
rondgereden. Las Vegas, de Grand Canyon, Canyonlands....
alles kwam – letterlijk in vogelvlucht – nog even voorbij.
Daarna vlogen we het donker in, om het de volgende ochtend
tegen 7 uur 's morgens in Engeland weer licht te zien
worden. |
|
Dag 16: dinsdag 7 augustus - Londen - Amsterdam
- Gerwen |
|
Na een haastige overstap op London Heathrow, en een
korte vlucht, zetten we weer voet op Nederlandse bodem.
Het regende, net als toen we vertrokken. De allerlaatste “attractie” was de vlucht van Amsterdam
naar Eindhoven. De turbulentie was zo hevig dat de
sinaasappelsap die de stewardess had rondgedeeld
letterlijk vanuit ons glas tot tegen het plafond van het
vliegtuig omhoogvloog.
Met de taxi gingen we terug naar huis. Waar de familie en de
katten op ons zaten te wachten. |
|
|
 |
|
|
|